[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onderhandelaarsakkoord herzien prudentieel kader beleggingsondernemingen

Wet- en regelgeving financiële markten

Brief regering

Nummer: 2019D11203, datum: 2019-03-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32545-102).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32545 -102 Wet- en regelgeving financiële markten.

Onderdeel van zaak 2019Z05390:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

32 545 Wet- en regelgeving financiële markten

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2019

Met deze brief wil ik uw Kamer – conform de informatieafspraken1 – informeren over het feit dat er een akkoord is bereikt in de triloogfase van de onderhandelingen over een herzien prudentieel kader voor beleggingsondernemingen, bestaande uit de nieuwe verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen (de Investment Firm Regulation, «IFR») en de richtlijn prudentieel toezicht op beleggingsondernemingen (de Investment Firm Directive, «IFD»).

De technische details van dit akkoord zijn op 12 maart jl. aan de lidstaten verstrekt. Deze zijn nog niet definitief, maar zullen naar verwachting materieel niet meer wijzigen. Het Roemeense voorzitterschap streeft ernaar om het akkoord op woensdag 20 maart a.s. in Coreper ter besluitvorming voor te leggen. Het akkoord wordt vervolgens doorgeleid naar de Raad. Indien zowel een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten als een meerderheid van het Europees parlement zich achter het akkoord schaart, zijn de verordening en richtlijn aangenomen.

Op de voor Nederland belangrijkste elementen sluit de uitkomst van de triloogonderhandelingen, op enkele beperkte wijzigingen na, aan bij het Raadsakkoord van 7 januari jl., waarover ik uw Kamer op 17 december jl.2 en 31 januari jl.3 heb geïnformeerd. Ten aanzien van het MiFIR 3e landen beleid zijn nog enkele aanvullende waarborgen geïntroduceerd. Nederland heeft in deze discussie ingezet op een proportionele versterking van dit equivalentieregime. Het voorliggende compromisvoorstel voldoet hier wat Nederland betreft aan.

Het akkoord bevindt zich daarmee binnen de Nederlandse inzet, zoals verwoord in het BNC-fiche van 16 februari 20184 en antwoorden op de schriftelijke vragen van 17 juli jl.5 Om die reden ben ik voornemens om in Coreper in te stemmen met het akkoord. Mijn verwachting is dat een ruime meerderheid van de lidstaten het akkoord zal ondersteunen.

De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra


  1. Zie mijn brief van 17 juli 2018 (Kamerstuk 32 545, nr. 83).↩︎

  2. Kamerstuk 32 545, nr. 99.↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-07, nr. 1569.↩︎

  4. Kamerstuk 22 112, nr. 2485.↩︎

  5. Kamerstuk 32 545, nr. 83.↩︎