Inbreng verslag schriftelijk overleg over het ontwerp-Besluit tot wijziging van het RVV 1990 en de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften i.v.m. uitbreiding verbod vasthouden mobiele telefoon in het verkeer (Kamerstuk 29398-670)
Maatregelen verkeersveiligheid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D08780, datum: 2019-03-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D08780).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J. Rijkers, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z02504:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-02-13 15:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-02-20 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-03-05 12:00: Ontwerpbesluit ter uitbreiding van het app-verbod in het verkeer (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-04-10 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-13 13:00: Verkeersveiligheid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-06-19 13:20: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D08780 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het Besluit tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften in verband met uitbreiding van het verbod van het tijdens deelname aan het verkeer vasthouden van mobiele elektronische apparaten, tot fietsers en trambestuurders (Kamerstuk 29 398, nr. 670).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Rijkers
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit ter uitbreiding van het appverbod in het verkeer (hierna: ontwerpbesluit) en hebben daarover nog de volgende vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Zij hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Zij hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Deze leden verwachten dat dit besluit een belangrijke bijdrage zal leveren aan de verkeersveiligheid. Zij hebben nog wel enkele aanvullende vragen.
Handhaving
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd met de uitbreiding van het appverbod in het verkeer ter bevordering van de verkeersveiligheid. Wel vragen deze leden hoe de Minister verwacht het verbod in de praktijk te gaan handhaven. Welke maatregelen worden hiervoor genomen? Worden hier bijvoorbeeld extra agenten voor ingezet? In hoeverre gaat dit ten koste van andere verkeershandhaving?
Ook vragen de leden van de VVD-fractie of er een preventiecampagne komt. Wordt er meteen overgegaan tot beboeten of wordt er ook gewerkt aan het creëren van bewustzijn bij verkeersdeelnemers dat appen in het verkeer gevaarlijk is? Wanneer kunnen de leden van de VVD-fractie deze campagne verwachten? Hoe houdt de Minister de kosten daarvan beperkt? Of sluit dit aan bij de MONO-campagne?
De leden van de PVV-fractie vragen hoe de uitbreiding van het appverbod wordt gehandhaafd. Welke extra capaciteit is hiervoor ter beschikking gesteld?
De leden van de CDA-fractie vragen met nadruk hoe handhaving van het verbod geregeld zal worden. Aangezien er ook ondersteunende applicaties zijn op mobiele telefoons, zal bij handhaving het feitelijke gebruik van de specifieke applicatie aangetoond moeten worden. Graag vernemen deze leden hoe de Minister de handhaving denkt te realiseren.
De leden van de CDA-fractie menen tevens dat handhaving hand in hand moet gaan met preventie. Daarom zijn zij benieuwd naar de aard en omvang van preventiemaatregelen rondom het appen op de fiets.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen een uitgebreidere reflectie op de keuze om het begrip «vasthouden» niet uit te breiden met «bedienen». In de memorie van toelichting bij het ontwerpbesluit wordt aangegeven dat dan ook noodzakelijke verrichtingen zoals het aanpassen van een route op de navigatie bij een onverwachte file niet meer zijn toegestaan. Maar is het verleggen van de aandacht naar een scherm niet sowieso onwenselijk? Zou er niet nog meer moeten worden ingezet op innovaties, zoals stembediening of een effectieve mobiliteitsmodus? En wanneer wordt een verrichting als gewenst beschouwd, zoals in de memorie van toelichting wordt aangegeven en wanneer niet? Is hier een duidelijke grens te stellen?
De leden van de 50PLUS-fractie menen dat handhaving bij een dergelijke uitbreiding van een verbod altijd nodig is. De nieuwe norm moet immers inslijten bij de verkeersdeelnemers. De leden van de 50PLUS-fractie stellen zich op het standpunt dat niet-appen in het verkeer net zo normaal zou moeten zijn als stoppen voor rood licht of verkeer van rechts dat voorrang heeft. In de media is een aantal creatieve vormen van handhaving beschreven. Kan de Minister nader ingaan op de vraag op welke manieren er gehandhaafd wordt en zal gaan worden? Is het een idee om de boete nog verder te verhogen? Zijn er plannen om de publiekscampagne te intensiveren? Op welke manieren kunnen mensen intrinsiek gemotiveerd worden om zich aan het verbod te houden, gewoon omdat het voor iedereen veiliger is?