Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (negentiende tranche) (Kamerstuk 32127-233) en het Experiment energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Amsterdam (Kamerstukken 30196-32847-620)
Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D12041, datum: 2019-03-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D12041).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.J.M. Roovers, griffier
Onderdeel van zaak 2019Z03705:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-03-05 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-07 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-03-21 14:00: Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (negentiende tranche) (TK 32127-233) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-04-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D12041 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (negentiende tranche) d.d. 22 februari 2019 (Kamerstuk 32 127, nr. 233) alsmede over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake het Experiment energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Amsterdam d.d. 6 maart 2019 (Kamerstukken 30 196 en 32 847, nr. 620).
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De griffier van de commissie,
Roovers
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (negentiende tranche) en het Experiment energieprestatiecoëfficiënt (EPC) Amsterdam.
De leden van de VVD-fractie concluderen uit het Ontwerpbesluit dat onder andere de gemeente Amsterdam gevraagd heeft om de gehele gemeente aan te wijzen voor het faciliteren van duurzame ontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet. Deze leden vragen zich af in hoeverre het aanwijzen van een gehele gemeente overeenkomt met de toezegging van de Minister om uitsluitend «proeftuinen» aardgasvrije wijken en herstructurerings- of transformatiegebieden aan te wijzen.
De leden van de VVD-fractie concluderen uit de brief van de Minister over het Experiment EPC Amsterdam dat onder andere de gemeente Amsterdam gevraagd heeft om een scherpere EPC te kunnen eisen bij nieuwbouwprojecten, ten opzichte van het Bouwbesluit 2012. Op de website van de gemeente Amsterdam is te lezen dat deze scherpere EPC eis vanaf 18 februari 2019 is ingegaan1. Amsterdam geeft op de website aan vooruit te lopen op landelijke wetgeving. Deze leden vragen zich af op welke landelijke wetgeving Amsterdam doelt.
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over het aantal afgegeven bouwvergunningen in Amsterdam. Kan de Minister een overzicht sturen van het aantal afgegeven bouwvergunningen per kwartaal in Amsterdam de afgelopen vijf jaar? Deze leden vragen zich af in hoeverre de scherpe eisen op het gebied van sociale huur de afgelopen kwartalen een (negatieve) rol hebben gespeeld in het aantal afgegeven bouwvergunningen. In hoeverre verwacht de Minister dat de scherpe eisen op het gebied van EPC vanaf nu een (negatieve) rol gaan spelen? De leden van de VVD-fractie geven aan zich zorgen te maken over de stapeling van scherpe eisen op het gebied van sociale huur en EPC.
Hoe wordt als het gaat om het experiment met betrekking tot fijnstof in de gemeenten Nederweert en Someren rekening gehouden met het feit dat de veehouderij in Nederland vanuit economisch perspectief een belangrijke positie inneemt, een en ander vanuit het besef dat er ook sprake moet zijn van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de negentiende tranche tot wijziging het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Bu Chw).
De leden van de CDA-fractie constateren dat het wetsvoorstel tot wijziging van de Crisis- en herstelwet (Chw) in verband met het versnellen van woningbouw en het faciliteren van duurzame ontwikkeling, is aangenomen door de Tweede Kamer en dat deze tranche van het Bu Chw de eerste tranche is die gebaseerd is op de Chw zoals die luidt na de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel.
Ten aanzien van onderdeel A (MPG Amsterdam en Harderwijk) vernemen de leden van de CDA-fractie graag wat de meerkosten zijn van het toepassen van strengere normen. Graag zien zij toegelicht of en hoe de balans van (extra) kosten en milieuwinst wordt bewaakt nu met name woningbouwcorporaties hebben aangegeven dat de extra kosten fors zijn bij nieuwbouw en renovatie.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag hoe zich de nieuwe BENG-normen (gaan) verhouden met de situatie in Amsterdam en Harderwijk waar die gemeenten de mogelijkheid krijgen om een strengere Milieuprestatie Gebouwen (MPG) op te leggen voor nieuwbouwwoningen en nieuwe kantoorgebouwen.
Ook vernemen wij graag hoe het mogelijk is dat de gemeente Amsterdam dit al ingevoerd heeft terwijl het onderhavige besluit nog niet afgerond is.
De leden van de CDA-fractie menen dat de Chw bedoelt is om de woningbouw te versnellen. Zij vragen of het experiment inzake MPG Amsterdam en Harderwijk niet contraproductief zal zijn ten opzichte van dat doel.
De leden van de CDA-fractie vernemen graag wat de visie is op het signaal dat bouwprojecten door deze extra eisen vertragen en de extra kosten die corporaties hiervoor moeten maken.
Deze leden vernemen graag of de visie gedeeld wordt dat het behalen van de woningopgave moeilijker wordt wanneer er kostenverhogende ambities worden opgelegd.
De leden van de CDA-fractie vragen tenslotte wat het doel is van dit experiment en wanneer het als succesvol kan worden afgerond.
De leden van de D66-fractie hebben met grote belangstelling kennis genomen van de negentiende tranche van de Crisis- en herstelwet (Chw). De leden van de D66-fractie willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
Onderdeel A
De leden van de D66-fractie zijn content dat er in de nota van toelichting wordt vermeld dat er middels experimenten lokaal de mogelijkheid is om strengere Milieuprestaties Gebouwen (MPG) normen van 0,9 in te stellen.
De leden van de D66-fractie lezen dat de innovatie, technische mogelijkheden en creativiteit in de markt aanwezig zijn om inhoud te kunnen geven aan aangescherpte MPG-normen. Deze leden vragen of het kabinet nader uiteen kan zetten waarom het implementeren van een MPG-norm strenger dan 0,9 momenteel niet mogelijk is?
De leden van de D66-fractie vragen zich daarnaast af op basis van welk achterliggend onderzoek deze grenswaarden worden bepaald, en vragen in hoeverre deze onderzoeken aanwijzingen bevatten hoe in de toekomst mogelijk striktere normen kunnen worden opgesteld?
Tot slot constateren de leden van de D66-fractie bezorgd dat de regering aangeeft dat het huidige gemeentelijke instrumentarium tekortschiet om in nieuwbouw maximaal bij te dragen aan duurzaamheidsambities. Tegelijkertijd zijn deze leden tevreden te constateren dat er voor twee gemeenten middels experimenten meer ruimte lijkt om aan de duurzaamheidseisen te voldoen. De leden van de D66-fractie vragen de regering hoe zij borgt dat andere gemeenten met ambitieuze duurzaamheidambities ook van dit instrumentarium gebruik zouden kunnen maken?
Onderdeel C
De leden van de D66-fractie lezen in artikel 7z dat er in Nederweert en Someren momenteel op een aantal locaties een overschrijding plaatsvindt van de norm op concentraties fijnstofdeeltjes in de lucht. Zij zijn content dat er momenteel een experiment plaatsvindt om deze concentratie naar beneden te brengen. Tegelijkertijd vragen deze leden of er voldoende waarborgen zijn om te garanderen dat de luchtkwaliteit niet nog verder kan verslechteren, gegeven dat de regering stelt dat gemeenten een experimentstermijn van 10 jaar krijgen, en de Colleges van burgemeester en Wethouders de Wm buiten toepassing mogen laten? Op welke wijze vindt deze borging plaats?
https://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/zelfbouw/nieuws-zelfbouw/amsterdam-scherpt/↩︎