Amendement van het lid Beckerman over verhoging van de liberalisatiegrens
Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur)
Amendement
Nummer: 2019D12184, datum: 2019-03-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35036-10).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 35036 -10 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur).
Onderdeel van zaak 2019Z05855:
- Indiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-04-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 036 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN
Ontvangen 26 maart 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel IIA wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef wordt vervangen door «De Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, tweede lid, wordt vervangen door twee leden, luidende:
2. Het in artikel 7:247 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde bedrag van de huurprijs bij aanvang van de bewoning waarboven ingevolge dat artikel voornoemde onderafdeling ten dele van toepassing is, is € 1.000.
3. Het in het tweede lid genoemde bedrag wordt, met ingang van 1 januari van elk jaar, bij ministeriële regeling gewijzigd met het percentage van de huurprijsontwikkeling, zoals die naar redelijke verwachting in het tijdvak dat loopt van 1 juli van het aan het berekeningsjaar voorafgaande jaar tot 1 juli van het berekeningsjaar zal plaatsvinden.
B
Na artikel 8f wordt een artikel ingevoegd, luidende:».
2. Na onderdeel B (nieuw) worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
C
In artikel 14, tweede lid, onderdeel c, wordt «het krachtens artikel 3, tweede lid, vastgestelde bedrag» vervangen door «het in artikel 3, tweede lid, genoemde bedrag».
D
In artikel 46 vervalt «artikel 3, tweede lid,».
II
Na artikel IIA wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIB
In artikel 247, aanhef, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt «het krachtens artikel 3 lid 2 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte vastgesteld bedrag» vervangen door «het in artikel 3 lid 2 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte genoemde bedrag».
Toelichting
Met dit amendement wordt de liberalisatiegrens voor sociale huurwoningen opgehoogd naar € 1.000. Gezien de woningnood is er een noodzaak om snel meer betaalbare en wat duurdere woningen te realiseren voor mensen met een laag en middeninkomen. Woningcorporaties hebben hierbij een belangrijke rol.
De liberalisatiegrens zal jaarlijks worden geïndexeerd.
Huurtoeslag zal blijven gelden voor het goedkopere deel van de sociale huursector, dus tot een huurprijs van € 720,42. (prijspeil 2019) Deze huurtoeslaggrens wordt jaarlijks geïndexeerd.
Ook de grens voor de verhuurderheffing blijft gekoppeld aan deze huurtoeslaggrens van € 720,42 (prijspeil 2019), om te voorkomen dat verhuurders geen of te weinig investeringsruimte overhouden voor belangrijke maatschappelijke opgaven als het bouwen van betaalbare huizen, goed onderhoud en verduurzaming.
Beckerman