Uitstel beantwoording vragen van het lid Van der Lee over het bericht dat van voorgestelde CO2-malus mogelijk niets overblijft als de ETS-prijs verder doorstijgt
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2019D11743, datum: 2019-03-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2013).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van zaak 2019Z03763:
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2013
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat van voorgestelde CO2-malus mogelijk niets overblijft als de ETS-prijs verder doorstijgt (ingezonden 25 februari 2019).
Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 25 maart 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Met nieuwe PBL-cijfers daalt CO2-boete naar nul»1
Vraag 2
Hoe interpreteert u de tekst uit het Klimaatakkoord over de voorgestelde CO2-malus?
Vraag 3
Komt volgens u deze boete als hij in de toekomst opgelegd wordt aan een bedrijf bovenop de vigerende prijs voor CO2 in het Europese Emissiehandelssysteem (ETS)? Of bedraagt deze boete het verschil tussen de vigerende ETS-prijs en 30 euro per ton CO2, waarover in de tekst van de industrietafel wordt gesproken?
Vraag 4
Denkt u dat de interpretatie mogelijk is dat door een stijgende ETS-prijs er een moment kan komen, waardoor de CO2-boete de facto nul euro kan bedragen?
Vraag 5
Bent u met mij van mening dat dit ten alle tijden voorkomen dient te worden, omdat er dan geen enkele stok meer achter de deur staat om bedrijven aan te zetten overeengekomen CO2-reductieplannen te realiseren?
Vraag 6
Is de mogelijkheid dat de malus verrekend wordt met de ETS-prijs mede een verklaring voor het feit dat u in de begeleidende brief bij het Klimaatakkoord aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft gevraagd om ook de effecten van een malus van 100 euro per ton CO2 uit te rekenen?
Vraag 7
In het referentiescenario van de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017 zit een substantieel lagere ETS-prijs dan de markt in het afgelopen jaar heeft laten zien. Is het u bekend of dit scenario het uitgangspunt is geweest bij het vaststellen van 30 euro als bedrag voor de malus, of heeft men ook al naar de reële marktprijs gekeken?
Vraag 8
Bij de vaststelling van het pad voor de CO2-minimumprijs voor de elektriciteitssector is duidelijk gekeken naar de meer reële marktprijsontwikkeling, hebben de industrie- en elektriciteitstafel wel gewerkt met dezelfde ETS-prijs? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Erkent u dat een CO2-belasting bovenop ETS niet dezelfde interpretatieproblemen oplevert als dit malussysteem en er ook niet toe leidt dat er de facto nul euro extra betaald zou hoeven worden voor de uitstoot?
Vraag 10
Bent u bereid het PBL nogmaals expliciet de opdracht te geven om in haar doorrekening een recente ETS-prijs te gebruiken en ook de varianten te onderzoeken waarin de malus van 30 en 100 euro niet verrekend worden met de vigerende ETS-prijs, naast de varianten waarin er wel een verrekening plaatsvindt?
Vraag 11
Bent u niet met mij van oordeel dat het beter is om te kiezen voor een juist vormgegeven CO2-belasting, die eerlijk, eenvoudig en effectief is, ten opzichte van een complexe malussysteem dat aanvechtbaar is en ook voor individuele bedrijven in de toekomst blijft?
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen voor 5 maart 2019 te beantwoorden?
Mededeling
Op 22 februari jl. heeft hebben de leden Moorlag en Assscher (beiden PvdA) vragen gesteld naar aanleiding van een artikel in NRC Handelsblad inzake «Met nieuwe PBL-cijfers daalt CO2-boete naar nul» (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2014). Op dezelfde dag heb ik ook vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) ontvangen over hetzelfde onderwerp (kenmerk 2019Z03763).
Vanwege de voor de beantwoording benodigde afstemming binnen het kabinet kunnen deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
NRC Next, d.d. 22 februari 2019↩︎