Motie van de leden Van Brenk en Renkema over maatschappelijke participatie van uitkeringsgerechtigden
Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Motie
Nummer: 2019D05099, datum: 2019-02-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34352-152).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid (Ooit 50PLUS kamerlid)
- Mede ondertekenaar: W.J.T. Renkema, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34352 -152 Uitvoering en evaluatie Participatiewet.
Onderdeel van zaak 2019Z02289:
- Indiener: C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.J.T. Renkema, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-02-07 11:00: VAO Participatiewet (AO d.d. 23/01) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2019-02-12 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Nr. 152 MOTIE VAN DE LEDEN VAN BRENK EN RENKEMA
Voorgesteld 7 februari 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Participatiewet voor wat betreft de tegenprestatie aanleiding blijft geven tot verschil van inzicht tussen Rijk en gemeenten;
overwegende dat wettelijk het initiatief tot de tegenprestatie bij gemeenten ligt, met beleidsvrijheid om te beoordelen welke maatschappelijke nuttige werkzaamheden, wanneer en aan wie worden opgelegd;
spreekt uit dat lokaal de keuze gemaakt moet worden wat de beste manier is om bijstandsgerechtigden te stimuleren om actief deel te nemen aan de samenleving;
spreekt uit dat het bij participatie niet moet gaan om het middel, maar om het doel en het gewenste resultaat;
nodigt de regering uit in haar overleg met gemeenten over de tegenprestatie niet het instrumentarium van tegenprestatie en mogelijke sanctie centraal te stellen, maar het effectief stimuleren van uitkeringsgerechtigden tot maatschappelijke participatie op welke manier dan ook, en de (financiële) middelen die gemeenten daarvoor hebben,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Brenk
Renkema