Antwoord op vragen van het lid Bromet over de berichten ‘Bewegingsjacht om dierziekte te voorkomen ‘veel gedoe voor weinig opbrengst’’ en ‘Omstreden jacht met bijna 80 man levert op: één dood zwijn’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D08798, datum: 2019-03-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1757).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z00653:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: L. Bromet, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1757
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten «Bewegingsjacht om dierziekte te voorkomen «veel gedoe voor weinig opbrengst»» en «Omstreden jacht met bijna 80 man levert op: één dood zwijn» (ingezonden 17 januari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 6 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Bewegingsjacht om dierziekte te voorkomen «veel gedoe voor weinig opbrengst»» en het artikel «Omstreden jacht met bijna 80 man levert op: één dood zwijn»?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het door de Volkskrant aangehaalde openbare jachtverslag van de wildbeheereenheid Zuid-Oost Twente, waarin verslag wordt gedaan van een grootschalige bewegingsjacht op wilde zwijnen op 5 januari jongstleden?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3 en 4
Valt de in het jachtverslag van de wildbeheereenheid Zuid-Oost Twente beschreven bewegingsjacht, waarbij 79 geweerdragers, 61 drijvers en een onbekend aantal jachthonden een gebied van 17 aaneengeschakelde jachtvelden hebben doorkruist, onder uw definitie van beperkte bewegingsjacht zoals u deze heeft beschreven in uw brief van 12 oktober 2018, inhoudende maximaal 6 geweerdragers, 3 jachthonden en 6 drijvers die hoorbaar een jachtgebied doorkruisen en kunt u uw antwoord toelichten?3
Is het wat u betreft onder de geldende ministeriële regeling toegestaan dat jachtvelden op de hierboven beschreven wijze gecombineerd worden, waardoor er in de praktijk in één jachtveld tientallen jagers en drijvers rondlopen en kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3 en 4
Uit informatie van de provincie Overijssel blijkt dat er sprake was van een telling van wilde zwijnen over in totaal 17 jachtvelden in het gebied Zuid-Oost Twente. Dit vond plaats in een groot areaal van enkele duizenden hectares aan weerszijden van de grens met Duitsland. In sommige van die jachtvelden is ook een beperkte bewegingsjacht, uitgevoerd met maximaal 6 jagers en 6 drijvers per jachtveld. Hierbij zijn in totaal vier wilde zwijnen gedood. Deze aanpak past binnen de definitie van de beperkte bewegingsjacht, zoals door mij is neergelegd in de Regeling preventieve maatregelen Afrikaanse varkenspest van 19 oktober 2018.
Vraag 5
Vindt u het in algemene zin wenselijk dat uw besluit om beperkte bewegingsjacht toe te staan in de praktijk nu heeft geleid tot een jachtevenement waar 140 jagers aan hebben deelgenomen, met alle verstoring voor het in het gebied aanwezige wild van dien, met als resultaat één gedood wild zwijn? Zo ja, waarom wel?
Antwoord 5
Zoals uit het vorige antwoord blijkt, past dit binnen de definitie van beperkte bewegingsjacht. Er was daarnaast sprake van een telling in een groot gebied om een beeld te krijgen van de aanwezigheid en de aantallen wilde zwijnen in het gebied Zuid-Oost Twente. Deze telling werd gecombineerd met een afschotactie aan Duitse kant van de grens. Er was dus geen sprake van een jacht waaraan 140 jagers hebben deelgenomen. Wel is het zo dat er meer jagers bij de telling waren betrokken.
Vraag 6 en 7
Hoe verhoudt de in het jachtverslag beschreven invulling van «beperkte bewegingsjacht» zich tot de uitspraak in uw brief van 12 oktober jongstleden dat beperkte bewegingsjacht een vorm is die de bezwaren die er zijn tegen het drijven in het algemeen (ecologische schade, verstoring, een niet-selectieve werking en dierenwelzijnsissues) wegneemt? Kunt u uw antwoord toelichten?4
Hoe verhouden de volgende twee uitspraken uit het Volkskrant-artikel zich tot elkaar en tot bovengenoemde stelling uit uw brief aan de Kamer van 12 oktober jongstleden dat beperkte bewegingsjacht geen ecologische schade aanricht en niet verstorend werkt: «de verstoring meeviel door de grote omvang van de jachtvelden» (uw ministerie volgens de Volkskrant) en deze vorm van jacht «toch een aanslag is op de natuur, en we willen de zwijnen niet teveel verstoren» (de voorzitter van de wildbeheereenheid Zuid-Oost Twente)?
Antwoord 6 en 7
Het doel van de gehouden bewegingsjacht in Zuid-Oost Twente was primair een inschatting maken van de omvang van de populatie wilde zwijnen die zich in de grensstreek met Duitsland ophoudt. Wilde zwijnen zijn lastig te tellen, omdat zij zich ophouden in dicht struikgewas dat voor mensen en aangelijnde honden niet of nauwelijks toegankelijk is. Door de bewegingsjacht werden de zwijnen beperkt opgejaagd en was het mogelijk ze beter te tellen. Deze telling werd in enkele jachtvelden gecombineerd met het afschot van wilde zwijnen (in totaal vier) om zo de populatie niet verder te laten groeien in het kader van preventie van de Afrikaanse varkenspest.
Vraag 8
Zit er wat u betreft een bovengrens aan het aantal jagers dat simultaan kan deelnemen aan één bewegingsjacht en zo ja, wat is die bovengrens?
Antwoord 8
Er was niet sprake van één bewegingsjacht, maar van meerdere bewegingsjachten in meerdere jachtvelden tegelijkertijd. Deze zijn uitgevoerd conform de Regeling preventieve maatregelen Afrikaanse varkenspest.
Vraag 9 en 10
Deelt u de mening dat het instrument bewegingsjacht met de grootste zorgvuldigheid moet worden ingezet en alleen als nut en noodzaak onomstotelijk vaststaat vanwege het zijn van een verregaande vorm van faunabeheer die niet voor niets is uitgesloten op grond van de Wet Natuurbescherming en die maatschappelijk gevoelig ligt?
Bent u van mening dat dit voorwaarden zijn, zie vraag 9, waar in het hierboven beschreven geval aan is voldaan? Zo ja, waarom wel?
Antwoord 9 en 10
De bewegingsjacht zoals bedoeld in de Regeling preventieve maatregelen Afrikaanse varkenspest heeft tot doel de populatie wilde zwijnen te verkleinen, teneinde het risico op een besmetting met het AVP-virus te minimaliseren. Uiteraard dient daarbij de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht te worden genomen, teneinde verstoring aan andere ecologische waarden zo veel mogelijk te voorkomen. Uit informatie verkregen van provincie en faunabeheereenheid concludeer ik dat hieraan in het beschreven geval is voldaan.
Vraag 11
Hebben er, naast de twee bewegingsjachten op wilde zwijnen in Brabant en Twente, meer bewegingsjachten plaatsgevonden en/of zijn er in de komende maanden meer voorzien en wat waren hiervan de resultaten?
Antwoord 11
In Noord-Brabant hebben op twee dagen twee bewegingsjachten plaatsgehad. Daarbij zijn in totaal tien wilde zwijnen afgeschoten. Mij zijn geen andere bewegingsjachten bekend dan de twee genoemde bewegingsjachten in Noord-Brabant en de in voorgaande antwoorden bedoelde bewegingsjachten in Zuid-Oost Twente.
Vraag 12
Bent u bereid de Kamer spoedig te informeren over de bewegingsjachten die hebben plaatsgevonden en/of in de komende maanden zijn voorzien?
Antwoord 12
Ik ben bereid de Kamer te informeren over de bewegingsjachten die hebben plaatsgevonden.
Vraag 13
Bent u bereid om op redelijke termijn de effectiviteit en proportionaliteit van de ministeriële regeling te evalueren en de Kamer te informeren over de uitkomsten hiervan?
Antwoord 13
Ik ben voornemens de Regeling preventieve maatregelen Afrikaanse varkenspest twee jaar na inwerkingtreding te evalueren op effectiviteit en proportionaliteit. Uw Kamer zal ik van de uitkomst van deze evaluatie op de hoogte stellen.