Motie van het lid Dik-Faber over de instelling van een Huurteam door gemeenten
Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur)
Motie
Nummer: 2019D12506, datum: 2019-03-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35036-21).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35036 -21 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur).
Onderdeel van zaak 2019Z06014:
- Indiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-03-27 10:15: Wet maatregelen middenhuur (35036) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-04-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 036 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur)
Nr. 21 MOTIE VAN HET LID DIK-FABER
Voorgesteld 27 maart 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in 2018 bij 58% van de uitspraken die de Huurcommissie deed over huurcontracten in de vrije sector, de conclusie werd getrokken dat de woning op basis van het woningwaarderingsstelsel onder de regels van de sociale huursector had moeten vallen en dat de huur, als gevolg hiervan, gemiddeld met € 270 omlaagging;
overwegende dat huurders die een te hoge huur betalen niet altijd op de hoogte zijn van de mogelijkheid om naar de Huurcommissie te stappen en bij huurders de angst kan bestaan dat een gang naar de Huurcommissie de relatie met hun huisbaas niet ten goede zal komen;
constaterende dat er verschillende gemeenten zijn die een Huurteam, of andere vorm van advisering, hebben, waarmee huurders worden gewezen op het bestaan van de Huurcommissie en op een laagdrempelige wijze hulp kunnen krijgen bij het inschakelen hiervan;
van mening dat een Huurteam in gemeenten een belangrijk middel kan zijn om de positie van huurders te versterken;
verzoekt de regering, gemeenten aan te moedigen om over te gaan tot de instelling van een Huurteam al dan niet in regionaal verband;
verzoekt de regering tevens, te onderzoeken hoe de bekendheid van de mogelijkheid om een gang te maken naar de Huurcommissie, al dan niet via een lokaal Huurteam, kan worden verbeterd en hiertoe zo nodig met voorstellen te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber