[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de informele Telecomraad van 1 maart 2019 in Boekarest

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Brief regering

Nummer: 2019D12271, datum: 2019-03-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-756).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-756 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.

Onderdeel van zaak 2019Z05874:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 756 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2019

Hierbij bied ik u het verslag van de informele Telecomraad van 1 maart in Boekarest aan. Op de agenda stonden een beleidsdebat over de toekomst van Digitaal Europa (na 2020) en een beleidsdebat over Artificiële Intelligentie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer

Beleidsdebat Toekomst Digitaal Europa «beyond 2020»

Op deze informele Telecomraad wilde het Roemeense voorzitterschap in het bijzonder stilstaan bij de toekomst van Europees digitaal beleid, nu dit jaar Europese Parlementsverkiezingen plaats zullen vinden en een nieuwe Europese Commissie zal aantreden. De discussie werd geopend door Eurocommissaris Digitale Interne Markt (en tevens vicevoorzitter van de Europese Commissie) Andrus Ansip. Hij gaf aan tevreden te zijn met de bereikte resultaten op de digitale interne markt. Hij benadrukte dat het nu van belang is dat de lidstaten de aangenomen maatregelen tijdig implementeren.

Over de prioriteiten van de toekomst van een digitaal Europa bestond overeenstemming tussen de meeste lidstaten, namelijk: meer Europese samenwerking en publieke en private investeringen op het gebied van sleuteltechnologieën als Artificiële Intelligentie (hierna: AI), kwantumcomputers, blockchain en 5G. Ook Nederland gaf aan meer Europese samenwerking op deze gebieden te wensen. Bij de toekomstige uitwerking van de digitale interne markt gaven veel lidstaten aan de Europese waarden en burgerrechten van groot belang te vinden. Veelgenoemde uitgangspunten voor de borging daarvan waren de mensgerichte aanpak (human centric approach) en cybersecurity. Omdat dat de EU-burgers de voordelen van de digitale ontwikkelingen daadwerkelijk moeten kunnen benutten, werd ook de nadruk gelegd op het bevorderen van digitale geletterdheid (e-literacy) en vaardigheden (e-skills). Daarom kreeg ook de digitale inclusiviteit (digitaal beleid gericht op kansen, toegang en vaardigheden voor de gehele samenleving) de aandacht van veel lidstaten. Nederland benadrukte hierbij het belang van een integrale, cross-sectorale aanpak van de toekomst van een digitaal Europa. Daarnaast gaf het aan dat de Europese Unie zich wereldwijd kan onderscheiden met een mensgerichte aanpak voor sleuteltechnologieën als AI. Het Roemeense voorzitterschap zal de uitkomsten van het debat gebruiken voor de aanstaande Telecomraad van 9 juni a.s. als inbreng vanuit de Raad richting de nieuwe Europese Commissie.

Beleidsdebat Artificiële Intelligentie

Vicevoorzitter Andrus Ansip opende met een onderzoek van McKinsey die stelt dat de Europese Unie achterloopt op China en VS op het gebied van AI.1 Om op deze achterstand in te lopen zijn investeringen, datadeling en digitale vaardigheden van groot belang. Ook de ethische aspecten van AI, zoals bijvoorbeeld uiteengezet door de European Group on Ethics in Science and New Technologies in «Ethics en Artifical Intelligence»,2 moeten volgens vicevoorzitter Ansip niet worden vergeten. Het is nu dan ook aan de lidstaten om deze aspecten nader te bekijken en te bezien hoe deze kunnen worden gewaarborgd. Nederland onderschrijft dit en heeft uw Kamer op 14 februari jl. reeds geïnformeerd over de inbreng op de consultatie met betrekking tot de ethische richtsnoeren voor AI.3

Zoals ook tijdens de Raad voor Concurrentievermogen van 18 en 19 februari jl. is besproken, werd door diverse lidstaten aangegeven dat ze in 2019 hun nationale AI-strategieën zullen afronden.4 De lidstaten gaven aan dat AI een strategische technologie is, die gelet op geopolitieke en economische redenen zoveel mogelijk in de Europese Unie ontwikkeld moet worden. Lidstaten gaven daarnaast aan dat een goede toepassing van de Algemene verordening gegevensbescherming, datadeling, een gezamenlijke Europese dataruimte, het openstellen van data silos (datasets die nog niet toegankelijk zijn) belangrijk zijn voor de ontwikkeling van AI. Nederland benadrukte met name het belang van beschikbaarheid en het delen van data voor AI en daarbij gewezen op «De visie op datadeling tussen bedrijven» die in februari aan uw Kamer is gestuurd 5. In deze visie heeft het kabinet aangegeven dat datadeling bij voorkeur vrijwillig tot stand komt en zo nodig verplicht (zij het onder strikte voorwaarden). Nederland vindt daarbij dat transparante en begrijpelijke algoritmes nodig zijn, zodat duidelijk is wat er met de data gebeurt.6


  1. Tackling Europe’s gap in digital and AI, Discussion Paper Mckinsey Global Institute, februari 2019.↩︎

  2. Ethics and Artificial Intelligence, statement van de European Group on Ethics in Science and New Technologies (EGE), 2018.↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-30, nr. 451, bijlage.↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-30, nr. 451.↩︎

  5. Kamerstuk 26 643, nr. 594↩︎

  6. Motie Van den Berg/Wörsdörfer, Kamerstuk 21 501-33, nr. 748.↩︎