Uitstel beantwoording vragen van de leden Bergkamp en Raemakers over onduidelijkheid over de vergoeding van vruchtbaarheidsbehandelingen van lesbische en alleenstaande vrouwen
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2019D09346, datum: 2019-03-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1773).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van zaak 2019Z03656:
- Gericht aan: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Indiener: V.A. Bergkamp, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R. Raemakers, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1773
Vragen van de leden Bergkamp en Raemakers (beiden D66) aan de Minister voor Medische Zorg over onduidelijkheid over de vergoeding van vruchtbaarheidsbehandelingen van lesbische en alleenstaande vrouwen (ingezonden 22 februari 2019).
Mededeling van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 8 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vergoeding vruchtbaarheidsbehandeling lesbische vrouwen ter discussie»?1
Vraag 2
Klopt het dat lesbische en alleenstaande vrouwen tot verkort hun vruchtbaarheidsbehandeling wel vergoed kregen? Kunt u aangeven wat u verstaat onder «vruchtbaarheidsbehandeling»? Valt hier enkel kunstmatige inseminatie donorsperma (KID) onder of meer?
Vraag 3
Kunt u reageren op het toevoegen en later weer verwijderen van de zin «Als alleenstaande of homoseksueel met een kinderwens, krijgt u een vruchtbaarheidsbehandeling alleen vergoed als er een medische noodzaak is» door een zorgverzekeraar aan de polisvoorwaarden?2
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe u artikel 14, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet leest in het licht van KID voor alleenstaande of lesbische vrouwen?
Vraag 5
Welke criteria hanteert het Zorginstituut bij het beoordelen of een KID een «medische noodzaak» heeft?
Vraag 6
Hoe heeft het proces eruit gezien alvorens het Zorginstituut een standpunt innam? Met welke partijen heeft het Zorginstituut gesproken voordat zij hun standpunt innamen? Zijn de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) en de Adviescommissie Pakket (ACP) geconsulteerd? In hoeverre hebben maatschappelijke argumenten een rol gespeeld?3
Vraag 7
Bent u bereid om de precieze argumentatie van het Zorginstituut in deze kwestie naar de Kamer te sturen?
Vraag 8
Klopt het dat het Zorginstituut stelt dat als er sprake is van geen partner of een lesbische relatie waarbij gekozen wordt voor KID dit niet vergoed mag worden, omdat dit een sociale oorzaak heeft? Klopt het dat als in een heterokoppel de man «slecht» zaad heeft en gekozen wordt voor KID het Zorginstituut stelt dat dit wel mag worden vergoed? Hoe verhoudt dit verschil zich tot de Algemene wet gelijke behandeling?
Vraag 9
Deelt u de mening dat er nu sprake is van onduidelijkheid over het vraagstuk rondom de vergoeding van KID voor lesbische en alleenstaande vrouwen en dat deze onduidelijkheid onwenselijk is? Zo ja, bent u bereid hier een duidelijk standpunt over in te nemen? Zo ja, wanneer ontvangt de Kamer dit standpunt?
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen apart te beantwoorden?
Mededeling
De vragen van de Kamerleden Bergkamp (D66) en Raemakers (D66) over de vergoeding van vruchtbaarheidsbehandelingen van lesbische en alleenstaande vrouwen (2019Z03656) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.