Verslag van een schriftelijk overleg over onder andere uitstel examens Nederlands als tweede taal
Integratiebeleid
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2019D11901, datum: 2019-03-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32824-260).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Alberts, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 32824 -260 Integratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z05705:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-03-26 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-28 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-01-21 10:00: Extra-procedurevergadering commissie OCW Groslijst controversieel verklaren (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2021-01-28 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2023-09-06 11:30: Extra procedurevergadering commissie OCW (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-09-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 824 Integratiebeleid
Nr. 260 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 25 maart 2019
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over:
– de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 oktober 2018 over uitstel examens Nederlands als tweede taal (Kamerstuk 32 824, nr. 237);
– de lijst van vragen en antwoorden over uitstel examens Nederlands als tweede taal (Kamerstuk 32 824, nr. 242)
– de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 december 2018 in reactie op een brief van een docent Nt2 (2018D60355).
De vragen en opmerkingen zijn op 11 februari 2019 aan Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 22 maart 2019 zijn de vragen, voorzien van een inleiding, beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie,
Alberts
Inleiding
Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doe ik u hierbij de antwoorden op de vragen van enkele fracties toekomen op de brief over uitstel examens Nederlands als tweede taal (32 824, nr. 237), de brief met de lijst van vragen en antwoorden over uitstel examens Nederlands als tweede taal (32 824, nr. 242) en de brief in reactie op een brief van docent Nt2 (2018D60355).
Ik ben verheugd uw Kamer te laten weten dat het CvTE voor 1 augustus 4 unieke examens voor Programma I en Programma II kan afnemen. De uitslag van deze examens volgt met oog op de start van het nieuwe schooljaar voor 1 september. Met inspanningen van het CvTE, DUO, de toetsontwikkelaars en de beoordelaars is dit mogelijk gemaakt. Dit is mogelijk binnen de beschikbare financiële middelen. Eerder heb ik uw Kamer laten weten dat tenminste 2 unieke examens per programma voor de zomer zouden plaatsvinden.
In aanvulling daarop geef ik u hierbij een antwoord op de vraag van 14 maart jl. van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waarom ik pas in juni 2019 verwacht uw Kamer te informeren over de afname van het Staatsexamen Nt2 in de tweede helft van 2019 en verder. Zoals in mijn brief van 19 februari jl. (Kamerstuk 32 824, nr. 246) aangegeven, is mijn ambitie om jaarlijks voor Programma I en Programma II 8 afnames te realiseren. De benodigde financiële middelen zal ik binnen de onderwijsbegroting vinden. Formele besluitvorming vindt daarover plaats bij de voorjaarsbesluitvorming die juni 2019 openbaar zal worden. Om die reden kan ik formeel gezien pas in juni 2019 over de afnames in de tweede helft van 2019 en verder uw Kamer informeren.
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de Minister op de feitelijke vragen inzake uitstel van examens Nederlandse taal en fraude met inburgeringsexamens. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden zijn positief dat de Minister gaat werken met unieke examens om fraude te voorkomen. Zij vragen zich wel af welke actie wordt ondernomen richting personen die willens en wetens illegaal beeldopnames hebben gemaakt, geproduceerd of verspreid. Mogen de leden ervan uitgaan dat zij niet alleen via het strafrecht worden aangepakt, maar ook dat hun examen (en mogelijk de daarmee verkregen papieren zoals een inburgeringsdiploma) ongeldig worden verklaard en zij dit zullen moeten overdoen?
De Minister geeft aan dat er minder afnamemomenten voor het examen zullen zijn. De leden vragen hoeveel afnamemomenten er per jaar zijn en welke invloed dit heeft op de capaciteit voor het afnemen van examens.
De leden constateren dat door vermindering van het aantal afnamemomenten het langer kan duren voor een (her-)kansing mogelijk is. Welke gevolgen verwacht de Minister dat dit heeft voor de gemiddelde duur van het traject vanaf het begin van de cursus tot aan het slagen voor het examen? Deze leden vragen de Minister welke gevolgen dit heeft voor de duur en omvang van het aantal uitkeringen dat gedurende deze looptijd moet worden verstrekt.
De Minister geeft verder aan dat er in 2017 10.900 examenkandidaten waren. Kan de Minister in een tabel aangeven hoeveel pogingen deze kandidaten nodig hebben om te slagen? Kan de Minister aangeven hoeveel tijd er gemiddeld tussen pogingen in zit, zo vragen de leden.
Tot slot, de leden ontvangen signalen dat wachtende Nt2-ers in grote onzekerheid zitten omdat DUO1 geen termijn durft te geven waarbinnen zij het examen kunnen afnemen. Een kwalijk signaal omdat deze onzekerheid een rem is op goede integratie. Kan de Minister concreet aangeven op welke momenten zij het examen kunnen afleggen en wanneer iedere wachtende de gelegenheid is geboden om het examen af te leggen? Kan de Minister toezeggen dat iedere wachtende die mogelijkheid krijgt voor 1 mei 2019? Zo nee, waarom niet, zo vragen deze leden.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 17 oktober 2018 inzake de fraude rondom het Nederlands Nt2-examen. Deze leden zijn bezorgd over de situatie rondom de fraude met het Nederlands Nt2-examen. Ook waarderen zij de inspanningen die de Minister reeds heeft geleverd. De leden hebben daarnaast nog enkele vragen.
De Minister geeft in haar brief van 12 november jl.2 aan dat ze alert blijft op signalen over verspreiding van examenvragen. Op welke manier blijft de Minister alert op deze signalen, zo willen deze leden weten.
De Minister geeft in haar brief aan dat de mogelijkheid bestaat dat er in januari 2019 een nieuwe versie van het Nt2-examen kan worden afgenomen. Is er voldoende capaciteit om alle kandidaten die zich hebben aangemeld, bij de eerste mogelijkheid, het examen te laten afleggen? Zo nee, hoe wil de Minister voorkomen dat kandidaten nog langer moeten wachten om het examen te kunnen afleggen? Heeft de Minister in beeld welke gevolgen de vertraging in het kunnen afleggen van het examen heeft voor de deelnemers als het gaat om toelating tot een opleiding of werk? Kan zij hierbij specifiek ingaan op het artikel «Inburgeraars snakken naar test», waarin aangegeven wordt dat inburgeraars zich zonder diploma niet kunnen inschrijven voor het mbo of hbo en deze instellingen zich niet bereidwillig opstellen om een toelatingsexamen aan te bieden.3
In 2019 zal gewerkt worden met unieke examens en beperking van het aantal afnamemomenten, zo geeft de Minister in de beantwoording op de feitelijke vragen aan. Kan zij ook aangeven wat haar streven is voor de periode vanaf 2020, zo willen deze leden weten. Hoe moet dit beleid ingericht worden in de periode vanaf 2020, zo vragen zij.
In de antwoorden op de feitelijke vragen zegt de Minister dat niet meer te achterhalen is hoe lang de gelekte examenvragen in de Facebookgroep hebben gestaan. Waarom is dit niet te achterhalen, aangezien dit slechts gaat om het achterhalen van (gebruikers-)data?
In de beantwoording van de feitelijke vragen wordt ook gezegd dat er behalve bij de schrijfexamens ook fraude bij de luisterexamens (via opnamemateriaal geplaatst op YouTube) is gepleegd. Waarom kunnen deze examens wel doorgaan zonder aanpassing van de vragen?
In de beantwoording van de feitelijke vragen geeft de Minister aan dat zij geen bevoegdheden heeft om (gerechtelijk) te sanctioneren. Ook geeft zij aan dat herinneringen niet strafbaar zijn. Hoe zit dat met het verstrekken van beeldmateriaal, zoals bij de luisterexamens het geval was? Hoe kan de Minister ervoor zorgen dat dit soort fraude gevallen (zoals het concreet delen van beeldmateriaal) in de toekomst niet onbestraft blijven?
De Minister geeft bij de beantwoording op de feitelijke vragen aan dat kandidaten van het inburgeringsexamen geen digitale apparaten, papier en pen mogen meenemen. Hoe is het dan toch mogelijk dat er bepaalde informatie over het inburgeringsexamen Nt2 op Facebook en YouTube (via bijvoorbeeld beeldmateriaal en audiofragmenten) terecht komt? Is hier op eenzelfde manier gewerkt als waar De Telegraaf in november j.l. over berichtte: «Voorzegger antwoorden inburgering opgepakt»? Hoe gaat de hier Minister in de toekomst strenger op toezien, zo willen deze leden weten.
In de antwoorden op de feitelijke vragen wordt aangegeven dat de uitvoering van het Nederlands staatsexamen A2 onder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) valt en de niveaus B1 en B2 onder het Ministerie van OCW. Wat is de reden dat het staatsexamen Nederlands als tweede taal vergelijkbaar met het niveau A2 niet onder de Wet educatie en beroepsonderwijs valt, in tegenstelling tot het niveau B1 en B2? Wat zijn de gevolgen voor de uitvoering als twee verschillende Ministers verantwoordelijk zijn voor eenzelfde staatsexamen met een verschillend niveau, zo vragen de leden.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brieven en de beantwoording van de regering en willen nog enkele vragen voorleggen.
De leden lezen dat na het fraude-incident in oktober 2018 en de examenstop van november 2018 honderden welwillende inburgeraars wachten op hun Staatsexamen en daardoor niet kunnen beginnen aan werk of een opleiding. DUO werkt sinds die tijd aan een minder fraudegevoelig systeem waarbij examens eenmalig worden gebruikt en ook nog maar een keer per jaar worden afgenomen. Hierdoor wordt er echter enorme vertraging opgelopen.
Deze leden vragen de Minister hoeveel inburgeraars er op dit moment wachten op de mogelijkheid om een examen af te kunnen leggen en of alle kandidaten die zich reeds in oktober hadden aangemeld inmiddels hun examen hebben kunnen afronden.
Deze leden vragen de Minister hoe de achterstand zo snel mogelijk kan worden opgelost en wanneer het nieuwe systeem van DUO wordt ingevoerd? Kan de Minister een termijn stellen voor hervatting van de examens, zo vragen zij.
De leden vragen de Minister in gesprek te blijven met de MBO Raad en de Vereniging Hogescholen om de studenten die onverhoopt hun Staatsexamen nog niet hebben kunnen maken toch alvast lessen te laten volgen tot de uitslag bekend is.
Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief «uitstel examens Nederlands als Tweede taal» en de antwoorden op de feitelijke vragen. De voornoemde leden hebben echter nog vragen over het uitstel.
Uitstel
De leden hebben vernomen dat kandidaten pas in het eerste kwartaal van 2019 het staatsexamen Nt2 kunnen afleggen. De leden vragen hoeveel kandidaten hiervan in januari 2019 gebruik hebben gemaakt. Wanneer is de achterstand ingehaald? Heeft de Minister in beeld gebracht hoeveel kandidaten door het uitstel van de Nt2-examinering ervoor hebben gekozen om op een lager niveau (A2) examen af te leggen? Duizenden kandidaten worden gedupeerd vanwege kleinschalige fraude. Hoeveel klachten zijn bij de aanpalende instanties (CvTE4/DUO) binnengekomen over het uitstellen van de examens? Deze leden vragen de Minister, aan te geven wanneer alle kandidaten die de afgelopen maanden moesten wachten, alsnog hun examen hebben kunnen afleggen.
Reservevragen
De leden hebben vernomen dat het inburgeringsexamen op A2-niveau wel doorgang kon vinden terwijl ook vragen van dát examen via sociale media zijn verspreid. Waren er onvoldoende reservevragen in omloop voor het Nt2-examen, vragen de voornoemde leden. Hoe reflecteert de Minister op het handelen van het CvTE? Wat zijn de lessen die uit deze casus zijn geleerd, zo willen zij weten.
Voorkomen
De leden vinden het uitermate betreurenswaardig dat fraude heeft kunnen plaatsvinden door het verspreiden van de examenopgaven via sociale media. Zij zijn van mening dat voorkomen beter is dan genezen. Welke maatregelen gaat de Minister treffen zodat fraude in de toekomst wordt voorkomen? Bij het examen spreekvaardigheid op A2-niveau zijn signalen ontvangen dat met behulp van zenders en koptelefoontjes zou zijn gefraudeerd. Hoe gaat de Minister dit in de toekomst voorkomen, zo vragen de leden.
Tijdspad
De leden hebben nog enkele vragen over het tijdspad. Uit de beantwoording van vraag 7 uit de feitelijke vragen blijkt dat het onduidelijk is hoe lang de opgaven van de Staatsexamens Nt2 online hebben gestaan in de desbetreffende Facebookgroep. Hoe kan het dat de Minister geen antwoord kan geven op de vraag hoelang de opgaven in deze Facebookgroep hebben gestaan terwijl het CvTE hoogstpersoonlijk het bericht heeft ingezien, zo blijkt uit de antwoorden op vragen 9 en 12. Heeft het CvTE geen plaatsingsdatum van het desbetreffende Facebookbericht genoteerd, zo vragen de voornoemde leden.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister waarin zij de leden informeert over het besluit van het CvTE om bij het Staatsexamen Nederlands als tweede taal het onderdeel schrijven pas weer in het nieuwe jaar te examineren. De leden begrijpen dit besluit, maar hebben hierover nog wel enkele vragen en opmerkingen.
De leden willen graag weten wanneer de examens Nt2 weer door DUO worden afgenomen en wanneer de verwachting is dat wachtlijsten die zijn ontstaan zijn weggewerkt.
Onlangs stuurde een docent Nt2 een brief naar de commissie voor OCW waarin hij zijn zorgen uit over een student die door uitstel van de het Nt2 examen geen BIG5-registratie kan krijgen en daardoor niet aan het werk kan. De commissie ontving een reactie hierop van de Minister. De leden vinden deze reactie zeer mager. De student wordt enkel geadviseerd om via een andere weg het certificaat te behalen. De leden zouden graag een uitgebreidere reactie van de Minister zien. Daarnaast vragen de leden zich af of de Minister de studenten die op soortgelijke wijze de dupe zijn van het uitstel, op enigerlei wijze tegemoet kan komen.
De Minister heeft aangegeven dat het delen van herinneringen aan eerder gemaakte examenopgaven niet strafbaar is. De leden vragen zich af of er geen enkele mogelijkheid is om tot sanctionering van de daders over te gaan, aangezien de gevolgen voor sommige studenten flink kunnen zijn.
In de toekomst kan voorkomen worden dat examens via sociale mediagroepen gedeeld worden doordat er gewerkt gaat worden met unieke examens en beperking van het aantal afnamemomenten. Vanaf wanneer worden de examens op deze manier afgenomen en worden de uitgestelde examens ook op deze manier afgenomen?
Het CvTE heeft hoger onderwijsinstellingen een brief gestuurd met daarin het verzoek om studenten die zich hebben aangemeld voor een opleiding in staat te stellen colleges te volgen in afwachting van het afleggen van het staatsexamen Nt2. De Minister heeft aangegeven dat de WHW6 dit toelaat. Kan de Minister dit toelichten? De wet is helder: een student is of toegelaten of niet. Om colleges te volgen moet een student zijn ingeschreven als student en dus toegelaten worden. Voor instellingen en studenten is niet duidelijk hoe de Minister dit ziet. Het merendeel van de hogescholen beschikt niet over instrumenten om kennis van de Nederlandse taal te toetsen. Betekent dit dat van instellingen wordt gevraagd zelf een toets te ontwikkelen of zelfs om toelatingsvoorwaarden te negeren? Wat als de student in een latere fase de Nt2 toets niet haalt? Kan een instelling die student dan alsnog van de opleiding wegsturen, zo vragen deze leden.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met enige bezorgdheid kennisgenomen van de onderhavige brieven. Zij zien enige overeenkomst tussen de problematiek van de examens van het VMBO Maastricht, waar veel scholieren buiten hun schuld werden geconfronteerd met de mededeling dat hun (school-)examencijfers gedeeltelijk niet geldig waren, en de kandidaten voor de staatsexamens Nt2 die buiten hun schuld pas in januari 2019 het onderdeel schrijven van het staatsexamen konden afleggen. Zij zien echter ook een verschil: bij de gedupeerden van VMBO Maastricht heeft de regering bemiddeld met de mbo-instellingen opdat de start aan de vervolgopleiding op het mbo niet vertraagd zou worden, maar bij de tientallen Nt2-kandidaten die hebben gemeld dat zij het examen nodig hebben om in te kunnen stromen in een mbo-opleiding luidt het antwoord van de Minister dat het aan het bevoegd gezag is «om te besluiten of een persoon zonder dat hij / zij aan de vooropleidingseisen voldoet, alsnog wordt toegelaten»7. De leden willen weten welke overwegingen ten grondslag liggen aan deze passievere opstelling.
Wat is er waar van het bericht dat DUO meer tijd nodig heeft dan de twee maanden die de wachtende examenkandidaten in het vooruitzicht waren gesteld, om te werken aan een minder fraudegevoelig systeem. Begrijpt de Minister dat de inburgeraars zich gedupeerd voelen doordat de leerstof wegzakt naarmate het langer geleden is dat zij taalles kregen en nu thuiszitten? Wanneer heeft DUO dit probleem opgelost, zo willen deze leden weten.
De leden begrijpen uit de beantwoording van de Minister dat het memoriseren van opgaven door kandidaten onmogelijk is tegen te houden8 en het delen van herinneringen aan eerder gemaakte examenopgaven niet strafbaar is en de Minister geen bevoegdheden heeft om de personen die de beschrijvingen hebben gedeeld, (gerechtelijk) te sanctioneren.9 Wat is dan nog de kracht van de examenregel die bepaalt dat het delen van informatie over examenopgaven verboden is»,10 zo vragen de leden.
Het baart de leden zorgen dat kwetsbare mensen die de Nederlandse taal nog niet machtig zijn, voor taalcursussen vaak voor hun budget forse financiële verplichtingen moeten aangaan zonder dat zij voldoende de kwaliteit van het taalonderwijs kunnen overzien dat hun wordt geboden.
Is de Minister ook van mening dat het stelsel van een vrije markt, dat gebaseerd is op een schuld of op een lening, veel malafide taalcowboys heeft opgeleverd? Is de Minister bereid om deze vrije markt aan banden te leggen? Is de Minister bereid om gemeenten nu al de ruimte te geven om bijvoorbeeld een aantal taalbureaus te selecteren, op basis van kwaliteit? Is de Minister ook bereid om de keuze voor een taalbureau via de gemeente te laten lopen en niet meer via de aspirant-inburgeraars, zo vragen de voornoemde leden.
Op welke wijze(n) attendeert het Ministerie van OCW aspirant-inburgeraars op het belang van het Blik-op-Werk-keurmerk en in hoeverre garandeert dit keurmerk ook een redelijke prijs-kwaliteitverhouding? De Minister houdt zich afzijdig bij taalscholen die niet beschikken over het Blik-op-Werk-keurmerk. Bij niet-bekostigd funderend onderwijs is er wèl toezicht dat de scholen onderwijs aanbieden in de zin van de Leerplichtwet. Kan de Minister dit verschil toelichten en verklaren waarom er over taalscholen die niet beschikken over het Blik-op-Werk-keurmerk geen informatie wordt bijgehouden? Betekent dit dat signalen over misstanden bij deze taalscholen klakkeloos in de prullenbak verdwijnen? Welke overwegingen liggen dan daaraan ten grondslag, zo vragen deze leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De leden van de VVD-fractie vragen welke actie wordt ondernomen richting personen die willens en wetens illegaal beeldmateriaal hebben gemaakt, geproduceerd en verspreid. Voornoemde leden vragen of deze personen niet alleen via het strafrecht worden aangepakt, maar ook dat hun examen (en mogelijk de daarmee verkregen papieren zoals een inburgeringsdiploma) ongeldig worden verklaard en zij dit zullen moeten overdoen.
Bij het inburgeringsexamen is sprake geweest van het illegaal verzamelen van beeldmateriaal en van het plegen van fraude bij het daadwerkelijk afleggen van het examen. Er is indertijd aangifte gedaan. Tegen personen bij wie viel te achterhalen dat zij daarbij actief betrokken zijn geweest, zijn passende maatregelen getroffen. Dit houdt onder andere in dat het betreffende onderdeel van het inburgeringsexamen met terugwerkende kracht ongeldig wordt verklaard.
Bij de misstanden met betrekking tot de examenafname van het Staatsexamen Nt2 is geen sprake van het illegaal maken en illegaal verspreiden van beeldmateriaal. Het betreft het verzamelen, groeperen en verspreiden van openbaar toegankelijke beelden en van beschrijvingen van examenopgaven die gememoriseerd zijn.
De leden van de VVD-fractie vragen hoeveel examenmomenten er per jaar voor het Staatsexamen Nt2 zullen zijn en wat dit betekent voor de capaciteit.
Aan uw Kamer heb ik aangegeven dat mijn ambitie is om jaarlijks 8 examens per programma van het Staatsexamen Nt2 af te nemen (Kamerstuk 32 824, nr. 246). In 2020 zal de capaciteit van de afnames op het benodigde niveau liggen. Om zoveel mogelijk kandidaten in staat te stellen examen te doen met oog op de start van het komende schooljaar, zal DUO voor de eerste afnames tot de zomer extra afnamecapaciteit inhuren.
De leden van de VVD-fractie vragen welke gevolgen minder afnamemomenten voor de duur van een opleidingstraject zal hebben.
De duur van een opleidingstraject is afhankelijk van het niveau van de kandidaat. Het vervangen van de wekelijkse afnames naar 8 afnames per jaar, zal vanzelfsprekend wel van kandidaten vereisen dat zij hun examen zorgvuldig plannen en goed voorbereid moeten zijn. Om in te kunnen burgeren geldt een maximale termijn van 3 jaar. Ik voorzie daarom niet dat deze manier van afnemen nadelige gevolgen kan hebben voor deze doelgroep. Andere kandidaten kunnen langer de tijd nemen.
De leden van de VVD-fractie vragen welke gevolgen minder afnamemomenten voor de duur en de omvang van het aantal uitkeringen heeft.
Er zullen met het periodiek afnemen van de Nt2 examens (8 keer per jaar) kandidaten zijn die eerder examen gaan doen in vergelijking met de situatie van wekelijkse afnames en de omgekeerde situatie zal zich ook voor doen. Uitstroom uit de bijstand is aan de orde als iemand werk heeft, niet op het moment van slagen voor de inburgering.
De leden van de VVD-fractie vragen hoeveel pogingen de kandidaten doen om te slagen.
Programma I en Programma II bestaan allebei uit 4 onderdelen waarin examen wordt afgenomen. Een diploma kan dus in 4 afnames (voor elk onderdeel één afname) worden behaald. Gemiddeld over 2016 was sprake van 8 afnames per diploma. In 2017 was sprake van bijna 11 afnames per diploma. Gemiddeld slaagt 57% van de kandidaten de eerste keer voor de onderdelen van Programma I en gemiddeld 60% slaagt de eerste keer voor de onderdelen van Programma II.
De leden van de VVD-fractie vragen wanneer kandidaten duidelijkheid krijgen wanneer zij examen kunnen afleggen. De leden van de VVD-fractie vragen of iedere wachtende voor 1 mei 2019 examen kan doen.
De examens zullen worden hervat per 23 maart 2019. Aan de kandidaten die zich hadden aangemeld voordat de afname van het Staatsexamen was stopgezet, zal als eerste worden gevraagd of zij alsnog examen willen doen. Inmiddels is duidelijk dat per Programma voor 1 augustus sprake zal zijn van vier afnames per examenonderdeel. De uitslagen daarvan zullen voor 1 september bekend zijn.
De leden van de CDA-fractie vragen hoe de Minister alert blijft op signalen over verspreiding van examenvragen.
Signalen over eventuele misstanden met betrekking tot de examinering, bijvoorbeeld via mail, mondeling of anderszins, zullen door het CvTE vanzelfsprekend nader worden bekeken. Overigens zal door de voorgenomen nieuwe systematiek van examenafname door het werken met unieke examens de kwetsbaarheid als gevolg van het memoriseren van opgaven beduidend afnemen.
De leden van de CDA-fractie vragen of er voldoende capaciteit is om alle kandidaten het inhaalexamen voor het onderdeel schrijven van programma I te laten volgen.
Het inhaalexamen is op 26 januari jl. afgenomen en van de 900 kandidaten die zich hadden aangemeld, hebben ongeveer 550 kandidaten daadwerkelijk examen gedaan.
De leden van de CDA-fractie vragen of ik in beeld heb welke gevolgen de vertraging van de afname van het examen voor toelating tot een opleiding of werk. Verzocht wordt hierbij om in te gaan op een artikel «Inburgeraars snakken naar test» in het AD waarin wordt aangegeven dat mbo- en ho-instellingen niet bereidwillig zijn met de toelating tot het volgen van onderwijs.
Ik wil te allen tijde voorkomen dat de vertraging van de afname tot knelpunten leidt bij de toelating tot een opleiding of werk. Er hoeft zich in beginsel ook geen vertraging tot de toelating tot het onderwijs voor te doen. Voor het mbo geldt dat op basis van de WEB het bevoegd gezag in bijzondere gevallen personen kan vrijstellen die niet voldoen aan de vooropleidingseis van die vooropleidingseis, indien zij bij een onderzoek hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs (artikel 8.2.1 lid 6). Op basis van de WHW kan het instellingsbestuur coulance betrachten bij het besluit tot toelating voor zover het de beoordeling betreft van voldoende beheersing van de Nederlandse taal (artikel 7.28 lid 2). De WHW stelt daarbij niet de vereiste dat voldaan moet worden aan een behaald Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Mede naar aanleiding van signalen uit het hoger onderwijs, is nader overleg gevoerd met de Vereniging Hogescholen over de mogelijkheid van toelating zonder dat een examen Nt2 is behaald. Inmiddels is de onduidelijkheid over wat de wet wel en niet toestaat weggenomen en ik spreek daarom de verwachting uit dat ho-instellingen zich blijvend bereidwillig opstellen om de kwetsbare doelgroep ook zonder examen Nt2 in staat te stellen onderwijs te volgen.
De leden van de CDA-fractie vragen wat het voornemen is van de Minister voor 2020 en verder, nu in 2019 met unieke examens gewerkt zal gaan worden.
Ook voor 2020 zal sprake zijn van 8 afnames met unieke examens. Op termijn zal mogelijk sprake worden van een itembank met (deels openbare) vragen, op basis waarvan examens kunnen worden geconstrueerd. Dit vraagt nog nader onderzoek.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom niet meer te achterhalen is hoe lang de gelekte examenopgaven in de Facebookgroep hebben gestaan.
De betreffende Facebookgroep, waarin beschrijvingen van examenopgaven stonden opgenomen, is ontmanteld en het is daarom niet meer te achterhalen.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom schrijfexamens wel doorgang kunnen blijven vinden, nu ook voor deze opgaven opnamemateriaal op Youtube is geplaatst.
Naar verwachting wordt door de leden van de CDA-fractie de luisterexamens bedoeld, dit omdat de schrijfexamens voor Programma I wel meteen waren stop gezet. De reden om aanvankelijk alleen het onderdeel schrijven van programma I stil te leggen was dat voor het luisterexamen alleen videobeelden uit Programma I (B1) zijn geplaatst op YouTube, maar niet de beschrijvingen van de examenopgaven. Een luisterexamen bestaat grotendeels uit audio-opnamen en een klein deel uit authentieke videobeelden met vragen. De audiofragmenten zijn niet aangetroffen. Om die reden is besloten het onderdeel Luisteren aanvankelijk niet stop te zetten. Op 14 november 2018 zijn na nieuwe signalen de afnames van alle onderdelen van zowel Programma I als II stopgezet.
De leden van de CDA-fractie vragen waarom het delen van beeldmateriaal, zoals bij het luisterexamen, niet strafbaar is.
Het betreft beeldmateriaal dat openbaar toegankelijk is. De reden om de examens stop te zetten was dat ook de beschrijvingen van bijbehorende vragen op sociale media bekend werd gemaakt en de filmpjes geordend bij elkaar zijn gezet. Het delen van beeldmateriaal dat openbaar toegankelijk is, is niet strafbaar.
De leden van de CDA-fractie vragen hoe te voorkomen dat het delen van beeldmateriaal in de toekomst niet onbestraft zal blijven.
Ook nu geldt al dat als er zonder toestemming beeldopnames worden gemaakt van examenopgaven en deze worden verspreid, na overleg met het Openbaar Ministerie, aangifte kan worden gedaan. Maar het delen van openbaar toegankelijk beeldmateriaal dat voor examenopgaven gebruikt wordt, zal vanzelfsprekend niet strafbaar zijn. Overigens zal het delen van beschrijvingen van examenopgaven zoals dat nu het geval is geweest, zinloos zijn doordat er met unieke examens gaat worden gewerkt.
De leden van de CDA-fractie vragen hoe het mogelijk is dat bepaalde informatie over examenopgaven op Facebook en YouTube bekend wordt gemaakt, dit terwijl kandidaten geen digitale apparaten, papier en pen mogen meenemen.
Kandidaten hebben waarschijnlijk op gestructureerde wijze opgaven gememoriseerd en vervolgens parafraseringen en uitwerkingen van die opgaven gedeeld op besloten groepen op sociale media. Er zijn geen fotokopieën van Staatsexamenopgaven gevonden.
De leden van de CDA-fractie vragen of op eenzelfde wijze is gewerkt als waar De Telegraaf over berichtte in het artikel «Voorzegger antwoorden inburgering opgepakt».
Er zijn geen signalen dat bij de misstanden met betrekking tot het Staatsexamen Nt2 op dezelfde manier gewerkt is zoals in het artikel is beschreven. In geval van het reguliere inburgeringsexamen wordt een persoon ervan verdacht dat hij met verborgen zendapparatuur het examen volgde, waarna hij het goede antwoord zou influisteren in een oortje dat door de examenkandidaat werd gedragen.
De leden van de CDA-fractie vragen wat de gevolgen zijn als de Minister van SZW verantwoordelijk is voor het Staatsexamen op niveau A2 en de Minister van OCW voor het Staatsexamen op niveau B1 en B2.
Er is geen sprake van een Staatsexamen op niveau A2. Het taalexamen op niveau A2 maakt onderdeel uit van het inburgeringsexamen. Momenteel verkent het CvTE in opdracht van OCW en SZW wel de mogelijkheid om naast de huidige Staatsexamens op niveau B1 en B2 ook een Staatsexamen op niveau A2 te introduceren. Het bureau Oberon onderzoekt hiervan de consequenties. Op basis van dat onderzoek zal nadere besluitvorming plaatsvinden. De verwachting is dat dit in de loop van 2019 zal plaatsvinden. Vanzelfsprekend zal uw Kamer daarover tijdig worden geïnformeerd.
De leden van de D66-fractie vragen hoeveel inburgeraars er op dit moment wachten op de mogelijkheid om een examen af te kunnen leggen.
In onderstaande tabel is opgenomen welk aantal kandidaten zich voorafgaand aan het tijdelijk stopzetten van de afname van het Staatsexamen heeft ingeschreven voor een examen. In aanvulling daarop hebben de afgelopen maanden enkele tientallen personen zich gemeld dat zij ook examen zouden willen doen. Deze aantallen zijn niet verwerkt in onderstaande tabel. Het is onduidelijk welk aandeel van de kandidaten uit onderstaande tabel zich heeft aangemeld in het kader van het voldoen aan de inburgeringsvereisten. Gemiddeld genomen is dat aandeel ongeveer de helft. Al deze kandidaten worden als eerste benaderd om alsnog examen te doen, nu de afname van de Staatsexamens per maart weer is hervat. Degene die zich hadden ingeschreven voor het onderdeel schrijven van Programma I zijn 26 januari jl. reeds in staat gesteld om examen te doen. Van de 900 potentiele examenkandidaten hebben uiteindelijk ongeveer 550 kandidaten examen gedaan.
Lezen | 750 | 1.100 |
Luisteren | 750 | 1.000 |
Spreken | 680 | 950 |
Schrijven | 900 | 950 |
De leden van de D66-fractie vragen wanneer het nieuwe systeem is ingevoerd?
Voor het antwoord wordt verwezen naar het antwoord op een vraag van de leden van de VVD-fractie.
De leden van de D66-fractie vragen of ik in gesprek wil blijven met de Vereniging Hogescholen en de MBO Raad over de ontwikkelingen met betrekking tot het Staatsexamen.
Vanzelfsprekend heb ik over de ontwikkelingen nauw contact met de VH, VSNU en de MBO Raad. Zoals in een antwoord op een eerdere vraag van de leden van de CDA-fractie aangegeven, heb ik in dat overleg ook nader gesproken over het wettelijk kader dat van belang is met oog op het inschrijven van studenten die nog geen Staatsexamen Nt2 hebben gedaan.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoeveel kandidaten in januari jl. hun examen voor het onderdeel schrijven van Programma I hebben kunnen afnemen.
Van de 900 kandidaten die zich aanvankelijk had aangemeld voor dit examen, hebben ongeveer 550 daarvan daadwerkelijk examen gedaan.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wanneer de achterstand is ingehaald.
Inmiddels is duidelijk dat voor 1 augustus sprake zal zijn dat vier examens van beide programma’s kunnen worden afgenomen, zodat de achterstand voor zover mogelijk zal zijn ingehaald. De uitslagen daarvan zullen voor 1 september bekend zijn.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoeveel klachten bij het CvTE en DUO zijn binnengekomen over het uitstellen van de examens.
Het beeld is dat sprake is van enkele tientallen klachten.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wanneer kandidaten alsnog hun examen kunnen afleggen.
Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op een vraag van de leden van de VVD-fractie en het antwoord op een vraag van de leden van de D66-fractie.
De leden van GroenLinks-fractie vragen of er voor het Staatsexamen Nt2 in tegenstelling tot het inburgeringsexamen onvoldoende reservevragen in omloop waren.
Voor het Staatsexamen Nt2 bleek dat beschrijvingen van bijna alle examens in 2018 bekend waren, waardoor het onmogelijk was om een nieuw examen samen te stellen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen welke maatregelen ik ga treffen om deze misstanden in de toekomst te voorkomen.
De verwachting is dat met unieke examens en minder examenmomenten het voor kandidaten weinig zinvol zal zijn om opgaven te memoriseren.
De leden van GroenLinks-fractie vragen hoe de Minister van SZW fraude met zenders en koptelefoontjes in de toekomst gaat voorkomen.
De uitvoerder van de examens, DUO, zet voor en tijdens de afname van de examens hulpmiddelen in om te controleren of er gebruik wordt gemaakt van zenders en oortjes. Indien er geconstateerd wordt dat een kandidaat van deze hulpmiddelen gebruik maakt dan wel heeft gemaakt, worden de examens ongeldig verklaard.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe lang de examenopgaven op Facebook online hebben gestaan en of het CvTE geen plaatsingsdatum van het desbetreffende bericht op Facebook heeft genoteerd.
Het eerste bericht was door een derde persoon op een bepaalde Facebook pagina geplaatst waarbij een aantal zaken onzichtbaar waren. Dat bericht heeft voor zover het CvTE heeft kunnen achterhalen slechts kortstondig op die pagina gestaan (eind september), maar is door het CvTE gesignaleerd en nader onderzocht. Dit bericht leidde naar de Facebookpagina met zo’n 29.000 leden waarop berichten over de examens geplaatst werden. Uiteindelijk heeft het onderzoek door het CvTE ertoe geleid dat de Schrijfexamens zijn stopgezet. Er zijn geen plaatsingsdata door het CvTE genoteerd van de berichten op deze Facebookpagina.
De leden van de SP-fractie vragen wanneer de Staatsexamens Nt2 weer worden afgenomen en wanneer de wachtlijsten zijn weggewerkt.
Voor het antwoord op deze vraag wordt verwezen naar het antwoord op een eerdere vraag van de leden van de VVD-fractie.
