Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het bericht dat de biggensterfte in Nederland is toegenomen in plaats van afgenomen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D09819, datum: 2019-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-1817).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z00157:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: F.W. Futselaar, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1817
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat de biggensterfte in Nederland is toegenomen in plaats van afgenomen (ingezonden 9 januari 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 12 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van het programma Nieuwsuur van 7 januari 2019 waarin werd gesteld dat inmiddels jaarlijks ruim vijf miljoen biggen voortijdig sterven ondanks afspraken met de sector dat dit aantal omlaag moet? Zo ja, wat is uw reactie op dit bericht?1
Antwoord 1
Ja. De hoge sterfte onder biggen is een probleem en daar moet verbetering in komen. Niet voor niets is de zorg voor jonge dieren expliciet onderdeel van mijn beleidsbrief Dierenwelzijn die ik 4 oktober 2018 naar uw Kamer heb gestuurd. De verdere daling van de biggensterfte blijft een belangrijke zaak.
Vraag 2
Deelt u de mening van verschillende experts dat de belangrijkste sleutel voor het terugdringen van de biggensterfte ligt in het aanpassen van fokprogramma’s, omdat op dit moment de biologische grenzen van het aantal biggen per worp teveel zijn opgerekt?
Antwoord 2
Er zijn meerdere factoren die meespelen bij biggensterfte. Het uitgangspunt van het plan van aanpak «Verlaging biggenuitval» is dat een zeug zelfstandig haar biggen kan grootbrengen. Aandacht in fokkerij voor moedereigenschappen en bigvitaliteit is een belangrijk punt om de biggenuitval te verlagen.
Vraag 3
Ziet u daarnaast nog kansen in de verbetering van leefomstandigheden van pasgeboren biggen om de overlevingskans te vergroten? Zo ja, welke maatregelen zijn volgens u het meest kansrijk?
Antwoord 3
Het is van belang dat pasgeboren biggen de zorg krijgen die ze nodig hebben en dat de zeug in staat is haar biggen zelf groot te brengen. Hiervoor is het nodig dat de omstandigheden van de zeug voor, tijdens en na het werpen van de biggen goed geregeld is. Hiervoor is in 2018 de checklist bigvitaliteit, als onderdeel van het plan van aanpak «Verlaging biggenuitval», opgesteld. De checklist geeft inzicht in verbeterpunten op het bedrijf. De focus ligt daarbij op een goede gezondheid, management, huisvesting in de kraamstal, huisvesting van guste en dragende zeugen, voeding en opvang en adaptatie van opfokzeugen.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat we kunnen spreken van een mislukking op het gebied van de gezamenlijke ambitie uit 2009 om biggensterfte naar beneden te brengen, aangezien we nu, tien jaar later, moeten constateren dat het percentage dode biggen in de periode alleen maar is gestegen?
Deelt u de mening dat er feitelijk tien jaren verloren zijn gegaan als het gaat om bestrijden van biggensterfte?
Antwoord 4 en 5
De hoge biggensterfte is een reden tot zorg, zoals ik ook heb geschreven in de brief dierenwelzijn van 4 oktober 2018 (Kamerstuk 28 286, nr.991) heeft dit mijn aandacht. Naast de ingezette acties rondom bigvitaliteit wil ik een benchmark op laten zetten binnen de varkenssector welke gericht is op het verminderen van de biggensterfte. Door de sterfte van jonge dieren onderling tussen de bedrijven inzichtelijk te maken, zullen ondernemers gemotiveerd zijn om in te zetten op de vermindering van biggensterfte.
Vraag 6, 7 en 8
Onderschrijft u de woorden «Dan komt inderdaad het punt in zicht waarop je als overheid zegt: ja, sorry, we hebben het geprobeerd met afspraken maar dat heeft niet gewerkt» van de Staatssecretaris in 2016 over het gebrek aan voortgang in het bestrijden van biggensterfte door de sector zelf?2
Deelt u de mening dat inmiddels het punt is bereikt dat vrijblijvende afspraken met de sector geen optie meer zijn?
Bent u bereid om op korte termijn een brief aan de Kamer te sturen waarin u aangeeft welke aanvullende maatregelen u gaat nemen om ervoor te zorgen dat de biggensterfte wordt teruggedreven?
Antwoord 6, 7 en 8
Ik zal u, conform mijn toezegging in het debat Dieren in de veehouderij van 24 januari jl., in het voorjaar informeren over de voortgang van de activiteiten gericht op betere zorg voor het jonge dier.