Reactie op het verzoek, gedaan tijdens het VAO Inburgering en Integratie van 6 maart 2019, over het beleid en de rechten van arbeidsmigranten omtrent huisvesting
Migratiebeleid
Brief regering
Nummer: 2019D09980, datum: 2019-03-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30573-172).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 30573 -172 Migratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z04750:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-03-14 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-21 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-01-27 11:30: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-04-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-09-16 13:00: Volkshuisvestelijke en ruimtelijk ordeningsaspecten (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
30 573 Migratiebeleid
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 172 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2019
Tijdens het VAO Inburgering en Integratie van 6 maart 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 59, VAO Inburgering en integratie) heeft uw Kamer verzocht om geïnformeerd te worden over het beleid en de rechten van arbeidsmigranten omtrent huisvesting. In deze brief zal ik, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ingaan op dit verzoek.
Relatie werknemer en werkgever
Werknemers uit het buitenland vervullen een belangrijke rol binnen onze economie en zijn essentieel voor de continuïteit in specifieke sectoren. Dit doen zij enerzijds door piek- en seizoensdrukte op te vangen en anderzijds door werk te verrichten waar binnen Nederland niet voldoende of geen geschikte arbeidskrachten voor te vinden zijn. Het is van belang dat deze mensen op een kwalitatieve manier worden gehuisvest.
Voor deze werknemers geldt dat zij in veel gevallen in het buitenland actief worden geworven voor het werk in Nederland. In veel gevallen hebben zij daardoor geen of weinig connecties in ons land. Werkgevers kunnen in die gevallen hun werknemers helpen aan huisvesting. Daarmee wordt voorkomen dat mensen zonder enig uitzicht op huisvesting naar Nederland komen en op straat belanden.
Bij het verzorgen van de huisvesting kan de werkgever verschillende rollen vervullen. Zo kan hij voor de werknemer bemiddelen, maar kan de werkgever ook zelf huisvesting aanbieden of hier met andere partijen afspraken over maken. Het gaat daarbij primair om de eerste huisvesting bij aankomst in Nederland. Bij langer verblijf acht ik het wenselijk dat de werknemer voor huisvesting minder afhankelijk wordt van de werkgever. Wel kan de werkgever de werknemer informeren over de mogelijkheden voor huisvesting.
Ik acht het onwenselijk dat werknemers volledig afhankelijk worden van hun werkgever of dat werkgevers de huisvesting als verdienmodel inrichten. Ik vind het van belang dat voldoende gewaarborgd is dat werknemers ten minste het wettelijk minimumloon ontvangen. Daarom is op 1 januari 2017 het artikel van de Wet aanpak schijnconstructies (Was) in werking getreden dat inhoudingen op en verrekeningen met het wettelijk minimumloon verbiedt. Onder strikte voorwaarden zijn wel inhoudingen mogelijk voor zorgverzekering en huisvesting.
Inhoudingen voor huisvesting op basis van een schriftelijke volmacht zijn toegestaan tot maximaal 25% van het minimumloon, mits de verhuurder is gecertificeerd door een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde certificerende instelling (CI). De certificering moet plaatsvinden overeenkomstig bij cao vastgestelde normen betreffende de kwaliteit van huisvesting van werknemers. Een voorbeeld van een dergelijk keurmerk op basis van cao-eisen is het keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen.
Realiseren van voldoende huisvesting
Om arbeidsmigranten te huisvesten moet er lokaal voldoende plek zijn waar deze mensen kunnen wonen. Ik stuur met onder andere de Nationale Woonagenda en de woondeals op het vergroten van het aanbod van woningen in zijn totaliteit. De uiteindelijke samenstelling van de voorraad kan het beste op lokaal niveau gemaakt worden. Daar is immers het beste zicht op de behoefte en de mogelijkheden.
Specifiek voor arbeidsmigranten is het van belang dat gemeenten, werkgevers en huisvesters samen het gesprek aangaan om de behoefte en de mogelijkheden in kaart te brengen. Daarbij hebben gemeenten al veel mogelijkheden om bijvoorbeeld tijdelijke huisvesting te realiseren, die ook voor deze doelgroep uitermate geschikt kan zijn. Ook kan een gemeente regels stellen aan het verkameren van woningen in de huisvestingsverordening. Op die manier wordt er in heel Nederland al veel huisvesting gerealiseerd.
Ik ondersteun gemeenten door goede voorbeelden en kennis te delen. Zo is recentelijk de publicatie «Aan de slag met flexwonen!» gepubliceerd die gemeenten helpt om de doelgroepen voor flexwonen in kaart te brengen en op zoek te gaan naar mogelijkheden om flexibele huisvesting te realiseren. Ook heeft het Expertisecentrum Flexwonen zijn handreiking over het tot stand brengen van goede huisvesting – de zogenaamde routekaart – geüpdatet.
Rechten van arbeidsmigranten
Arbeidsmigranten met een huurcontract hebben dezelfde rechten als Nederlandse huurders. Dat betekent onder andere dat zij hun huurprijs kunnen laten toetsen bij de Huurcommissie en dat zij niet zomaar uit hun woning kunnen worden gezet. Het staat de arbeidsmigrant ook altijd vrij om zelf op zoek te gaan naar een woning.
Conclusie
Arbeidsmigranten zijn net zo goed een onderdeel van onze samenleving als iedere andere Nederlander. Zij houden belangrijke industrieën in Nederland draaiende en het is daarom belangrijk dat zij goed worden gehuisvest. In de wet is vastgelegd dat huisvestingskosten niet zomaar mogen worden ingehouden en dat de huisvesting van voldoende kwaliteit moet zijn.
Ik acht het tot op zekere hoogte wenselijk dat werkgevers hun werknemers uit het buitenland helpen bij het vinden van een eerste woning. Of dat nu vanuit een bemiddelende rol is of door zelf huisvesting aan te bieden. Daarnaast moet op lokaal niveau het gesprek gevoerd worden over de behoefte en de mogelijkheden. Samen kan er gekomen worden tot innovatieve oplossingen en kan voldoende kwalitatieve huisvesting voor deze groep gerealiseerd worden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren