Reactie op het verzoek van het lid Bergkamp, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 12 maart 2019, over het bericht ‘Nederlandse instanties onzorgvuldig na indienen rechtshulpverzoek aan Thailand’
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2019D10978, datum: 2019-03-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VI-97).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VI-97 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2019Z05275:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-03-21 14:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-28 11:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-04-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019
Nr. 97 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2019
Op maandag 11 maart jl. publiceerde de Nationale ombudsman zijn rapport 2019/014, getiteld «Een onderzoek naar het handelen van het Openbaar Ministerie, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de politie na het uitbrengen van een rechtshulpverzoek aan Thailand». In de regeling van werkzaamheden van 12 maart jl. is door het lid Bergkamp (D66) verzocht om een schriftelijke reactie op dit rapport (Handelingen II 2018/19, nr. 61).
Ik heb kennisgenomen van de inhoud van dit rapport en de conclusies die de Nationale ombudsman daarin trekt. De Nationale ombudsman heeft mij bij het aanbieden van zijn rapport uitgenodigd om samen met de voorzitter van het College van procureurs-generaal over de inhoud ervan van gedachten te wisselen. Vanzelfsprekend ga ik op die uitnodiging in.
Het past mij niet uw Kamer een inhoudelijke reactie op het rapport te sturen voordat ik, samen met de voorzitter van het College van procureurs-generaal, het gesprek met de Nationale ombudsman heb gevoerd. Dit gesprek is gepland op donderdag 21 maart aanstaande, mijn inhoudelijke reactie op het rapport ontvangt u op korte termijn nadat dit gesprek heeft plaatsgevonden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus