[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika, inzake toegang tot en gebruik van faciliteiten op Curaçao voor humanitaire bevoorradingen bedoeld voor de bevolking van de Bolivariaanse Republiek Venezuela; Willemstad, 15 maart 2019

Ter kennisname voorgelegde Verdragen

Brief regering

Nummer: 2019D10983, datum: 2019-03-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30952-330).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30952 -330 Ter kennisname voorgelegde Verdragen.

Onderdeel van zaak 2019Z05277:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

30 952 Ter kennisname voorgelegde Verdragen

Nr. 330 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2019

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en zoals eerder met de Tweede Kamer gecommuniceerd, moge ik u hierbij ter kennis brengen het op 15 maart 2019 te Willemstad tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika, inzake toegang tot en gebruik van faciliteiten op Curaçao voor humanitaire bevoorradingen bedoeld voor de bevolking van de Bolivariaanse Republiek Venezuela (Trb. 2019, nr. 46).

De humanitaire noden in Venezuela zijn hoog. De noodlijdende Venezolaanse bevolking heeft dringend hulp nodig, zoals medicijnen en voedsel, in Venezuela en in buurlanden. Door dit verdrag kan Curaçao een knooppunt zijn bij het bieden van humanitaire hulp. Essentie van de afspraken die in dit verdrag zijn vastgelegd is het humanitaire karakter van de hub en de civiele aard van de operatie.

Ingevolge artikel 7, onderdeel c, van genoemde Rijkswet behoefde dit verdrag niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok