Reactie op verzoek commissie over de prijsverhoging van het geneesmiddel Lutathera
Geneesmiddelenbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D06074, datum: 2019-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29477-544).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 29477 -544 Geneesmiddelenbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z02826:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-02-19 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-20 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-02-20 18:45: VAO Geneesmiddelenbeleid (AO d.d. 07/02) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2019-02-21 13:05: Aanvang aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 544 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2019
Op 15 januari 2019 ontving ik vanuit de vaste commissie voor VWS het verzoek om een brief over de prijsverhoging van het geneesmiddel Lutathera. In lijn met mijn reactie op het Algemeen Overleg Geneesmiddelenbeleid van 7 februari 2019 deel ik u het volgende mee.
Dit is een voorbeeld van hoe het niet moet: een forse prijsverhoging zonder onderbouwing. In het belang van patiënten mogen we van de sector nieuwe geneesmiddelen tegen redelijke prijzen verwachten. In dit geval is er sprake van het naar de markt brengen van een bestaande behandeling tegen een excessief hoge prijs. Ik keur dit af.
Ik heb daarom gesprekken gevoerd met delegaties van Novartis. Novartis kon niet precies uitleggen waarom ze deze hoge prijs vragen. Ik heb laten weten dat ik deze handelwijze afkeur en niet wil accepteren. Het is aan Novartis om het middel tegen een redelijke prijs aan te bieden aan ziekenhuizen in Nederland.
De behandeling is in Nederland ook al langere tijd als apotheekbereiding beschikbaar, tegen aanzienlijk lagere kosten. Ziekenhuizen moeten erop kunnen vertrouwen dat ze dit middel kunnen blijven bereiden. Ik heb Novartis – die ook eigenaar is van de belangrijkste leverancier van de ingrediënten voor die bereiding – daarin ook op haar verantwoordelijkheid gewezen. Ik heb van Novartis begrepen dat zij de levering continueren.
Novartis en Zorgverzekeraars Nederland zijn inmiddels met elkaar in gesprek, ik word op de hoogte gehouden van de vorderingen.
Voor een uitgebreidere reactie verwijs ik u naar mijn antwoorden op de Kamervragen van het lid Ploumen (PvdA)1 en het lid Van Gerven (SP),2 die ik op 1 februari 2019 aan uw Kamer heb gestuurd.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins