Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Energieraad op 4 maart 2019 (Kamerstuk 21501-33-743)
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D06768, datum: 2019-02-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D06768).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.P. Jansma, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z02824:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-02-18 12:00: Energieraad (formeel) op 4 maart 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-02-19 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-19 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D06768 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda voor de Energieraad (formeel) van 4 maart 2019 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 743), het Verslag van de Energieraad van 19 december 2018 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 741) en het Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Energieraad op 19 december 2018 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 735).
De voorzitter van de commissie,
Diks
De adjunct-griffier van de commissie,
Jansma
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord / Reactie van de Minister | 4 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de formele Energieraad die op 4 maart 2019 plaats zal vinden. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De Minister beschrijft in de EU-langetermijnstrategie voor klimaat dat de door het kabinet gesteunde voorgestelde ambitie van de Commissie (een klimaatneutrale Unie in 2050) past bij de Nederlandse inzet om het huidige 2030-doel voor de EU van ten minste 40% te verhogen naar 55%. Overwegende dat Nederland geen eiland op zichzelf is, willen de leden van de VVD-fractie benadrukken dat het van groot belang is om het 2030-doel in EU-verband of als kopgroep te behalen. Kan de Minister een toelichting geven over de voortgang van de gesprekken met de andere lidstaten?
De leden van de VVD-fractie zijn blij met de inzet van de Minister die stelt dat aanscherping en uitbreiding van criteria voor de etikettering van banden bijdraagt aan verbetering van de verkeersveiligheid en een betere brandstofefficiency. Wel vragen deze leden in hoeverre een eventuele aanscherping en uitbreiding zal leiden tot verplichtingen voor de consument. Kan de Minister aangeven welke gevolgen hij voorziet voor de consument?
In de geannoteerde agenda voor de Energieraad (formeel) van 4 maart 2019 staat dat een meerderheid van de lidstaten tegen aanscherping van de eisen van het bandenetiket zou zijn. In de brief van de Minister staat hierbij toegelicht dat het kabinet met een aantal andere lidstaten pleit voor een snellere procedure om na het beschikbaar komen van de nieuwe testmethodes de uitbreiding te realiseren. Kan de Minister een uitgebreidere toelichting geven over deze positie ten opzichte van de verklaring?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van het Europees Parlement en de Raad voor realisatie van een financieringsfaciliteit voor Europese Verbindingen (Connecting Europe Facility). Kan de Minister de huidige staat van het trans-Europese energienetwerk en een eventuele vervolmaking van het netwerk toelichten?
De leden van de VVD-fractie zijn blij met de inzet dat de markt een primair aandeel heeft in de financiering van het trans-Europese energienetwerk. Hierbij vragen deze leden wel of dit betekent dat het netwerk ook afhankelijk zal zijn van overheidsfinanciering. Kan de Minister een toelichting geven op de financiering van het netwerk en de daarbij horende gevolgen?
Overwegende dat het trans-Europese energienetwerk meer focus gaat hebben op projecten die CO2-reductie faciliteren en grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van hernieuwbare energie, vragen de leden van de VVD-fractie wat de financiële en maatschappelijke consequenties zijn van deze nieuwe focus. Kan de Minister aangeven welke consequenties hij voorziet in zowel nationaal als Europees verband?
Ook hebben de leden van de VVD-fractie een vraag over de rol van de Commissie ten aanzien van de onderhandelingen met betrekking tot de wijziging van de gasrichtlijn. De Minister beschrijft in zijn brief dat in het voorlopig akkoord met het Europees Parlement de rol van de Commissie ten aanzien van de onderhandelingen wordt versterkt. Hierbij heeft de Minister benadrukt dat het voor het kabinet belangrijk is dat de overdracht van bevoegdheden minder ver gaat dan in het oorspronkelijke Commissievoorstel. Voorts geeft de Minister aan dat hij voornemens is om met dit voorstel voor de Gasrichtlijn in te stemmen. Kan de Minister toelichten hoe deze bevoegdheden zich zouden verhouden ten opzichte van bevoegdheden van de Commissie in het oorspronkelijke Commissievoorstel? Kan de Minister daarbij specifiek toelichten waarom hij voornemens is met het Commissievoorstel in te stemmen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Energieraad van 4 maart 2019. In verband met de EU-langetermijnstrategie voor klimaat vragen deze leden wanneer de Minister verwacht de eerste rapportage zoals verzocht met de motie-Van Haersma Buma-Pechtold (Kamerstuk 35 000, nr. 15) naar de Kamer te sturen en of de Minister daarin gedetailleerd in kan gaan op de reacties van andere lidstaten en mogelijke toezeggingen voor een hoger doel voor 2030.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Energieraad van 4 maart 2019. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister hoe hij zich inzet voor het ophogen van de Europese doelstelling naar 55% in 2030. Hoe staat het met het formeren van een Europese kopgroep?
De leden van de D66-fractie complimenteren de Minister met de gezamenlijke brief namens tien klimaatministers aan de Commissie. Hoe behoudt de Minister de druk op de Commissie om tot een duidelijk pad richting klimaatneutraliteit in 2050 te komen, mede gezien het belang van Europese aanpak op dit belangrijke grensoverschrijdend onderwerp en ook gezien het feit dat het Europees Parlement een Europees beleidsaanpak tot 2050 ondersteunen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie vragen op welke wijze het Roemeense voorzitterschap de discussie rondom klimaatbeleid en energiebeleid zal doorzetten. Wat zijn de speerpunten? Geeft Roemenië prioriteit aan het klimaat- en energiebeleid?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de groep landen die de vrijheid om hun eigen energiemix te bepalen benadrukten, hierbij met name bezorgd waren over het voortbestaan van fossiele energiebronnen. Welke landen hoorden bij deze groep?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen in het kader van het wijzigen van de Gasrichtlijn wat de uitgebreidere visie van het kabinet is op Nord Stream 2 en hoe de EU een betrouwbare en duurzame energiehuishouding gaat verwezenlijken, wanneer de EU dankzij Nord Stream 2 gasafhankelijker wordt van Rusland. Is het gezien de huidige geopolitieke situatie niet uitermate onverstandig om miljarden te besteden aan het afhankelijker worden van Rusland voor de energiemix?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de inzet van Nederland is in de Raad inzake de bandenetikettering, nu er zich geen meerderheid voor het voorstel van de Commissie lijkt af te tekenen. Wat zouden volgens de Minister de minimumprestaties van een autoband moeten zijn? Kan Nederland zich inzetten voor het verplicht uitfaseren van banden die slechter scoren dan label D?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Energieraad. Zij vragen de Minister toe te lichten waarom hij het voorliggende compromis omtrent de rol van de Commissie inzake de gasrichtlijn nu wel kan steunen. Waarom vindt de Minister dat dit voorstel minder vergaand is? Hoe staat het met de zeggenschap van Nederland? Behoudt Nederland zijn bevoegdheden? Zo nee, hoe ziet de Minister dat dan voor zich?
Tevens vragen deze leden wat de aanscherping van de regelgeving betekent voor lokale initiatieven, coöperaties, die duurzame energie willen opwekken. Blijven initiatieven van lokale overheden, zoals het oprichten van een provinciaal energiebedrijf, tot de mogelijkheden behoren?
De leden van de SP-fractie zijn blij met de ambitie die de Minister toont voor een klimaatneutrale wereld in 2050. Is de Minister bereid om een CO2-heffing in Europees verband voor te stellen?
De leden van de SP-fractie vragen hoe de strengere eisen op autobanden gecontroleerd zullen worden. Hoe vaak zullen de controlerende instanties de banden keuren? Waarom worden er geen technische eisen gesteld in voorliggende verordening? Hebben banden die aan veiligheidseisen voldoen dezelfde technische eisen dan banden die zorgen voor zo weinig mogelijk energieverbruik? Tevens merken deze leden op dat het goed is dat er gelet wordt op de eisen van kwalitatief goede en veilige banden. Zij geloven echter dat in het kader van verlaging van de CO2-uitstoot het effectiever zou zijn als de eisen aan uitstoot worden verscherpt, evenals het toezicht daarop.