Het bericht 'Werkgevers: ’Eerder AOW bij zwaar werk’’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D13058, datum: 2019-03-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z06266).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van Kent, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van zaak 2019Z06266:
- Gericht aan: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: B. van Kent, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z06266
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Werkgevers: «Eerder AOW bij zwaar werk»» (ingezonden 29 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Werkgevers: «Eerder AOW bij zwaar werk?»»1 Wat is uw reactie hierop?
Vraag 2
Wat vindt u van het voorstel om een lijst met zware beroepen gebaseerd op het Oostenrijks model te implementeren?
Vraag 3
Hebben werkgevers bij de onderhandelingen een voorstel om een regeling zware beroepen te maken op tafel gelegd? Zo ja, waarom is dat niet opgepakt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Wat is uw reactie op de wens van werkgevers om werknemers met een zwaar beroep die eerder met pensioen gaan geen Algemene Ouderdomswet (AOW)-premie te laten betalen in de periode tot de AOW-leeftijd?
Vraag 5
Hoe kijkt u aan tegen andere alternatieven om mensen in zware beroepen tegemoet te komen door bijvoorbeeld de AOW-leeftijd te koppelen aan het aantal gewerkte jaren zoals in Duitsland of aan het inkomen zoals hoogleraar Knoef onlangs in Trouw voorstelde?2
Vraag 6
Welke regelingen bestaan er in andere Europese landen voor mensen met een zwaar beroep en wat is uw opvatting daarover?
Vraag 7
Wanneer verwacht u de resultaten van het onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) over de varianten van de koppeling van de AOW-leeftijd met de levensverwachting naar de Kamer te sturen?
Vraag 8
In hoeverre zijn de prognoses over de levensverwachting de afgelopen jaren afgeweken van de feitelijke levensverwachting?
Vraag 9
Waarom wordt de AOW-leeftijd alleen naar boven bijgesteld bij een hogere levensverwachting en niet naar beneden bijgesteld als de levensverwachting daalt?
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat wanneer de levensverwachting minder hard toeneemt dan in de prognose de kosten voor de AOW in de toekomst minder hoog zijn dan de 22 miljard die het CPB aangeeft?3 Zo ja, kan dit duidelijk worden aangegeven bij de berekeningen uit het onderzoek dat nu door het CPB wordt gedaan? Zo nee, waarom niet?