[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van de leden Van Gerven en Smeulders over het verlengen van de schorsende werking naar zes weken

Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

Amendement

Nummer: 2019D07372, datum: 2019-02-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34986-36).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34986 -36 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet).

Onderdeel van zaak 2019Z03440:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)

Nr. 36 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN GERVEN EN SMEULDERS

Ontvangen 20 februari 2019

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 1.1, onderdeel GV, onderdeel 2, wordt in het tweede lid «vier weken» telkens vervangen door «zes weken».

Toelichting

Dit amendement regelt dat een vergunning die het mogelijk maakt dat bestaande toestanden onherstelbaar worden gewijzigd en de regels voor het verlenen van de vergunning zien op het beschermen van die toestand pas na het verstrijken van de bezwaartermijn van zes weken in werking treedt. Als deze vergunning dan in werking is getreden en er zijn tijdens de bezwaartermijn bezwaren ingediend, waarbij geen voorlopige voorziening is gevraagd aan de rechter, is het uiteraard aan de vergunninghouder om dan in te schatten om wel of niet gebruik te maken van zijn vergunning terwijl nog niet op deze bezwaren is beslist. Indien deze besluit wel gebruik te maken van zijn vergunning, is dit conform huidige praktijk geheel voor risico en rekening van de vergunninghouder. Hij zal dan de oude situatie moeten herstellen voor eigen rekening als zijn vergunning wordt gewijzigd of ingetrokken naar aanleiding van het bezwaar.


Van Gerven

Smeulders