Antwoord op vragen van de leden Sneller en Belhaj over de herijking van de businesscase voor civiele dienstauto’s, zoals genoemd in de Najaarsnota 2018
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D04674, datum: 2019-02-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1514).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, staatssecretaris van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z00119:
- Gericht aan: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Indiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Belhaj, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1514
Vragen van de leden Sneller en Belhaj (beiden D66) aan de Minister van Defensie over de herijking van de businesscase van Leaseplan voor civiele dienstauto’s zoals genoemd in de Najaarsnota 2018 (ingezonden 8 januari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 12 februari 2019).
Ik merk op dat er een fout is gemaakt in de tekst van de Najaarsnota over de civiele dienstauto’s van Defensie. Terwijl Defensie had besloten een groot deel van het leasewagenpark pas na vier in plaats van twee jaar te vervangen, staat in de Najaarsnota 2018 precies het tegenovergestelde.
Ik betreur de verwarring die daardoor kon ontstaan in het plenair debat over de Najaarsnota 2018, op 19 december 2018.
Vraag 1
Bent u bekend met de herijking van de businesscase van het Leaseplan voor civiele dienstauto’s bij Defensie?1
Antwoord 1
Ja. De businesscase civiele dienstauto’s en de herijking daarvan zijn opgesteld door Defensie.
Vraag 2
Klopt het dat vanaf nu civiele dienstauto’s bij Defensie elke twee jaar worden vervangen in plaats van iedere vier jaar?
Antwoord 2
De businesscase uit 2016 ging uit van een vervangingstermijn van twee jaar voor alle voertuigen. In de herijkte businesscase uit 2017 zijn de cijfers die ten grondslag liggen aan de vaststelling van de vervangingstermijn geactualiseerd (zie ook het antwoord op vraag 5). Sindsdien gelden er verschillende termijnen voor verschillende percelen, variërend van twee tot vier jaar, en zes jaar voor functiespecifieke voertuigen.
Vraag 3
Kunt u de herijkte businesscase van het Leaseplan voor civiele dienstauto’s nader toelichten met gegevens over het aantal en type auto’s, exploitatie-, onderhouds- en verzekeringskosten, brandstofgebruik en fiscale baten-lasten, dan wel deze aan de Kamer verstrekken?
Antwoord 3
De verdeling van de auto’s over de percelen is als volgt:
Bestelvoertuigen (BA) | Peugeot Partner | 260 | 4 |
Bestelvoertuigen (BB – pers) | Renault Trafic Passenger | 580 | 4 |
Bestelvoertuigen (BB – aan) | Renault Trafic | 580 | 4 |
Bestelvoertuigen (BB – vracht) | Citroën Jumpy | 230 | 4 |
Personenvoertuigen (PB) | Peugeot 208 | 1.200 | 2 |
Personenvoertuigen (PC) | Renault Mégane | 1.000 | 2 |
Functie specifieke voertuigen (FS) | Functiespecifiek | 1.880 | 6 |
Totaal | 5.730 |
De aantallen auto’s wijken in deze tabel af van de businesscase, vooral omdat er doorgaans ongeveer 200 voertuigen in het vervangingsproces zitten.
Defensie betaalt geen verzekeringspremie, omdat het een eigen risicodrager is. De brandstofkosten voor deze voertuigen zijn moeilijk te bepalen omdat deze kosten op verschillende manieren worden gefactureerd. Bovendien zijn de brandstofkosten voor beide businesscases (in 2016 en 2017) gelijk en dus geen relevante variabele. De totale exploitatiekosten staan in de tabel in antwoord 7.
Vraag 4
Kunt u de 59,2 miljoen euro neerwaartse bijstelling van de inruilwaarde van dienstvoertuigen nader specificeren?
Antwoord 4
Op grond van praktijkervaringen bij Defensie zijn de uitgangspunten van de businesscase ingrijpend veranderd. De neerwaartse bijstelling van de inruilwaarde bedraagt cumulatief € 59,2 miljoen voor de jaren 2019 – 2023 en betreft ongeveer 5.500 voertuigen. In de nieuwe businesscase is beter rekening gehouden met de gevarieerde samenstelling van het wagenpark en met de lagere marktwaarde van sommige types auto’s. Voor autotypes waarvan de exploitatiekosten lager uitvallen dan verwacht, kan het lonen ze langer aan te houden, met een lagere inruilwaarde als gevolg.
Vraag 5
Welke belastingen zijn niet meegeteld in de voorheen te hoog ingeschatte verkoopopbrengsten van de civiele dienstauto’s? Om welk bedrag gaat het per belastingsoort? Om welke periode, waarin deze opbrengsten te hoog zijn ingeschat, gaat het? Hoe heeft dit kunnen ontstaan?
Antwoord 5
Bij het opmaken van de herijkte businesscase is vastgesteld dat in de oorspronkelijke businesscase de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) ten onrechte is meegerekend in de verkoopwaarde. Die verkoopwaarden dienen met het bedrag van de BPM te worden verlaagd.
In de oorspronkelijke businesscase was met één type auto als gemiddelde auto gerekend; de Renault Mégane. Voor deze Renault is de BPM na twee jaar € 1.400. In de herijking is gekozen voor zes percelen, met verschillende autotypes en verschillende BPM-tarieven.
Vraag 6
Wat waren de exploitatiekosten voor de civiele dienstauto’s vóór de herijkte businesscase van het Leaseplan voor civiele dienstauto’s? Kunt u dit schematisch weergeven over de afgelopen vier jaar in een baten-laten schema?
Antwoord 6
De onderstaande tabel laat de exploitatiekosten zien (in duizenden euro) voor onderhoud en schade. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een batenrekening waarop niet uitgevoerde onderhoudskosten worden teruggeboekt (ontvangsten, geen restwaarde afrekeningen).
De tabel laat zien dat de lasten sterk dalen en dat de ontvangsten stijgen. Per saldo dus lagere kosten voor Defensie. Dit komt door voordeligere afgesloten onderhoudscontracten en is beperkt gerelateerd aan de businesscase of de herijking daarvan.
Onderhoud (preventief en correctief) | 13.536 | 13.491 | 10.137 | 10.913 |
Ontvangsten | 20 | 4 | 2.594 | 2.895 |
Voor voertuigonderhoud betaalt Defensie een vast bedrag per maand, waarna Defensie op grond van nacalculatie teveel betaalde onderhoudskosten terug krijgt. Dat zijn de ontvangsten.
Er is een groot verschil tussen de «ontvangsten» van 2015 en 2016 en de jaren erna. Dit heeft een boekhoudkundige verklaring. Tot en met 2016 werden de ontvangsten vanwege de niet uitgevoerde onderhoudskosten geboekt op de grootboekrekening «onderhoud/schade». Vanaf 2017 worden deze ontvangsten geboekt op de post «ontvangsten».
Vraag 7
Kunt u de herijkte businesscase van Leaseplan voor civiele dienstauto’s uiteenzetten in een baten-laten schema voor de komende vier jaar?
Antwoord 7
In de onderstaande tabel (in miljoenen euro’s) is aangegeven wat de uitgaven en ontvangsten zijn (planbedragen) zoals deze bij start van de herijkte business-case zijn opgesteld.
Investeringen | 26,8 | 26,8 | 26,8 | 268,0 |
Exploitatie DOSCO | 11,7 | 11,3 | 11,3 | 113,0 |
Verkoopopbrengsten (art. 6) | 9,5 | 9,5 | 9,5 | 95,0 |
Totaal | 29,0 | 28,6 | 28,6 | 286,0 |
Aantal voertuigen | 5.468 | 5.468 | 5.468 |
Verticale Toelichting Najaarsnota 2018, blz. 23↩︎