Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over voortgang maatregelen Ossendrecht (Kamerstuk 35000-X-81)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D06411, datum: 2019-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D06411).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie (VVD)
- Mede ondertekenaar: T.N.J. de Lange, griffier
Onderdeel van zaak 2019Z00568:
- Indiener: B. Visser, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2019-01-22 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-01-24 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2019-02-13 14:00: Voortgang maatregelen Ossendrecht (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2019-03-12 18:00: Personeel Defensie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2019-03-21 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2019-03-21 14:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-25 14:00: Materieel Defensie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
2019D06411 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Defensie over de voortgang van de maatregelen naar aanleiding van het schietongeval in Ossendrecht (Kamerstuk 35 000 X, nr. 81).
De voorzitter van de commissie,
De Vries
De griffier van de commissie,
De Lange
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief. Deze leden hebben nog enkele aanvullende vragen.
De leden van de CDA-fractie danken de Staatssecretaris voor het sturen van de brief. Op 22 maart 2016 vond op de schietbaan in Ossendrecht het noodlottig ongeval plaats, waarbij sergeant der eerste klasse Sander Klap van het Korps Commandotroepen (KCT) om het leven kwam. De leden van de CDA-fractie willen hierbij nogmaals hun medeleven betuigen aan de familie en dierbaren van sergeant der eerste klasse Sander Klap. Met een voortvarende en grondige uitvoering van de aanbevelingen dient alles in het werk te worden gesteld om herhaling te voorkomen en de veiligheid van de Korps Commando Troepen te borgen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voortgang van de genomen maatregelen inzake het noodlottig ongeval op de schietbaan te Ossendracht en maken graag van de gelegenheid gebruik om een aantal vragen over de inzet van de regering ten aanzien van de genomen maatregelen en de voortgang hiervan.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennis genomen van de rapportage van de Staatssecretaris. Deze leden voelen een onverminderde afschuw over hoe sergeant eerste klasse Sander Klap van het Korps Commandotroepen om het leven is gekomen door toedoen van gebrekkig toezicht en het niet naleven van veiligheidsvoorschriften. Deze leden hechten er zeer aan dat alles in het werk wordt gesteld om een gebrek aan adequate veiligheid en bescherming bij schietoefeningen in de toekomst te voorkomen. Zij hebben daarom enkele vragen naar aanleiding van de brief over de voortgang van de genomen maatregelen.
Schiethuis
De leden van de VVD- fractie vagen hoe vaak het voorkomt dat, voor oefeningen die niet kunnen worden uitgevoerd op de tijdelijke faciliteit, gebruik wordt gemaakt van schietbanen in het buitenland totdat het nieuwe schiethuis gereed is. Zij vragen of dit leidt tot situaties waarbij door de noodzaak om naar het buitenland uit te wijken, minder dan gewenst wordt geoefend met schieten.
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de voorbereidingen voor de realisatie van een schiethuis. Uit de brief wordt onvoldoende duidelijk wat de achterliggende oorzaken zijn dat de planning van realisatie en ingebruikname zijn verschoven. Wat zijn de achterliggende oorzaken hiervan, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Heeft dat te maken met de wettelijke eisen, omgevingsfactoren, ruimtelijke ordening? Welke beperkingen vloeien voort uit het feit dat Ossendrecht de beoogde locatie is? In hoeverre zijn andere locaties zoals de Harskamp of ’t Harde overwogen? Ook is onduidelijk welke inzichten uit de verkennende marktconsultatie zijn gekomen. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris hen hier nader over te informeren.
De Staatssecretaris geeft aan dat als tussentijdse oplossing een «prefab» modulaire schietbaan is aangeschaft voor het KCT. De leden van de CDA-fractie vragen welke oefeningen op deze «prefab» modulaire schietbaan kunnen worden uitgevoerd. Welk percentage van de oefeningen die in een schiethuis gehouden kunnen worden, vervangen zij. Wat zijn de kosten van de aanschaf hiervan?
Een deel van de maatregelen is vervat in het plan van aanpak «een veilige defensieorganisatie». De Staatssecretaris geeft aan dat dit plan van aanpak in uitvoering is. Een aandachtspunt is de geplande capaciteitsuitbreiding. Deze is vertraagd door de te doorlopen procesgang bij een reorganisatietraject. De leden van de CDA-fractie vragen hoe groot de vertraging inmiddels is en op welke termijn de procesgang vlot getrokken gaat worden.
De leden van de D66-fractie constateren dat de Staatssecretaris nog geen exact jaartal heeft voor het nieuwe schiethuis en betreuren dat de ingebruikname niet voor 2022 is voorzien. Deze leden vragen in hoeverre aan de veiligheidsvoorschriften wordt voldaan bij de tussentijdse (prefab) oplossing door middel van een modulaire schietbaan.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het nieuw te bouwen schiethuis oorspronkelijk was voorzien voor het jaar 2020, maar dat inmiddels al zeker is dat dit niet voor 2022 gerealiseerd zal worden. In de tussentijd is een modulaire «prefab» schietbaan aangeschaft voor het KCT en wordt voor oefeningen die hierop niet kunnen worden uitgevoerd schietbanen in het buiteland gehuurd. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of met deze «prefab» schietbaan en buitenlandse schietbanen voldaan wordt aan alle veiligheidseisen die gesteld zouden moeten worden op basis van het onderzoek van de OVV en de Commissie van Onderzoek (CvO), en of de regering dit aan de hand van beide adviezen kunnen beargumenteren en inzichtelijk maken.
Rapport Commissie van Onderzoek
De leden van de VVD-fractie vragen welke 32 van de 47 maatregelen zijn gerealiseerd, gelet op het gestelde in de brief dat de CvO in haar rapport aanvullende maatregelen heeft opgenomen en in totaal 47 maatregelen heeft benoemd, waarvan er 32 zijn gerealiseerd.
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie welke stappen de Staatssecretaris zet om te voorkomen dat tussentijds niet, of zo min mogelijk, wordt gewisseld van projectmanager, indien de Staatssecretaris niet bereid is deze aanbeveling over te nemen. Deze leden stellen deze vraag naar aanleiding van het in de brief gestelde dat «twee geadviseerde maatregelen niet of anders worden uitgevoerd. Dit betreft het niet tussentijds wisselen van een projectmanager (daar wordt in de praktijk zoveel als mogelijk al invulling aan gegeven, maar is niet altijd uitvoerbaar) en het invoeren van een procedure ten behoeve van het snel doorvoeren van ontwikkelingen en innovaties (dit maakt inmiddels onderdeel uit van het beleid. Het opgerichte SICT SF speelt hier een nadrukkelijke rol in).»
De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat de Staatssecretaris 32 van de 47 maatregelen van het CvO inmiddels heeft gerealiseerd. De vaststelling van de realisatie van een maatregel vindt plaats na een interne audit van het resultaat van die maatregel. De leden van de CDA-fractie vragen hoe een dergelijke interne audit eruit ziet en aan welke voorwaarden dat dient te voldoen.
De Staatssecretaris geeft aan dat de 13 nog lopende maatregelen in de meeste gevallen een langere doorlooptijd hebben. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om de dertien maatregelen nog een keer beknopt op te noemen en per maatregel de vertraging ten opzichte van de oorspronkelijke planning aan te geven.
Uit het overzicht van maatregelen lijkt het beeld te ontstaan dat het KCT afhankelijk is van andere organisatieonderdelen om nachtzicht- en communicatiemiddelen aan te schaffen. In hoeverre is met de oprichting van het SOCOM ook geregeld dat het SOCOM zelfstandige verwervingscapaciteit krijgt, zo vragen de leden van het CDA.
De leden van de D66-fractie spreken hun bewondering uit voor het voortvarend realiseren van 32 van de 47 maatregelen door Defensie. Deze leden vragen of de Staatssecretaris bereid is om over de 13 nog lopende maatregelen met een langere looptijd aan de Kamer te rapporteren.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat van de 47 door de CvO benoemde maatregelen er inmiddels 32 zijn gerealiseerd. Deze leden vragen een overzicht van de maatregelen die nog niet zijn uitgevoerd en wanneer de afronding naar de huidige planning plaats zal vinden.
Schietinstructeurs
De Staatssecretaris geeft aan dat de schietinstructeurs zijn bijgeschoold, een hoger aantal dan oorspronkelijk benoemd is. De leden van de CDA-fractie vragen over welke niveau (H)SI dit gaat. Is er, zoals in het verleden, nog steeds sprake van dat voor het Korps Commando Troepen ook KCT-HSI worden opgeleid? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Voor het KCT geldt dat de schietoefeningen voor een deel van een hogere moeilijkheidsgraad en een meer specialistische niveau zijn dan van infanterie-eenheden.
Veiligheidskritische voorschriften
Het is positief om te lezen dat de maatregelen, die als noodzakelijk zijn aangemerkt om hiaten in de veiligheidskritische voorschriften en tekortkomingen bij de uitvoering van die voorschriften op te heffen, in gang zijn gezet en de meeste ook al zijn afgerond. De leden van de CDA-fractie zijn ermee bekend dat de veiligheidskritische voorschriften ook nog een nadere doorvertaling hebben. Deze leden vragen daarom of de Staatssecretaris het dan ook heeft over de kwalificatieprofielen, de opleiding- en trainingsvoorstellen, de benodigde training support package en de learning support package. Eén van de problemen breed in de defensieorganisatie is het ontbreken van gekwalificeerde officieren en onderofficieren om dergelijke documenten op te stellen. In hoeverre heeft het KCT met dergelijke tekorten te maken?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar het nog lopende onderzoek naar extra veiligheidsbarrières. Deze leden vragen waarom dit onderzoek nog niet is afgerond en waarom er bijvoorbeeld lang moet worden nagedacht over een functionaliteit als een noodknop, aangezien nut en noodzaak van noodknoppen door deze leden als tamelijk evident wordt beschouwd.
Typeclassificatie van munitie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd dat de inhaalslag op het gebied van typeclassificatie van munitie naar verwachting eind dit jaar zal worden afgerond. Zij vragen de Staatssecretaris de Kamer na afronding van deze inhaalslag te informeren over de uitkomsten van de uitgevoerde typeclassificatie per soort munitie en eventuele vervolgacties bij de constatering van gebreken tijdens dit proces.