Verslag
Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2019D13026, datum: 2019-03-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35166-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 35166 -4 Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten.
Onderdeel van zaak 2019Z05322:
- Indiener: K. Arib, Voorzitter van de Tweede Kamer
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-03-19 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-21 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-03-28 14:00: Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (35166) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-05-16 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-06-03 11:00: Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten (TK 35166) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-06-06 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-06-18 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 166 Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 4 VERSLAG
Vastgesteld 29 maart 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van de Raming van de Tweede Kamer voor het jaar 2020 (Kamerstuk 35 166, nrs. 1–3), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen. Over de paragrafen in het Verslag die niet zijn ingevuld, hebben de Leden geen direct aan de betreffende paragraaf geadresseerde vragen gesteld of opmerkingen gemaakt.
Onder het voorbehoud dat het presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave | blz. | |
1. | Geleidende brief | 2 |
1.1 | Terugblik Raming 2019 | 2 |
1.2 | Vooruitblik Raming 2020 | 2 |
1.2.1 | Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer | 2 |
1.2.2 | Werkwijze van de Kamer | 3 |
1.2.3 | Reorganisatie Kamerorganisatie | 4 |
1.2.4 | Informatiepositie Kamer | 4 |
1.2.5 | Werkbeleving en sociale veiligheid | 6 |
1.2.6 | Betrokkenheid burgers bij Kamer (transparantie Kamerwerk) | 6 |
2. | Begrotingstoelichting | 7 |
2.1 | Algemeen | 7 |
2.1.1 | Algemene uitgangspunten | 7 |
2.1.2 | Financiële uitgangspunten | 7 |
2.1.3 | Opbouw | 7 |
3. | Artikel 2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement | 7 |
4. | Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer | 7 |
5. | Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | 8 |
6. | Staat van de Kamer 2018 | 8 |
1. Geleidende brief
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor het jaar 2020. Naar aanleiding daarvan hebben deze leden de volgende vragen aan het presidium.
De leden van de CDA-fractie constateren, dat de Staatscommissie parlementair stelsel (commissie-Remkes) in haar eindrapport «Lage drempels, hoge dijken» een aantal aanbevelingen doet die gericht zijn aan de Tweede Kamer zelf. Deze leden vragen, op welke wijze deze aanbevelingen door het presidium worden opgepakt.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven dat 2020 een bijzonder jaar is, omdat het dan precies 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Deze leden vragen in dit verband aandacht voor het proces van herstel van onze parlementaire democratie, dat recent door Carla Hoetink is belicht in haar dissertatie Macht der gewoonte: regels en rituelen in de Tweede Kamer na 1945.
1.1 Terugblik Raming 2019
1.2 Vooruitblik Raming 2020
1.2.1 Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Bouwbegeleidingscommissie (BBC) aangewezen is als adviescommissie voor het Presidium op het terrein van huisvestingsaangelegenheden. Naast de BBC wordt er gesproken over betrokkenheid van het programmabureau Renovatie en Tijdelijke Huisvesting en de verantwoordelijke Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken. De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe de samenwerking tussen al deze instanties op dit moment verloopt. Ook vragen de leden zich af of er meer gezegd kan worden over de samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Komt de herziene governance binnen de TK het proces van de renovatie ten goede? Zijn de taken en bevoegdheden nu helemaal duidelijk? In aanvulling daarop: hoe staat het met de voorbereiding van de verhuizing naar B67? Is de discussie over de herinrichtingskosten opgelost met het RVB en komen hier nog extra kosten uit voor de Kamer en hoe komen die terug op de begroting?
De leden van de SP-fractie lezen over de renovatie van het Binnenhof: «De Tweede Kamer hecht aan een sobere en doelmatige renovatie waarbij tekortkomingen worden verholpen, noodzakelijk aanpassingen worden gerealiseerd en onnodige ingrepen worden vermeden». Daar zijn de leden van de SP-fractie het helemaal mee eens. Maar hoe kan het nou dat hierover toch gedoe is ontstaan, en er forse kostenoverschrijdingen dreigen? De risico’s ten aanzien van de tijdelijke huisvesting («extra investeringen waar geen rekening mee is gehouden») worden benoemd in de begrotingstoelichting op de raming, maar waar zullen deze kosten terecht gaan komen en welke gevolgen kan dit hebben? Daarnaast is toegezegd dat alle kosten van de verbouwing en de verhuizingen in het geraamde bedrag van € 475 mln. zat. Er is nu discussie over aanvullende verhuis- en inrichtingskosten. Klopt het dat ook deze kosten al waren toch al opgenomen in het oorspronkelijke bedrag?
1.2.2 Werkwijze van de Kamer
De leden van de VVD-fractie constateren dat er ook in 2018 weer een enorme stijging in het aantal moties, schriftelijke vragen en hoofdelijke stemmingen heeft plaatsgevonden. Er is een werkgroep Herziening Reglement van Orde onder leiding van het lid Van der Staaij opgericht. Deze zal rond het zomerreces van 2019 met aanbevelingen om het parlementaire proces te versterken en waar nodig te moderniseren. De leden van de VVD-fractie vragen zich af de werkgroep op schema loopt en of zij de aanbevelingen inderdaad nog voor het zomerreces kunnen verwachten.
Tevens constateren de leden van de VVD-fractie dat er een explosieve stijging heeft plaatsgevonden van het aantal aangevraagde meerderheidsdebatten, spoeddebatten en dertigledendebatten. Het aantal meerderheidsdebatten is tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2019 meer dan verdrievoudigd. Het aantal dertigledendebatten is tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2019 meer dan verdubbeld. De leden van de VVD-fractie achten het wenselijk dat partijen zich zo snel mogelijk eerder buigen over de vraag of het democratische systeem op deze manier niet vastloopt.
De leden van de VVD-fractie hebben een vraag over de aanpassing van een van de grote commissiezalen met als doel het duale karakter van onze democratie beter tot uitdrukking te brengen. De leden constateren dat de aanpassing van deze zaal teniet gedaan is, en dat deze weer tot de oude stijl is teruggebracht. In de brief wordt gesteld dat de komende tijd gekeken wordt of de aangepaste zaal nog verder verbeterd kan worden. Hoe verhoudt dat zich tot het geschrevene in deze brief? Zijn er plannen om verder te experimenteren met bijvoorbeeld verschillende manieren van debatteren, ook als de Tweede Kamer tijdelijk verhuist?
Wat betreft de nieuw geïntroduceerde en geïmplementeerde werkwijze voor de vaste Kamer commissies (KVKO);wordt geconstateerd dat men positief is over het werken met een jaarplanning. Wel is er behoefte aan meer focus. De leden van de VVD-fractie constateren dat de succesratio van de nieuwe werkwijze aanzienlijk verschilt per commissie. Hoe wordt ingezet op het bewerkstelligen van één en dezelfde manier van werken binnen de commissies door bijvoorbeeld het delen van best practices?
De leden van de SP-fractie constateren dat er een lange lijst is van debatten, zowel meerderheidsdebatten als dertigledendebatten. Daardoor neemt de effectiviteit van het aanvragen van een debat af, omdat het heel erg lang kan duren voordat een aangevraagd debat ingepland kan worden. Hoe ziet het presidium dit? Is dit een probleem? Zijn er geen mogelijkheden om hier nu al iets aan te doen, vooruitlopend op de uitkomsten van de werkgroep onder leiding van dhr. Van der Staaij? Deze leden lezen dat debatten die plaatsvinden in commissiezalen ook volwaardige debatten zijn. Hoe kan de Kamer dit duidelijker tot uiting brengen?
In dat kader vragen de leden van de SP-fractie ook aandacht voor de inrichting van commissiezalen. De Troelstrazaal is aangepast, daar kan staand gedebatteerd worden. Waarom is deze nieuwe opstelling al snel weer ontmanteld? Hoe kan dit? Krijgt deze nieuwe debatopstelling navolging?
De leden van de SP-fractie constateren tot hun vreugde dat tegenwoordig geregeld fractievoorzitters vragen stellen in het Vragenuur, ook aan de Minister-President. Dat maakt het Vragenuur soms net wat attractiever en interessanter. Ook kan het bespreken van politiek actuele onderwerpen de noodzaak verminderen om hierover nog debatten aan te vragen. Ziet het presidium deze voordelen ook?
De leden van de SP-fractie constateren voorts dat op stemmingslijsten geregeld brieven staan van de vaste commissie voor Europese Zaken, waarvan uit de stemmingslijst niet duidelijk wordt waar het over gaat. Bijvoorbeeld het beëindigen van een parlementair behandelvoorbehoud. Zou het niet handig zijn om voortaan in èèn zin het onderwerp op de stemmingslijst weer te geven, zodat duidelijk wordt waarover wordt gestemd?
1.2.3 Reorganisatie Kamerorganisatie
De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat de status is van de reorganisatie van de ambtelijke organisatie. Hoe staat het met de herijking van het bedrijf van de Kamer? Wat is de tussenbalans van de doorlichting van alle diensten? En hoe zit het met de inhuur van externen? Neemt het aantal toe of juist af? Wat is hier het beleid?
De leden van de SP-fractie complimenteren het presidium met het terugdringen van de kosten voor externe inhuur. De Roemernorm wordt inmiddels ruimschoots gehaald. Wordt er voor gezorgd dat dit de komende jaren ook zo zal blijven?
1.2.4 Informatiepositie Kamer
De VVD-leden constateren dat de media steeds vaker nog voor de Tweede Kamer wordt geïnformeerd over kabinetsbesluiten. De VVD-fractie vraagt zich af of er stappen worden ondernomen om dit te voorkomen.
De leden van de CDA-fractie zijn het er van harte mee eens, dat de informatiepositie van de Kamer een voorwerp van aanhoudende zorg is. Deze leden vinden het dan ook terecht, dat het presidium aankondigt, dat de aandacht voor de informatiepositie van het parlement ook het komende jaar centraal blijft staan en dat de aandacht voor de informatiepositie van het parlement een belangrijke prioriteit is en blijft.
De leden van de CDA-fractie menen, dat het gezien het belang van de problematiek zinvol is te herhalen wat zij hebben ingebracht in het verslag over de Raming voor 2019: «De leden van de CDA-fractie kunnen zich goed vinden in de vasthoudendheid waarmee het presidium de informatiepositie van de Tweede Kamer en de transparantie van het Kamerwerk ook voor 2019 centraal stelt. Daar is des te meer reden toe nu het hacken van netwerken een internationale sport lijkt te zijn geworden en zo onze informatiestromen bedreigt. Daarnaast vraagt ook de problematiek van het nepnieuws aandacht, aangezien deze trend niet alleen de kiezer op het verkeerde been kan zetten, maar ook tot ondeugdelijke besluitvorming van regering en parlement kan leiden en zo het vertrouwen van de kiezer nog meer kan ondermijnen. Overigens zijn deze leden van mening, dat dit nepprobleem nog in het niet valt bij de gevolgen van informatie-overload. Het ondoenlijk worden van het kunnen vinden en kennisnemen van gewone relevante informatie, maakt dat grotere transparantie – zonder flankerend beleid – in plaats van de zaken overzichtelijk te maken alleen maar leidt tot het transparant maken van onhanteerbaarheid van de beschikbare informatie. De leden van de CDA-fractie zouden – in lijn met wat zij al sedert 1980 bij eerdere ramingen hebben opgemerkt – gaarne vernemen welke mogelijkheden het presidium ziet voor zulk noodzakelijk flankerend beleid.»
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de beperkte herschikking van personeel naar aanleiding van de aanbevelingen van de Klankbordgroep Versterking Kennis- en Onderzoekspositie (KVKO) het probleem van informatie-overload niet zal kunnen oplossen. Deze leden vragen het presidium aan te geven of er op dit vlak niet ook innovaties beschikbaar of op komst zijn waarmee de Tweede Kamer op zijn minst zou kunnen experimenteren.
De moties-Van der Molen/Omtzigt (TK 28 362, nrs. 16 en 17), die op 27 november 2018 door de Kamer zijn aangenomen, raken ook direct de informatiepositie van de Kamer. Bij brief van 19 december 2018 (TK 34 892, nr. 16) meldde het presidium, dat een informatieprotocol ontwikkeld was waarin de begrippen adequaat en tijdig worden omschreven. Aan dit document werd de laatste hand gelegd, waarna het aan de Kamer en de regering zou worden gezonden.
In de geleidende brief lezen de leden van de CDA-fractie nu, dat het presidium een werkgroep (van Kamerleden en ambtenaren) de opdracht heeft gegeven om de uitwerking van deze moties nader te verkennen en zo nodig voorstellen te doen tot wijziging van de werkwijze en/of de Regeling vertrouwelijke stukken. Wat is de stand van zaken, zo vragen deze leden.
In het Verslag over de Raming voor 2019 hebben de leden van de CDA-fractie geconstateerd dat het kabinet in communicatie met de Kamer soms volstaat met het verwijzen naar internetpublicaties en de Kamer helemaal niet meer voorziet van een document, of dit slechts in beperkte vorm doet. Heeft de regering deze handelwijze inmiddels laten varen en zijn de inmiddels ontstane hiaten hersteld, zo vragen deze leden.
Bij brief van 19 december 2018 (TK 34 892, nr. 16) deed het presidium de toezegging, dat in Parlis standaard informatie zou worden aangeboden over de appreciatie van moties door de regering. De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot deze toezegging. Overigens waarderen deze leden het, dat de fracties als dagelijks gebruiker van de Kamerinformatiesystemen regelmatig betrokken worden bij de verdere ontwikkeling van Parlis.
In het wetgevingsoverleg over de Raming voor 2019 heeft de Voorzitter toegezegd de Kamer te informeren over de mogelijkheden van een openbare toezeggingenregistratie (TK 34 892, nr. 15). De leden van de CDA-fractie herinneren in dit verband aan de motie-Amhaouch/Schouten (TK 34 444, nr. 13), die vroeg om een motievolgsysteem. De leden van de CDA-fractie zijn van mening, dat de Kamer moet kunnen beschikken over een volwaardig motievolgsysteem dat zowel politici als burgers in staat stelt te volgen wat er van de uitspraken van de Kamer geworden is. In 2017 hebben deze leden bij de behandeling van de Raming vrij precies beschreven aan welke eisen zo’n systeem zou moeten voldoen. Deze leden vragen het presidium wat de stand van zaken is met betrekking tot de tweede fase van de realisatie van het motievolgsysteem, die zou bestaan uit een doorontwikkeling van de website van de Kamer, waarmee ook de buitenwereld over de informatie in Parlis kan beschikken. Deze leden vragen, of het presidium met deze tweede fase de toegezegde doorontwikkeling voltooid acht. Deze leden constateren, dat de Tweede Kamer zich «volgend» opstelt. Als de Minister een brief stuurt naar aanleiding van een motie, dan wordt die in Parlis gekoppeld aan de betreffende motie, maar als de Minister daarin een toezegging doet, wie volgt die dan?
De leden van de CDA-fractie vragen, wat de stand van zaken is met betrekking tot het registreren en opvolgen van toezeggingen. In dit verband verwijzen deze leden naar het openbare toezeggingensysteem van de Eerste Kamer.
Overigens stellen deze leden het op prijs, dat de Tweede Kamer tegenwoordig een overzicht op de website heeft van te laat beantwoorde Kamervragen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de verschillende ministeries uiteenlopende opvattingen hebben over wat adequate informatie aan de Kamer over de uitvoering van een motie is. Dit blijkt naar het oordeel van deze leden uit de bijlagen bij de memorie van toelichting op de begroting. Deze leden vragen het presidium bij de regering aan te dringen op verbetering van de informatie in de bijlage bij de memorie van toelichting op de begroting, waarbij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als voorbeeld moge dienen.
1.2.5 Werkbeleving en sociale veiligheid
De leden van de VVD-fractie nemen waar dat de brief van de Voorzitter ingaat op de onderwerpen van werkbeleving en sociale veiligheid en vragen zich af wat de visie van de Voorzitter is op de onderlinge omgang binnen de Kamer wat betreft ongewenst gedrag als het gaat om het filmen van andere collega’s, bedreigingen, etc.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de stelling van het Presidium, dat het belangrijk is dat de Kamer een plek is waar medewerkers hun werk op een prettige en veilige manier kunnen uitvoeren. Deze leden waarderen het daarom, dat er in 2018 een werkbelevingsonderzoek onder medewerkers van de Kamer is uitgevoerd, dat betrekking had op zowel werkbeleving als op ongewenste omgangsvormen. Deze leden vragen op welke termijn het plan van aanpak wordt uitgevoerd, dat op basis van de uitkomsten van het werkbelevingsonderzoek is opgesteld. In de geleidende brief ontbreekt een route-tijd-tabel.
De leden van de CDA-fractie hechten eraan, dat het presidium naar aanleiding van de motie-Biskop (TK 32 531, nr. 14) ook in 2019 en 2020 ruimte biedt voor maatschappelijke stage. In dit verband vragen deze leden ook naar de mogelijkheden voor invulling van de maatschappelijke diensttijd in de Tweede Kamer.
1.2.6 Betrokkenheid burgers bij Kamer (transparantie Kamerwerk)
De leden van de VVD-fractie hebben een vraag over de doelen met betrekking tot het aantal bezoekers aan de Kamer. Er wordt als doel gesteld om meer mensen de Kamer te laten bezoeken, vooral in aanloop naar de tijdelijke sluiting van de Kamer. De leden vragen zich af wat de verwachting is voor het totaal aantal bezoekers in de komende periode. Tevens nemen de leden kennis van het doel alle scholieren minstens één bezoek aan de Kamer te laten brengen. Hoeveel scholieren zou de Kamer theoretisch gezien jaarlijks moeten ontvangen? Wordt er bijvoorbeeld gedoeld op een bezoek van alle scholieren uit een bepaalde groep/klas per jaar?
In het verlengde van hun vragen over de informatiepositie van de Kamer, vragen de leden van de CDA-fractie ook aandacht voor de informatiepositie van burgers, bedrijven, organisaties en belangenbehartigers. Deze leden zijn van mening, dat de positie van deze groepen nog teveel wordt verengd tot bezoekers die een kijkje in de keuken van de Tweede Kamer mogen nemen. Het werk van de Tweede Kamer is echter slechts één schakel, terwijl de samenleving de Tweede Kamer wel aanspreekt op het inzichtelijk maken van de politiek en de besluitvormingsprocessen. Deze leden zijn van mening, dat het beschikbaar maken van data een belangrijke stap is, maar dat daarmee individuele burgers nog niet geholpen zijn. Zij weten nog steeds niet wanneer ze, bij welke actor (departementen, de Raad van State, EU, enz.) in de keten, zich kunnen melden om invloed te kunnen uitoefenen. De leden van de CDA-fractie hebben onder andere bij de behandeling van de Archiefwet en de Wet open overheid aangegeven dat openbaarmaking op zichzelf alleen de gegevensstroom vergroot maar niet per se bijdraagt aan toegankelijkheid en begrijpelijkheid en daarmee echte transparantie. Deze leden vragen het presidium, of hierin een rol voor de Tweede Kamer zelf is weggelegd.
Het presidium stelt dat, met de renovatie van het Binnenhof in aantocht, het doel is om meer mensen de Kamer te laten bezoeken, dus voor we onze deuren tijdelijk sluiten. De leden van de CDA-fractie vragen, wat precies bedoeld wordt met het «tijdelijk sluiten van onze deuren». Deze leden vernemen graag, welke doelen het presidium zich stelt met betrekking tot het bezoek aan de tijdelijke locatie op de Bezuidenhoutseweg.
Het presidium stelt, dat burgers ook «formeel» worden betrokken bij het Kamerwerk, bijvoorbeeld door de V100, internetconsultaties en webinars door Kamercommissies. De leden van de CDA-fractie vragen in welke gevallen gebruik is gemaakt van internetconsultatie en welke resultaten dat heeft opgeleverd.
2. Begrotingstoelichting
2.1 Algemeen
2.1.1 Algemene uitgangspunten
2.1.2 Financiële uitgangspunten
2.1.3 Opbouw
3. Artikel 2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement
4. Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
Over de versterking van de fysieke veiligheid moeten plannen nog worden uitgewerkt. (zie par. G.) Hierover heeft de VVD-fractie een aantal vragen. Op basis van welke risicoanalyse worden deze plannen nu verder uitgewerkt, met andere woorden: is de Tweede Kamer op dit moment voorbereid op een grote calamiteit en/of crisis? Zijn er aan een nieuw veiligheidsplan extra kosten verbonden en zo ja, hoe vindt dat nog zijn weerslag in de begroting van de TK? Tot slot, hoe staat het nieuwe veiligheidsplan in relatie tot de verhuizing? Worden de tijdelijke huisvesting en de veiligheidsvraagstukken aldaar ook meegenomen in dit plan?
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het besluit van het presidium om het Samenwerkingsverband Beeldleveranties Tweede Kamer (convenant NOS, RTL, RPO, TK) te beëindigen (zie par. H). Deze leden delen de opvatting van het presidium, dat het wenselijk is om een gelijk speelveld te creëren voor alle mediapartijen – en niet alleen de partijen die nu deel uitmaken van het Samenwerkingsverband – met als doel de Kamerwerkzaamheden voor een zo breed mogelijk publiek zichtbaar en inzichtelijk te maken. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van bedoeld besluit van het presidium op 24 april 2018? Welke afspraken zijn hierover gemaakt met de mediapartijen (vastgelegd in een regiestatuut en met een adviespositie van het Genootschap van Hoofdredacteuren)?
De leden van de SP-fractie lezen met instemming dat veel zaken belangrijk zijn: de informatiepositie van de Kamer, de informatiebeveiliging, een veilig werkklimaat voor iedereen. Dat veel mensen en vooral scholieren de Tweede Kamer bezoeken, etc. Tegelijkertijd is te lezen dat binnen de apparaatskosten gezocht wordt naar besparingsmogelijkheden. € 1 mln. is reeds ingeboekt. Waarom? Waar zullen die naar verwachting terecht komen, wat zijn de mogelijkheden?
5. Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
6. Staat van de Kamer 2018
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat opnieuw een literatuuroverzicht is toegevoegd aan de Staat van de Tweede Kamer. Deze leden waarderen het ook, dat het overzicht is voorzien van een duiding van de inhoud. Naar de mening van deze leden bieden de opeenvolgende jaarlijkse literatuuroverzichten een goed overzicht van het externe onderzoek naar het functioneren van de Kamer.
De leden van de SP-fractie constateren dat in 2018 een record aantal buitenlandse werkbezoeken is afgelegd (27). Hoe zinvol zijn al die buitenlandse werkbezoeken en worden deze steeds kritisch vooraf overwogen en naderhand geëvalueerd?
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie,
Hendrickx