Antwoord op vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Sienot over het bericht 'Zakt het warmtetarief als het losgekoppeld wordt van gas?'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D06824, datum: 2019-02-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1593).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van zaak 2019Z00850:
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.F. Sienot, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1593
Vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius (VVD) en Sienot (D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Zakt het warmtetarief als het losgekoppeld wordt van gas?» (ingezonden 21 januari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 20 februari 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zakt het warmtetarief als het losgekoppeld wordt van gas?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat warmtetarieven stijgen als de gasprijs stijgt? Zo ja, wordt de stijging dan voornamelijk veroorzaakt door de energiebelastingen of door de gasprijs zelf?
Antwoord 2
Nee, dit hoeft niet in alle gevallen zo te zijn. De maximumtarieven voor de levering van warmte zijn gebaseerd op de zogeheten gasreferentie. Als gevolg van een stijging van de gasprijs – veroorzaakt door een stijging van de gasprijs zelf en/of een stijging van de energiebelasting op gas – stijgt het maximum toegestane tarief voor warmtelevering. Dit is een maximumtarief, warmteleveranciers zijn niet verplicht om dit maximumtarief in rekening te brengen.
De mate waarin de onderliggende kosten die een warmteleverancier moet maken om warmte te leveren stijgen door een stijging van de gasprijs, is afhankelijk van de specifieke kenmerken van het desbetreffende warmtesysteem, bijvoorbeeld of de warmte wordt opgewekt door een warmtekrachtcentrale gestookt op gas.
Vraag 3
Verwacht u dat de hoogte van warmtetarieven daalt als de koppelingen aan de gasprijs worden losgelaten? Zo ja waarom, zo nee waarom niet?
Antwoord 3
Nee, ik verwacht niet dat het loskoppelen van de gasprijs ook direct tot lagere warmtetarieven zal leiden. Uit de laatste in opdracht van ACM uitgevoerde rendementsmonitor2 blijkt dat warmteleveranciers op basis van hun huidige tarieven relatief lage rendementen behalen. De gemiddelde rendementen van warmteleveranciers zijn lager dan wat ACM als redelijk beschouwt. Warmteleveranciers zullen eventuele ruimte in de tariefstelling waarschijnlijk eerst gebruiken om hun rendementen op te vijzelen.
Vraag 4, 5 en 6
Deelt u de mening dat de koppeling tussen de gasprijs en de warmteprijs onwenselijke gevolgen kan hebben?
Wat zijn de voordelen van het ontkoppelen van het warmtetarief van de gasprijs?
Wat zijn de nadelen van het ontkoppelen van het warmtetarief van de gasprijs?
Antwoord 4, 5 en 6
Ja, op de lange termijn kan de koppeling tussen de gasprijs en de warmteprijs onwenselijke gevolgen hebben.
Het belangrijkste voordeel van het ontkoppelen van het warmtetarief van de gasprijs is dat het warmtebedrijven meer ruimte biedt om hun tarieven aan te passen, zodat dit een betere weerspiegeling geeft van de daadwerkelijke onderliggende kosten van de geleverde warmte. Hierdoor zijn inkomsten en uitgaven beter te beheersen en te sturen. Dit zal het aantrekkelijker maken om te investeren in – duurzame – warmtenetten als onderdeel van de realisatie van de gewenste energietransitie. De mate waarin een alternatief voor de gasreferentie investeerders die ruimte daadwerkelijk geeft is uiteraard afhankelijk van de exacte invulling van de alternatieve tariefstelling.
Het belangrijkste nadeel van de ontkoppeling is dat de kosten voor verwarmen van een gebruiker van een warmtenet mogelijk hoger komen te liggen dan de kosten voor een gemiddelde verbruiker van aardgas. Dat is een weinig aantrekkelijk perspectief voor de huidige en toekomstige afnemer van warmte en daardoor – zeker gelet op de nog dominante positie van aardgas in de warmtevoorziening – slecht voor het draagvlak voor de energietransitie.
De voor- en nadelen van het loskoppelen van de warmtetarieven van de gasreferentie zijn ook ter sprake geweest tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van de in 2018 aangenomen wijziging van de Warmtewet. Voor nadere informatie verwijs ik u naar deze stukken.3
Vraag 7
Wat is de verwachte prijsstijging of prijsdaling bij het ontkoppelen van het warmtetarief van de gasprijs?
Antwoord 7
Deze vraag is niet in generieke zin te beantwoorden. Zoals hierboven aangegeven verwacht ik dat een ontkoppeling op dit moment gemiddeld gesproken tot een prijsstijging voor warmte zal leiden. De mate waarin zich dat zal voordoen is niet te voorspellen en is ook afhankelijk van de manier waarop de prijzen dan zullen worden gereguleerd. In het kader van de voorbereiding van de volgende wijziging van de Warmtewet laat ik mogelijke alternatieven voor de gasreferentie in kaart brengen.
Vraag 8
Wordt het loskoppelen van het warmtetarief van de gasprijs meegenomen bij de aanpassing van de Warmtewet?
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9 en 10
Welke alternatieven zijn er mogelijk om het warmtetarief te bepalen indien de prijs van de warmtetarieven wordt losgekoppeld van de gasprijs? Wat zijn de voor- en nadelen van deze alternatieven? Wat betekenen deze alternatieven voor de hoogte van het warmtetarief?
Bent u bereid onderzoek uit te voeren naar een ontkoppeling tussen de gasprijs en de warmteprijs waarbij de afnemers van warmtenetten meer flexibiliteit en grip kunnen krijgen op hun energierekening? Zo ja, op welke termijn is dat mogelijk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9 en 10
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar het door adviesbureau SiRM uitgevoerde onderzoek, dat ik mede naar aanleiding van de motie van het lid Dik-Faber c.s. (Kamerstuk 34 723, nr. 29) heb laten uitvoeren. Dit onderzoek heb ik u met mijn brief van 13 februari 20194 aangeboden. Op basis van mijn eerste analyses en het onderzoek van SiRM kom ik tot de conclusie dat er nog geen eenduidig antwoord is op de vraag wat een passend alternatief is voor de gasreferentie. Verder onderzoek is nodig alvorens ik in het kader van het wetstraject Warmtewet 2.0 tot een weloverwogen keuze kan komen voor een passend alternatief voor de gasreferentie.
https://energeia.nl/energeia-artikel/40077146/zakt-het-warmtetarief-als-het-losgekoppeld-wordt-van-gas↩︎
Ecorys (2017), Rendementsmonitor warmteleveranciers 2015 en 2016, beschikbaar via: https://www.acm.nl/nl/publicaties/rendementsmonitor-financiele-rendementen-warmte-2015-en-2016↩︎
Eerste Kamer der Staten-Generaal (2018), Kamerstuk nr. 34.723, beschikbaar via: https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/34723_wijzigingen_naar_aanleiding↩︎
Brief over Warmtewet 2.0, beschikbaar via: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/02/14/kamerbrief-over-warmtewet-2.0↩︎