De operationeel expert in de praktijk
Politie
Brief regering
Nummer: 2019D09896, datum: 2019-03-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-865).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -865 Politie.
Onderdeel van zaak 2019Z04713:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-03-14 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-28 11:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-04-17 14:30: Politie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-04 19:00: Politie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 628 Politie
Nr. 865 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2019
Conform mijn toezegging tijdens het plenaire debat over de evaluatie van de Politiewet 2012 d.d. 12 december 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 35, item 13) informeer ik uw Kamer hierbij nader over de functie van operationeel expert (OE) in de praktijk.
Ik wil deze kwestie adresseren door eerst in te gaan op de rol van de operationeel expert in het sturingsmodel van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). Daarna zal ik kort in gaan op een aantal relevante en recente rapportages en onderzoeken waarin de uitoefening van de functie van operationeel expert aan de orde komt en knelpunten worden geadresseerd. Ik zal daarbij aangeven hoe ik met deze knelpunten zal omgaan. Tot slot zal ik in gaan op de doorontwikkeling van de functie van de operationeel expert.
Het sturingsmodel LFNP en de plek van de Operationeel Expert daarin
Met de vaststelling van het LFNP op 15 april 2013 komen in de Nederlandse politieorganisatie uitsluitend functies voor uit dit gebouw. Met het vaststellen van het LFNP is het aantal functies binnen de politie terug gebracht van 7.100 naar 94. Dit vanuit het oogpunt van het verminderen van de beheerslast, vergroten van efficiency, vereenvoudiging en het vormgeven van één Korps. In het LFNP is gebroken met het idee dat leidinggevende taken alleen door (formele) leidinggevenden worden uitgevoerd. Het LFNP kent een sturingsmodel waarin sprake is van gedeeld leiderschap, vanuit het domein Leiding (van teamchef tot korpschef) in samenspel met de functies van operationeel expert (OE), operationeel specialist (OS) uit het domein Uitvoering en de bedrijfsvoeringsspecialist (BS) uit het domein Ondersteuning. De OE, de OS en de BS zijn belast met de operationele sturing. De bedoeling van deze invulling van het leiderschap is dat medewerkers meer ruimte krijgen om naar eigen inzicht te handelen en autonomer te worden. De aansturing op het bereiken van resultaten wordt op deze manier zo effectief en efficiënt mogelijk, dus zo dicht mogelijk in de uitvoering georganiseerd.
Met mijn brief van 28 november 20181 informeerde ik u al over de functie van de operationeel expert, zoals deze in het LFNP is omschreven (zie voor de volledige functieomschrijving de bijlage)2. De operationeel expert draagt zorg voor de operationele sturing, niet alleen in de basisteams en de opsporing, maar ook in alle andere vakgebieden in het domein uitvoering (m.u.v. Luchtvaart en Operationeel Specialismen en Operationeel Begeleider). De operationeel expert is daarbij ondersteunend aan de teamchef, die eindverantwoordelijk is voor de prestaties van het team. Een deel van het werk van de operationeel expert heeft een administratief karakter. In het kader van de operationele sturing is hij verantwoordelijk voor plannen van aanpak zodat de mensen die hij aanstuurt een kader hebben waarbinnen zij hun werk uitvoeren. Hoewel administratief van karakter, zijn deze werkzaamheden ook onderdeel van het operationeel proces en dragen bij aan een effectieve en doeltreffende aanpak van een operationeel vraagstuk. Daarnaast voeren de operationeel experts resultaat-, voortgangs- en functioneringsgesprekken.
Relevante onderzoeken over de operationeel expert
Met name over het functioneren van de operationeel expert in de gebiedsgebonden politiezorg (GGP) is in het afgelopen jaar het een en ander geschreven. In het afsluitende onderzoek naar de vorming van de Nationale Politie constateert de Inspectie van Justitie en Veiligheid3 dat bijna alle posities van de operationeel specialisten en de operationeel experts binnen de basisteams bezet waren. Om zodoende het sturingsmodel in werking te brengen en de teamchef verder te ontlasten. De inspectie constateerde dat de operationeel experts en specialisten wel vaak pas kort in de basisteams werkzaam waren en nog in hun rol moesten groeien. Daarbij was het voor hen en voor de andere medewerkers nog niet altijd duidelijk welke positie zij hadden. In de GGP kan in de praktijk onderscheid gemaakt worden tussen de operationeel expert met het werkterrein wijkagent en de operationeel expert GGP zonder dit werkterrein. De operationeel expert met het werkterrein wijkagent is primair wijkagent. Hij verricht wel enige coördinatie, gericht op de werkzaamheden in het belang van de wijk, maar – anders dan de OE GGP zonder dit werkterrein – oefent hij geen operationele aansturing uit als ondersteuning van de teamchef.
Dat het in de praktijk voor de operationeel expert in de GGP nog zoeken is naar de juiste rolverdeling ten opzichte van de teamchef en andere collega’s wordt bevestigd in het recent verschenen en aan u aangeboden onderzoek van de Politieacademie «Wijkagenten en veranderingen in hun dagelijks werk».4 Dit signaal komt ook naar voren in het onderzoek naar de werkbelasting en baantevredenheid bij de politie.5 Dit onderzoek beschrijft ook dat deze rolonduidelijkheid, naast de administratieve lastendruk, van invloed is op de ervaren werkdruk.
In reactie op het Inspectierapport gaf ik al aan dat de politie in de fase van doorontwikkelen en verbeteren zit; het eigen maken van de beoogde wijze van uitoefenen van gebiedsgebonden politiezorg en het realiseren van een cultuuromslag – van een focus op incidentafhandeling naar een oriëntatie op probleem – en wijkgericht werken.6 De politie geeft hier invulling aan in het kader van de ontwikkelagenda GGP. Een van de interne opgaven van deze ontwikkelagenda is dan ook om binnen de basisteams de samenwerking tussen de verschillende functies te verbeteren. Zo organiseert de politie dagen waarop gewerkt wordt aan vakontwikkeling, in het bijzonder op het gebied van de aansturing van teams en de rol van de operationeel expert en operationeel specialist daarbij.
Medio 2018 is de politie gestart met het onderzoek «Inventarisatie knelpunten domein leiding LFNP». Doel van het onderzoek is om in beeld te brengen of er knelpunten bestaan en welke, om leiding (in samenhang met andere functies waarin leidinggevende elementen belegd zijn) conform de ontwerpprincipes LFNP op een juiste wijze in de praktijk in te richten en uit te voeren. Ofwel: is het bij de oprichting van de Nationale Politie gekozen sturingsmodel vanuit het LFNP werkbaar als het op een juiste wijze wordt vervuld? Uitdrukkelijk wordt in het onderzoek aandacht besteed aan de rol van de operationeel expert in relatie tot de formele leidinggevende rol van de teamchef. Naast desk research is er gesproken met ca. 100 medewerkers in relevante functies, ook buiten de GGP. Het rapport hierover wordt voor de zomer afgerond. Ik kan na bespreking van het rapport met de vakorganisaties nader in gaan op de onderzoeksresultaten en de conclusies die de politie hieraan verbindt. Ik zal u hierover in mijn halfjaarbericht nader informeren.
Doorontwikkeling van de functie operationeel expert
Tot slot is voor de functie van de operationeel expert van belang te melden dat in het arbeidsvoorwaardenakkoord sector politie 2018–2020 is afgesproken dat er een passender opleidingsniveau aan de functie van operationeel expert wordt gekoppeld. Naar aanleiding van de afspraken in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2015–2017 is onderzoek gedaan naar het noodzakelijke opleidingsniveau voor functies op het niveau operationeel expert. Uit dat onderzoek is gebleken dat de opleidingseis Associate Degree (AD) het best passend is. Tot nu is aan de functie een opleidingseis MBO-4 gekoppeld. Afgesproken is dat deze afspraak binnen de looptijd van het huidige arbeidsvoorwaardenakkoord wordt uitgewerkt: de functiebeschrijvingen worden aangepast en er wordt een passende opleiding gezocht of ontwikkeld die in het bijbehorende opleidingsprofiel wordt opgenomen. De resultaten van de knelpunteninventarisatie domein leiding worden hierin meegenomen. De uitwerking raakt tevens aan het vormgeven van loopbaanperspectieven voor medewerkers in deze functie, waar in het kader van het arbeidsvoorwaardenakkoord ook nadere uitwerking aan gegeven zal worden.
Resumerend
De uitoefening van de functie van operationeel expert in de praktijk is bij de politie nog in ontwikkeling. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat de organisatie zich nog aan het ontwikkelen is in de richting zoals beoogd is met Nationale Politie. Ik constateer dat dit nog enige tijd zal vergen. Tegelijkertijd zie ik dat de politie de aanknopingspunten voor verbetering oppakt en meeneemt in de doorontwikkeling van de functie operationeel expert. Ik ga hierover graag nader met u in debat in het AO Politie.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus