[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van de Europese Commissie voor een verordening over spoorwegveiligheid bij een no-deal Brexit

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2019D09739, datum: 2019-03-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-2777).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -2777 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2019Z04658:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2777 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2019

Op 12 februari jl. publiceerde de Europese Commissie een wetgevend voorstel over spoorveiligheid voor het scenario waarin het Verenigd Koninkrijk (VK) zich terugtrekt uit de Europese Unie zonder terugtrekkingsakkoord (no-deal Brexit). Het gaat hier om een zogenaamde contingency maatregel voor het waarborgen van de spoorverbinding tussen het VK en de Europese Unie in geval van een no-deal Brexit.

Dit voorstel maakt onderdeel uit van het bredere pakket aan maatregelen dat door de Commissie is gepresenteerd ter voorbereiding van een no-deal Brexit. De snelheid van het Brusselse onderhandelingsproces noopt er in dit geval toe af te wijken van de gebruikelijke procedure en uw Kamer via deze brief in plaats van via een BNC-fiche te informeren. Dit is in lijn met de werkwijze voor gevallen waar een spoedige reactie van Nederland noodzakelijk is (Kamerstuk 22 112, nr. 2232).

Hierbij komt, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de kabinetsappreciatie van het voorstel van de Commissie voor een verordening over bepaalde aspecten van spoorwegveiligheid en connectiviteit in geval van een no-deal Brexit (COM (2019) 88) uw Kamer toe.

Inhoud voorstel

Het voorstel moet de continuïteit van de spoorverbinding tussen het VK en de Europese Unie (Kanaaltunnel) waarborgen in geval van een no-deal Brexit. Daartoe wordt voorgesteld om de geldigheid van de in het VK afgegeven veiligheidsvergunningen voor het beheer en de exploitatie van de grensoverschrijdende spoorinfrastructuur die het VK met de Unie verbindt, met 3 maanden te verlengen. Het voorstel is gericht op de binationale veiligheidsautoriteit die belast is met de toepassing van de veiligheidsvoorschriften van de Unie op de Kanaaltunnel. De overgangsperiode van 3 maanden moet gebruikt worden om het veiligheidssysteem van de Kanaaltunnel aan te passen aan de situatie waarbij het VK een derde land is geworden. Voorwaarde voor deze tijdelijke verlenging is dat het VK dezelfde veiligheidsnormen voor de spoorinfrastructuur in de Kanaaltunnel hanteert zoals die gelden in de EU.

Nederlandse positie

Nederland staat positief tegenover het voorstel. Nederland kent een spoorverbinding voor passagiers via de Kanaaltunnel met het VK (Eurostar) en heeft er direct belang bij dat de continuïteit van de spoorverbinding via de Kanaaltunnel bij een no-deal Brexit zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Daarnaast is het van belang dat er met het VK als derde land afspraken worden gemaakt over de spoorveiligheid van de Kanaaltunnel.

Krachtenveld

Het voorstel is politiek weinig controversieel. Wel is een aantal lidstaten voorstander om de voorgestelde duur van drie maanden met een aantal maanden op te rekken en om de reikwijdte van het voorstel uit te breiden tot het veiligheidscertificaat van ondernemingen en tot vergunningen voor machinisten. Mocht deze aanpassing noodzakelijk zijn om de continuïteit van de spoorverbinding te waarborgen dan kan Nederland zich hier flexibel in opstellen.

Bevoegdheid

Het voorstel is gebaseerd op art. 91(1) VWEU (gemeenschappelijk vervoerbeleid). Nederland kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. Het voorstel volgt de gewone wetgevingsprocedure, hetgeen betekent dat de Raad zal moeten instemmen met gekwalificeerde meerderheid, en dat het EP een medebeslissingsbevoegdheid heeft.

Subsidiariteit en proportionaliteit

Nederland heeft een positief oordeel over de subsidiariteit van het voorstel. Het voorstel biedt een tijdelijke maatregel voor de vergunningen over spoorveiligheid waar reeds Europese regels over bestaan. Het (tijdelijk) optreden van de Unie met het oog op een no-deal Brexit vergemakkelijkt de uniforme toepassing van de veiligheidseisen op spoorgebied. Deze maatregel vormt een aanvulling op bestaand Unierecht in het licht van een no-deal Brexit. Een dergelijke maatregel kan alleen op het niveau van de Unie worden genomen.

Nederland heeft een positief oordeel over de proportionaliteit van het voorstel. Het voorstel heeft een tijdelijk karakter (3 maanden) en zal niet van toepassing zijn wanneer een terugtrekkingsakkoord met het VK in werking is getreden op de datum dat de Verdragen krachtens artikel 50 VEU niet meer van toepassing zijn op en in het VK. Het voorstel is bedoeld om continuering van de spoorverbinding door de Kanaaltunnel direct na de Brexit te waarborgen.

Financiële gevolgen

Op nationaal niveau zijn er geen financiële gevolgen, dit geldt ook voor het EU-budget.

Implicaties voor handhaving en uitvoering

Het voorstel heeft voor Nederland geen implicaties voor de handhaving en uitvoering.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer