Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over het bericht ‘Jacques werd 2 jaar lang opgesloten om te 'genezen' van zijn homoseksualiteit’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D08612, datum: 2019-03-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1788).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van zaak 2019Z02793:
- Gericht aan: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Gericht aan: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Indiener: V.A. Bergkamp, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1788
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Jacques werd 2 jaar lang opgesloten om te «genezen» van zijn homoseksualiteit» (ingezonden 13 februari 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 5 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Jacques werd 2 jaar lang opgesloten om te «genezen» van zijn homoseksualiteit»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het blootstellen van iemand aan zogenaamde conversietherapie om diegene van homoseksuele gevoelens of gedachten af te brengen in strijd met de huidige wet- en regelgeving? Zo ja, welke? Als conversietherapie wordt gezien als «genezing», is er dan in alle gevallen sprake van ondeugdelijke zorg?
Antwoord 2
Homoseksualiteit is geen ziekte en er kan dus geen sprake zijn van op genezing gerichte zorgverlening.
Een zorgverlener die binnen een behandelrelatie met een cliënt in zijn handelen afwijkt van de geldende normen voor goede zorg, kan langs verschillende juridische wegen ter verantwoording worden geroepen. Zie ook mijn antwoorden op de vragen 3 en 4 en 8
Vraag 3
Kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht houden op alle zorgverleners en anderen die dit soort therapieën aanbieden? Hoe vaak is het gebeurd dat de IGJ daar een zorgverlener op heeft aangesproken?
Antwoord 3
IGJ houdt toezicht op de zorg in Nederland. In dit geval is geen sprake van ziekte en daarmee ook niet van op genezing gerichte zorg. IGJ houdt op dit soort situaties dan ook geen toezicht.
IGJ kan in een individuele situatie als aantoonbaar sprake is van het toebrengen van ernstige schade c.q. mishandeling, altijd aangifte doen bij het Openbaar Ministerie (OM). Overigens kan de cliënt ook zelf hiervan aangifte doen bij de politie.
In 2008 heeft IGJ een melding onderzocht over «homo-genezing», maar toen bleek de onderzochte instelling deze therapie niet te verlenen. Sinds 2008 heeft IGJ geen meldingen of signalen meer ontvangen over «homo-genezing»2.
Vraag 4
Is het mogelijk dat zorgverleners of anderen die niet onder de reikwijdte van de IGJ vallen, wel conversietherapie aanbieden?
Antwoord 4
Het staat iedereen in Nederland vrij om cursussen, coaching of therapieën te geven die niet zijn voorbehouden aan gereguleerde beroepen zoals beschreven in de Wet BIG.
Vraag 5
Weet u op welke schaal conversietherapie wordt aangeboden in Nederland? En hoeveel kinderen en jongeren worden blootgesteld aan dergelijke therapie? Zo nee, bent u bereid dat nader te onderzoeken? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Over dergelijke informatie beschik ik niet. Afgaande op het voorbeeld sluit ik ook niet uit dat de gevallen die bekend worden een strafrechtelijk vervolg krijgen buiten de zorg.
Vraag 6
Deelt u de inschatting van AJN Jeugdartsen Nederland dat conversietherapie zich veelal onder de radar afspeelt?3
Antwoord 6
Uit mijn antwoord op vraag 5 volgt dat ik daarover geen uitspraak kan doen.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om praktijken van conversietherapie makkelijker boven tafel te krijgen, zeker gezien het feit dat de betrokkenen het niet altijd durven of de noodzaak voelen om melding te maken?
Antwoord 7
Ik zie daarvoor geen mogelijkheden, zie ook mijn antwoord op de vragen 5 en 6 en 8. Het zal uiteindelijk afhangen van de bereidheid van betrokkenen om melding te doen, een klacht in te dienen of aangifte te doen.
Vraag 8
Wat ziet u als de voor- en nadelen van een mogelijk verbod op conversietherapie aan kinderen en jongeren?
Antwoord 8
Naar mijn oordeel is er binnen een behandelrelatie in de zorg geen ruimte voor het aanbieden van conversietherapie. In het antwoord op eerdere Kamervragen4 is duidelijk aangegeven dat als bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) alsnog melding wordt gedaan door (ex)-cliënten over behandeling gericht op het «genezen» van homoseksualiteit, IGJ iedere melding direct natrekt en hieraan indien nodig maatregelen verbindt.
Afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden biedt het strafrecht ruimte om vrijheidberoving te sanctioneren.