Reactie op verzoek commissie inzake overzicht schaalgrootte problemen in verschillende gemeenten met verontreinigde grond
Bodembeleid
Brief regering
Nummer: 2019D06993, datum: 2019-02-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30015-57).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30015 -57 Bodembeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z03252:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-03-05 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-07 13:30: Leefomgeving (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-03-13 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-03-13 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
30 015 Bodembeleid
Nr. 57 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2019
In de procedurevergadering van 19 december 2018 van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft het lid Kröger mij verzocht om uw Kamer te informeren over de schaalgrootte van de aangetroffen vervuilde grond, afkomstig van het bedrijf Vink, in verschillende gemeenten.
In mijn brief van 11 december 2018 (Kamerstukken 27 625 en 30 015, nr. 456) heb ik aangegeven dat naast Barneveld de grond ook in 9 andere gemeenten is toegepast. Hierover is contact gelegd met de Provincie Gelderland. Ik heb aangegeven dat de Provincie de betrokken gemeenten op de hoogte zal brengen waar de grond is toegepast zodat zij de bewoners vervolgens kunnen informeren.
De grond die in de Barneveldse nieuwbouwwijken is toegepast maakt zoals aangegeven in genoemde brief, deel uit van een veel grotere partij. Deze partij is eerst door het grondreinigingsbedrijf Vink gereinigd en vervolgens door de aannemer Vink toegepast op diverse locaties in verschillende gemeenten waaronder in nieuwbouwwijken, veelal onder wegen en opritten. De regels om de kwaliteit van de gereinigde partij grond vast te stellen zijn hierbij niet opgevolgd. Hierdoor is er onduidelijkheid ontstaan over de uiteindelijke kwaliteit van deze partij. De onduidelijkheid over de kwaliteit heeft begrijpelijk tot veel zorgen geleid bij bewoners.
Op 18 december 2018 heeft de Provincie Gelderland een lijst van gemeenten waar de grond is toegepast gepubliceerd. Basis daarvoor is de informatie uit het onderzoek van de omgevingsdienst. Het betreft de gemeente Barneveld – locatie Voorthuizen (216 ton), Leusden (36 ton), Ede (79 ton), Barneveld (6.768 ton), Almere (64 ton), Leusden – Achterveld (35 ton), Apeldoorn (31 ton), De Bilt – Bilthoven (167 ton), Laren ZH (23 ton), Veenendaal (227 ton), Almelo (20 ton) en Bunnik (14 ton). Op 19 december 2018 zijn aan deze lijst nog twee gemeenten toegevoegd op basis van nader onderzoek. Het betreft Woudenberg (37 ton) en Nijkerk – locatie Hoevelaken (94 ton). De totale partij toegepaste grond lijkt aldus 7.811 ton waarvan het overgrote deel is toegepast in de gemeente Barneveld. Alle gemeenten hebben hun inwoners inmiddels op de hoogte gesteld.
Zoals ik mijn brief van 29 november 2018 in antwoord op de vragen van de leden Von Martels en Geurts (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 911) heb aangegeven is de overtreding van de regels van het vaststellen van de kwaliteit van de partij grond naar voren gekomen tijdens een diepgaand administratief onderzoek bij Vink uitgevoerd door de Omgevingsdienst Rivierenland. De Omgevingsdienst Rivierenland voert namens de Gelderse Omgevingsdiensten het ketentoezicht uit op afvalstromen, waaronder op grondstromen, waarbij breder wordt gekeken dan naar een specifiek bedrijf. Het onderzoeksrapport van de Omgevingsdienst maakt ook melding dat de administratie van de grondstromen bij Vink niet voldoende op orde is en dat bij het toepassen van de partij grond niet de juiste meldingen zijn verricht door de opdrachtgever. Vanwege het onvoldoende op orde hebben van het administratieve proces van het leveren van de grond en dat niet altijd de juiste meldingen zijn verricht, is het mogelijk dat het beeld van waar de grond is toegepast en de exacte hoeveelheid niet geheel compleet is.
Zoals bekend heeft de GGD Gelderland-Midden op verzoek van de gemeente Barneveld de toegepaste partij beoordeeld en is aangegeven dat er geen gezondheidsrisico’s ontstaan voor de bewoners of gebruikers (bijvoorbeeld spelende kinderen) daar waar de grond ligt. Om de betrokken bewoners van de woonwijken in Barneveld waar de grond is toegepast zoveel als mogelijk zekerheid te geven dat de gebruikte grond veilig en zonder gezondheidsrisico’s is heeft de gemeente Barneveld aan de bewoners toegezegd een extern onafhankelijk adviesbureau opdracht te geven om nader onderzoek te doen naar de kwaliteit van de grond. Samen met de bewoners heeft de gemeente gekeken waar en hoe het onderzoek moet plaatsvinden. Op 13 februari jl. zijn de resultaten van het onderzoek bekend gemaakt. De gemeente heeft aangegeven dat de resultaten bevestigen dat er geen gevaar voor de volksgezondheid is. Een van de monsters bevat een verhoogde gehalte aan styreen, daar wordt nog nader onderzoek naar gedaan.
De gemeente is op grond van Besluit bodemkwaliteit het bevoegd gezag voor het toepassen van grond en het toezicht daarop. De meeste van de gemeenten hebben, in navolging van de gemeente Barneveld, adviesbureaus opdracht gegeven om bodemonderzoek uit te voeren naar de kwaliteit van de toegepaste grond. Een enkele gemeente laat geen onderzoek uitvoeren omdat de toepassingslocaties van de grond een bedrijfsterrein is of omdat de grond bij toepassing zo sterk vermengd is met al reeds aanwezige grond dat het niet goed herleidbaar is.
Uit het onderzoek van de gemeente Ede zijn geen verontreinigingen naar voren gekomen bij de toepassing van het zand op het Enka terrein. Ook de gemeenten Leusden heeft onderzoek laten uitvoeren. Ook hier geven de resultaten geen aanleiding tot zorg voor de volksgezondheid. Bij het vaststellen van de risico’s zijn de adviezen van de GGD-regio Utrecht en de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht meegenomen. Het onderzoeksrapport maakt wel melding dat er plaatselijk andere stoffen zijn aangetroffen in verhoogde concentraties, mogelijk als gevolg van vermenging bij toepassing van het zand met al aanwezig zand. Verdere resultaten zijn nog niet bekend.
Op het moment dat nadere informatie bekend is zal ik uw Kamer nader informeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer