[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede verduidelijking van de regeling van uitkeringen door het Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer jegens derden

Eindtekst

Nummer: 2019D07197, datum: 2019-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z16649:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

14 februari 2019







Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het
opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de
taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
alsmede verduidelijking van de regeling van uitkeringen door het
Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer jegens derden







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
rechtspersoonlijkheid van het Schadefonds Geweldsmisdrijven op te heffen
teneinde beter aan te sluiten bij de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen, de taakuitoefening van het Schadefonds uit te breiden
tot Caribisch Nederland en de regeling van uitkeringen door het
Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer na uitkering te
verduidelijken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goed vinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet schadefonds geweldsmisdrijven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. ā€œJustitieā€ wordt vervangen door ā€œJustitie en Veiligheidā€.

2. De definitie van ā€œde commissieā€ komt te luiden: ā€œde commissie,
bedoeld in artikel 8ā€.

3. In de definitie van ā€œde benadeeldeā€ wordt ā€œhet fondsā€
vervangen door: ā€œde commissieā€.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Er is een Schadefonds Geweldsmisdrijven waaruit uitkeringen kunnen
worden gedaan als bij of krachtens deze wet bepaald.

C

Artikel 3, eerste lid, aanhef, komt te luiden: ā€œUitkering kan worden
gedaanā€

D

In artikel 4, tweede lid, vervalt ā€œDeze bedragen kunnen verschillen
naar gelang van de aard van de schadeā€.

E

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

1. Bij het doen van een uitkering wordt rekening gehouden met de
schadevergoeding die het slachtoffer langs burgerrechtelijke weg kan
verhalen of heeft verhaald en met overige vergoedingen van schade die
als gevolg van het misdrijf aan het slachtoffer zijn of kunnen worden
verstrekt.

2. Een uitkering wordt verstrekt onder de voorwaarde dat de schade
waarop de uitkering betrekking heeft niet op andere wijze is of wordt
vergoed. Bij de verstrekking van de uitkering kan de voorwaarde worden
gesteld dat het slachtoffer een vordering ter zake van de schade op
derden aan de Staat overdraagt.

3. Indien na uitkering de schade op andere wijze wordt of blijkt te zijn
vergoed kan de door het slachtoffer verkregen vergoeding alsnog in
mindering worden gebracht op het bedrag van de uitkering. De commissie
kan het onverschuldigd betaalde terugvorderen. 

4. De uitkering komt niet in mindering op het recht op schadevergoeding
van het slachtoffer jegens derden. Het slachtoffer betaalt de uitkering
terug aan het fonds, voor zover de schade waarop de uitkering betrekking
heeft op andere wijze is vergoed.

F

In artikel 7 wordt ā€œhet fondsā€ vervangen door ā€œde commissieā€.

G

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt de eerste volzin te luiden: ā€œOp de aanvraag
wordt beslist door een commissie.ā€

2. In het vierde lid wordt ā€œwaainā€ vervangen door ā€œwaarinā€.

H

In artikel 13, tweede lid, vervalt ā€œop het fondsā€. 

I

In artikel 18a wordt in het eerste lid ā€œNederlandā€ vervangen door
ā€œhet Europese deel van Nederlandā€ wordt ā€œhet fondsā€ vervangen
door ā€œde commissieā€ en wordt in het tweede lid ā€œHet fondsā€
vervangen door ā€œDe commissieā€.

J

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

Bij ministeriƫle regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven
betreffende het nemen van besluiten door de commissie ten aanzien van
andere slachtoffers dan bedoeld in artikel 3 en artikel 20. Deze
voorschriften zien op het kunnen verlenen van een uitkering aan
natuurlijke personen die slachtoffer zijn geworden van een misdrijf of
aan hun nabestaanden of naasten.

K

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20

1. Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba. Uit het fonds kunnen overeenkomstig deze wet
uitkeringen worden gedaan: 

a. aan een ieder die in de openbare lichamen als gevolg van een
opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk
letsel heeft bekomen;

b. aan een ieder die ten gevolge van een aan boord van een Nederlands
vaartuig of luchtvaartuig buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig
lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen. 

2. Uitkering kan overeenkomstig artikel 3 worden gedaan aan de
nabestaanden en naasten van een in het eerste lid bedoelde persoon, aan
nabestaanden van een persoon die als gevolg van overtreding van artikel
320 van het Wetboek van Strafrecht BES is overleden, alsmede aan anderen
dan hier bedoeld die de kosten van lijkbezorging hebben voldaan van een
in het eerste lid bedoelde persoon, indien deze ten gevolge van het
misdrijf is overleden. 

3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder opzettelijk
gepleegd geweldsmisdrijf begrepen: de strafbare poging daartoe.

ARTIKEL II

In artikel 197 lid 2 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek vervalt
onderdeel b, onder het vervallen van de dubbele punt en de letter a na
het woord ā€œsubrogatieā€ en het vervangen na onderdeel a van de
puntkomma door een punt.

ARTIKEL III

Artikel 20 is van toepassing indien het geweldsmisdrijf bedoeld in dit
artikel is gepleegd op of na 1 januari 2017, tenzij het naasten betreft
als bedoeld in artikel 20, tweede lid, in samenhang met artikel 3.

ARTIKEL IV

Indien en voor zover het naasten betreft als bedoeld in artikel 20,
tweede lid, in samenhang met artikel 3, is artikel 20 van toepassing
indien het geweldsmisdrijf is gepleegd op of na de datum van
inwerkingtreding van de wet van 11 april 2018 tot wijziging van het
Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van
Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken
en het verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door
derden in het strafproces te bevorderen (Staatsblad 2018, 132).

ARTIKEL V

Indien de wet van 11 april 2018 tot wijziging van het Burgerlijk
Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht
teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het
verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door derden
in het strafproces te bevorderen (Staatsblad 2018, 132) eerder in
werking treedt of is getreden dan deze wet of later in werking treedt
dan deze wet, dan wordt in artikel 3, eerste lid, onder c, van de wet na
ā€œartikel 107, eerste lid onder b,ā€ ingevoegd ā€œvan Boek 6ā€.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Rechtsbescherming,

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5