De leden van de SP-fractie vinden mijn reactie op de zorgen van een docent dat een van zijn studenten geen BIG-registratie kan krijgen, mager. De voornoemde leden vragen om een uitgebreidere reactie.
Het CvTE heeft contact gehad met het CBIG dat verantwoordelijk is voor de BIG-registratie. Het CBIG biedt kandidaten de ruimte om een bewijs van een ander taalvaardigheidsexamen te overleggen opdat hun BIG-registratie niet in gevaar komt. Op de website van het CBIG worden enkele mogelijkheden genoemd. DUO informeert de kandidaten met een persoonlijke brief over de mogelijkheid.
De leden van de SP-fractie vragen mij of ik studenten die op soortgelijke wijze de dupe zijn van uitstel, op enigerlei wijze kan tegemoet komen.
Zoals in mijn antwoord op voorgaande vraag van de leden van de SP-fractie aangegeven, informeert DUO deze kandidaten over alternatieve manieren om een bewijs van taalvaardigheid te overleggen.
De leden van de SP-fractie vragen of er geen enkele mogelijkheid is om tot sanctionering van de daders over te gaan.
Voor het delen van herinneringen aan eerder gemaakte examenopgaven is het niet mogelijk om strafrechtelijk te sanctioneren. Mede om die reden wordt nu overgegaan op een nieuwe examensystematiek met unieke examens
De leden van de SP-fractie vragen vanaf wanneer de examens in een gewijzigd opzet worden afgenomen.
Voor een antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op een eerdere vraag van de leden van de VVD-fractie.
De leden van de SP-fractie vragen of de WHW het toelaat studenten toe te laten in afwachting van het afleggen van het Staatsexamen Nt2.
Op basis van de WHW kan het instellingsbestuur coulance betrachten bij het besluit tot toelating voor zover het de beoordeling betreft van voldoende beheersing van de Nederlandse taal (artikel 7.28 lid 2). De WHW stelt daarbij niet de vereiste dat voldaan moet worden aan een behaald Staatsexamen Nederlands als tweede taal. De brief die DUO aan kandidaten heeft verstuurd in geval zij aangaven in de knel te komen, is na overleg met de VH op dit punt aangepast om misverstanden te voorkomen.
De leden van de SP-fractie vragen of van instellingen wordt gevraagd om zelf toetsen te ontwikkelen of om zelfs de toelatingsvoorwaarden te negeren.
Vanzelfsprekend wordt van hogeronderwijsinstellingen niet gevraagd de wettelijke toelatingsvoorwaarden te negeren. Wel wordt een appel op hogeronderwijsinstellingen gedaan om gezien de uitzonderlijke omstandigheden op zoek te gaan naar alternatieven wegens de nadelige gevolgen van het tijdelijk stil leggen van de Staatsexamens voor de aspirant-student. In de praktijk zie ik hier ook goede voorbeelden van, zo biedt bijvoorbeeld de Radboud Universiteit binnen hun netwerk aan om taaltoetsen af te nemen. Een vergelijkbaar voorbeeld doet zich voor bij de Hogeschool Rotterdam.
De leden van de SP-fractie vragen wat de consequentie is als een student later alsnog het Staatsexamen Nt2 niet behaalt.
Zoals aangegeven in het antwoord op de voorgaande vraag, wordt van hogescholen niet gevraagd de wettelijke toelatingsvoorwaarden opzij te zetten. Op basis van de WHW kan het instellingsbestuur coulance betrachten bij het besluit tot toelating voor zover het de beoordeling betreft van voldoende beheersing van de Nederlandse taal (artikel 7.28 lid 2). De WHW stelt daarbij niet de vereiste dat voldaan moet worden aan een behaald Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Als een student aan de eisen heeft voldaan, dan kan deze student vanzelfsprekend niet worden weggestuurd als deze student later het Staatsexamen Nt2 niet heeft behaald.
De leden van de PvdA-fractie vragen waarom sprake is van een meer passieve opstelling met betrekking tot de misstanden van het Staatsexamen Nt2 in vergelijking tot de problematiek van de examens van VMBO Maastricht. Zo geven de leden aan dat bij de gedupeerden van VMBO Maastricht door de overheid is bemiddeld met de mbo-instellingen opdat de start aan de vervolgopleiding op het mbo niet vertraagd zou worden, maar bij de tientallen Nt2-kandidaten het antwoord van de Minister dat het aan het bevoegd gezag is «om te besluiten of een persoon zonder dat hij / zij aan de vooropleidingseisen voldoet, alsnog wordt toegelaten».
Elke situatie vraagt om een eigenstandige passende reactie. Bij de misstanden met betrekking tot het Staatsexamen Nt2 is sprake van een beperkte groep kandidaten die het resultaat op het examen nodig had om in te stromen in een vervolgopleiding per februari 2019. Dit in combinatie met de spreiding over het land van de kandidaten, was de reden dat ik met de MBO Raad een afspraak heb gemaakt om mbo-scholen te stimuleren zich coulant op te stellen. De MBO Raad heeft dit uitgebreid met hun leden gewisseld en ik heb geen signalen dat deze afspraak tot problemen heeft geleid. Ook met de VH en VSNU is door OCW over vergelijkbare afspraken overleg gevoerd. Zie hiervoor ook het antwoord op een eerdere vraag van de leden van de D66-fractie.
De leden van de PvdA-fractie vragen of ik begrijp dat inburgeraars zich gedupeerd voelen, nu als gevolg van het uitstel de examenstof is weggezakt.
Ik begrijp dat het voor inburgeraars vervelend is dat ze nu moeten wachten totdat ze examen kunnen doen. Zij worden hiervoor gecompenseerd in hun inburgeringstermijn. Door het wachten zou het inderdaad kunnen dat de lesstof wegzakt. Inburgeraars kunnen dit ondervangen door te blijven oefenen. Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen door het maken van voorbeeldexamens die op de website van de Staatsexamens Nt2 beschikbaar zijn, door praktijksituaties op te zoeken en door Nederlandstalige televisie te kijken en te lezen. Als hun DUO lening het toelaat kunnen zij ook extra lessen volgen.
De leden van de PvdA-fractie vragen wanneer de problemen zijn opgelost.
Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op een eerdere vraag van de leden van de VVD-fractie.
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de kracht is van de examenregel dat het delen van examenopgaven verboden is, nu geen strafrechtelijke vervolging mogelijk blijkt te zijn.
Bij de afname van het Staatsexamen Nt2 is deze regel van belang voor de gang van zaken op de toetslocaties van DUO. Kandidaten ontvangen een brief met daarin uitleg over de examenregels en de geheimhoudingsplicht. Voor aanvang van het examen worden ze nogmaals nadrukkelijk gewezen op de geheimhouding. Mede hierdoor kan de examenleiding actief handelen indien zij onregelmatigheden constateert bijvoorbeeld door de kandidaat uit te sluiten van deelname aan de examenzitting of het examen ongeldig te verklaren.
De leden van de PvdA-fractie vragen of het stelsel van een vrije markt veel malafide taalcowboys heeft opgeleverd.
Zoals in eerdere brieven is aangegeven, kan er in het huidige stelsel van inburgering sprake zijn van kennis- of machtsongelijkheid tussen de taalschool en de inburgeraar. Dit kan hebben geleid tot toetreding van malafide taalaanbieders. Het beleid is er op gericht om door strenger toezicht malafide taalscholen op te sporen en hun keurmerk in te trekken.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister van SZW bereid is deze vrije markt aan banden te leggen.
In de huidige inburgeringswet is de individuele inburgeraar verantwoordelijk voor het organiseren van zijn eigen inburgering, waaronder het kiezen van een geschikte inburgeringscursus en een goede taalaanbieder. De evaluatie van de wet die in 2018 is uitgevoerd liet zien dat veel inburgeraars aan het begin van hun inburgeringstermijn hiertoe onvoldoende in staat zijn. Zij hebben een te beperkte informatiepositie om zelfstandig een bij hun opleiding en leervermogen passende cursus en taalaanbieder te kiezen. Het gevolg hiervan is dat veel inburgeraars zich in hun keuze voor een taaltraject en taalaanbieder vaak door andere aspecten laten leiden. Met suboptimale inburgeringsresultaten tot gevolg.
In het voorgestane nieuwe inburgeringsstelsel is er daarom voor gekozen om gemeenten verantwoordelijk te maken voor het inburgeringsaanbod. Zij kunnen aanbieders selecteren op kwaliteit. Inmiddels is het keurmerk voor taalaanbieders Blik op Werk aangescherpt met onder andere financieel toezicht en toezicht in de klas en strengere regels voor aanbieders die het aspirant keurmerk willen aanvragen. Gemeenten krijgen een regierol in het nieuwe stelsel. Samen met het keurmerk is er in het nieuwe inburgeringsstelsel dan sprake van een dubbele kwaliteitsborg. De Minister van SZW ziet geen reden om in deze situatie de markt aan banden te leggen door bijvoorbeeld alleen publieke aanbieders toe te laten tot het inburgeringsstelsel.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister van SZW bereid is gemeenten nu al de ruimte te geven om een aantal taalbureaus te selecteren op kwaliteit.
Voor de periode tot de inwerkingtreding van het nieuwe inburgeringsstelsel heeft de Minister van SZW 2 keer € 20 miljoen beschikbaar gesteld voor gemeenten om reeds vooruit te lopen op de nieuwe wet. Een van de taken die gemeenten hiermee kunnen doen is de inburgeraar hulp bieden bij het kiezen van een geschikte inburgeringscursus en geschikte taalaanbieder. Verschillende gemeenten zijn hier al mee gestart.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister van SZW bereid is de keuze voor een taalbureau via de gemeente en niet meer via aspirant-inburgeraars te laten lopen.
Ik verwijs hier naar de antwoorden op twee eerdere vragen van de leden van de PvdA-fractie.
De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze het Ministerie van OCW aspirant-inburgeraars attendeert op het belang van het Blik-op-Werk keurmerk.
Op de website van de Staatsexamens Nt2 van het CvTE worden inburgeraars die naar een geschikte cursus zoeken verwezen naar Blik op Werk.
De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre dit keurmerk ook een redelijke prijs-kwaliteitverhouding garandeert.
Het huidige keurmerk stelt geen regels ten aanzien van prijs kwaliteit verhouding. De Minister van SZW beraadt zich op de vraag in hoeverre hij in het nieuwe inburgeringsstelsel een reële prijs-kwaliteitsverhouding kan bevorderen.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister van SZW kan verklaren waarom er over scholen die niet beschikken over het Blik-op-Werk keurmerk geen informatie wordt bijgehouden?
In het huidige stelsel kan de lening waarmee de inburgeraar de inburgeringcursus bekostigt, alleen ingezet worden voor het volgen van lessen bij scholen die beschikken over een Blik-op-Werk keurmerk. Ook gevolgde uren die de inburgeraar mee wil laten tellen voor een eventuele ontheffing van de inburgeringsplicht, tellen alleen mee als ze gevolgd zijn bij een school die beschikt over het Blik op Werk keurmerk. Daarom wordt er geen informatie bijgehouden over scholen die niet beschikken over het Blik-op-Werk keurmerk. Feitelijk worden dergelijke scholen niet beschouwd als onderdeel van het inburgeringsonderwijs.
De leden van de PvdA-fractie vragen of misstanden over deze taalscholen klakkeloos in de prullenbak verdwijnen? Welke overwegingen liggen daaraan ten grondslag.
Deze scholen maken geen onderdeel uit van het inburgeringsonderwijs voorzien van een keurmerk. Daarom worden er over deze scholen geen gegevens bijgehouden.
Dienst Uitvoering Onderwijs↩︎
Kamerstuk 32 824, nr.240↩︎
«Inburgeraars snakken naar test», Algemeen Dagblad, 7 februari 2019↩︎
College voor Toetsen en Examens↩︎
Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg↩︎
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek↩︎
Kamerstuk 32 824, nr. 242, antwoord op vraag 38↩︎
Antwoord op vraag 21↩︎
Antwoord op vraag 13↩︎
Antwoord op vraag 28↩︎