Reactie op het verzoek van het lid Klaver, gedaan tijdens het debat over de doorrekening door het PBL en het CPB van het Klimaatakkoord op 14 maart 2019, over het verhogen van de belastingvermindering in de energiebelasting
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017)
Brief regering
Nummer: 2019D10982, datum: 2019-03-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-34552-88).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Snel, staatssecretaris van Financiƫn
Onderdeel van kamerstukdossier 34552 -88 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) .
Onderdeel van zaak 2019Z05276:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiƫn
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-03-21 14:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-26 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-09-02 00:00: Dertigledendebat over de voortgangsrapportage van het PBL inzake het behalen van de Urgendadoelen (Plenair debat (dertigledendebat)), TK
- 2019-09-16 00:00: Debat over de stijging van de energienota (Plenair debat (debat)), TK
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017)
Nr. 88 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIĆN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15Ā maart 2019
De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft, conform zijn toezegging tijdens het plenaire debat gisteravond in de Tweede Kamer, een verzoek van de heer Klaver aan mij doorgeleid (Handelingen II 2018/19, nr. 63). Het gaat om het verzoek om te bekijken of een verhoging van de belastingvermindering in de energiebelasting (hierna: EB) per 1Ā juli 2019 mogelijk is en daar uiterlijk maandag aanstaande op te reageren.
Ik wil benadrukken dat het voorstel ook op mijn sympathie kan rekenen. Ik heb dan ook geĆÆnventariseerd of dit op enige manier mogelijk kan worden gemaakt. Van belang is echter dat voor het snelst mogelijke proces een aantal stappen moeten worden gezet. Hieronder licht ik toe welke stappen dat zijn.
Om de belastingvermindering in de energiebelasting per 1Ā juli 2019 te verhogen, is een aanpassing van de Wet belastingen op milieugrondslag (hierna: Wbm) nodig. Het doen van een uitvoeringstoets door de Belastingdienst is daar een belangrijk onderdeel van. Het is echter nu al duidelijk dat in het kader van de uitvoeringstoets er met betrekking tot de gewenste wijziging een aantal beperkingen naar voren zal komen.
Het verhogen van de belastingvermindering in de EB lopende dit kalenderjaar vergt bijvoorbeeld een extra rubriek op het aangifteformulier en in de systemen voor de heffing en de teruggaven van de energiebelasting. Het gaat dus om een structuurwijziging die voor de Wbm een doorlooptijd van minimaal zes maanden kent. Daarmee is invoering voor het lopende belastingjaar niet haalbaar.
Daarnaast heeft een aanpassing van de belastingvermindering ook gevolgen voor de afhandeling van verzoeken om teruggaaf van EB. De hiervoor benodigde beschikkingen (ongeveer 18.000 per jaar) moeten dan worden herzien. De Wbm kent namelijk diverse teruggaafregelingen voor de EB, onder meer voor bepaalde ANBIās en energie-intensieve verbruikers. Dit zou voor de Belastingdienst tot veel extra complexiteit in de uitvoering leiden.
Ten slotte wil ik ook nog opmerken dat ik naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer contact heb opgenomen met Energie Nederland. Energiebedrijven kunnen technisch gezien onder bepaalde veronderstellingen een wetswijziging, waarbij de belastingvermindering wordt verhoogd gedurende dit kalenderjaar, doorvoeren. Maar daarbij zal gelden dat een teruggave slechts via de eindafrekening mogelijk is. In veel gevallen, afhankelijk van de datum van de jaarafrekening, zal dat pas in 2020 kunnen geschieden.
Gelet op het voorgaande acht ik het helaas niet haalbaar het voorstel in dit kalenderjaar uit te voeren.
De Staatssecretaris van Financiƫn,
M. Snel