Reactie op verzoek commissie inzake het bericht dat door onderhoudsfouten bij spuitcabines in Woensdrecht medewerkers zonder beschermende kleding zijn blootgesteld aan chroom-6
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019
Brief regering
Nummer: 2019D12946, datum: 2019-03-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-X-109).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. Visser, staatssecretaris van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 X-109 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2019Z06224:
- Indiener: B. Visser, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2019-04-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-04 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2019-09-11 10:00: Personeel Defensie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2019-09-12 14:40: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019
Nr. 109 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2019
Het actualiteitenprogramma Nieuwsuur zond op 17 maart 2019 een item uit over het gebruik van chroom-6 op het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW). Naar aanleiding van dit item heeft de vaste commissie Defensie om een reactie gevraagd. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek. Centraal stond een chroom-6 incident bij het gebruik van verfspuitcabines op LCW in 2015.
Naar aanleiding van een eerder uitgevoerde quick scan heeft het LCW in 2015 aan een gespecialiseerd extern bedrijf gevraagd of, en zo ja welke, verbeteringen aan de luchthuishouding van de spuitcabines mogelijk zijn. Dit bedrijf heeft vervolgens geconstateerd dat de filters in de afvoer van de spuitcabines niet goed werkten. Stof is achter het filter in het afvoerkanaal en op kasten in de directe omgeving van de spuitcabines terecht gekomen (waar de medewerkers geen persoonlijke beschermingsmiddelen droegen). In stofmonsters (genomen achter het filter en op de kasten) is toen een geringe hoeveelheid chroom-6 aangetroffen. Na deze constatering zijn de spuitwerkzaamheden direct stilgelegd en is een Commissie van Onderzoek ingesteld (een zogenoemd CvO-onderzoek), zoals gebruikelijk is bij dergelijke voorvallen. Hierover is het betrokken personeel geïnformeerd. De Tweede Kamer is destijds geïnformeerd via een brief van de Minister van Defensie van 1 oktober 2015 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 10).
Het CvO-rapport is inmiddels openbaar gemaakt1. Uit het onderzoek is gebleken dat het niet adequaat functioneren van de luchtbehandelingsinstallatie van de spuitcabines is veroorzaakt door het gebruik van een ander type filter dan was voorgeschreven door de fabrikant. De installatie was niet uitgerust met specifieke signaleringsmiddelen en reageerde dan ook niet op deze andere type filters. Het deel van het afzuigkanaal tussen de filterruimte en de ventilatie-uitgang op het dak van de hangaar bleek geen gesloten systeem te zijn. Door een open verbinding tussen dit afzuigkanaal en de directe omgeving van de spuitcabines kon met chroom-6 vervuilde stof op de kasten terecht komen. Verder kwam uit het CvO-onderzoek dat het aannemelijk is dat het onderhoud (dat destijds door verschillende bedrijven werd gedaan) sinds langere tijd gebrekkig is uitgevoerd, alsook dat de begeleiding en controle hiervan, niet goed was uitgevoerd.
Het is niet uit te sluiten dat personeel in de omgeving van de cabines destijds is blootgesteld aan chroom-6 omdat het onduidelijk was hoe lang deze onveilige situatie heeft geduurd. De constatering werd op een vrijdagmiddag gedaan. In de loop van de daaropvolgende maandag werd duidelijk dat binnen 72 uur een biologische monitoring had moeten worden opgestart. Dit is dus niet gebeurd. Dat alles is zeer te betreuren. Zoals gemeld in de brief van 1 oktober 2015 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 10) is het personeel dat destijds mogelijk is blootgesteld aan chroom-6 na registratie een preventief medisch onderzoek aangeboden. De direct betrokkenen hebben hier gebruik van gemaakt. Daarnaast zijn zij actief voorgelicht over het onderzoek en de uitkomsten. Sowieso geldt dat alle (ex)defensiemedewerkers terecht kunnen bij het informatiepunt chroom-6 (www.informatiepuntchroom6.nl). De aanbevelingen uit het CvO-onderzoek zijn overgenomen en mede met het Rijksvastgoedbedrijf opgepakt. Enkele maanden na het onderzoek uit 2015 zijn nieuwe spuitcabines geplaatst. Ook is een onderhoudscontract afgesloten met de bouwer van de spuitcabines en worden regelmatig controles uitgevoerd op dit onderhoud.
Zolang wordt gewerkt met chroom-6 dient dit veilig te gebeuren. In het plan van aanpak chroom-6 van 4 december 2018 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 70) wordt beschreven hoe dit wordt geborgd. Bij de begroting informeer ik u over de voortgang hiervan, zoals toegezegd in het AO Personeel dd. 12 maart 2019 aan het lid Bruins-Slot (CDA).
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2019/03/08/besluit-op-wob-verzoek-over-rapportage-incident-chroom-6↩︎