[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsreactie op rapport ‘Doorstromen van hbo naar wo’

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D13217, datum: 2019-04-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-717).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -717 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z06354:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

29 388 Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs

Nr. 717 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2019

In mijn brief toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs van 25 oktober jl. heb ik in het kader van een toegankelijk hoger onderwijs stilgestaan bij schakelprogramma’s.1 Met een schakelprogramma krijgen personen die een master willen volgen in het hbo2 of wo, maar niet volledig voldoen aan het instroomniveau van de desbetreffende master, de mogelijkheid om hun deficiënties weg te werken wanneer zij dit binnen een redelijke termijn kunnen doen. Dit kan in sommige gevallen al tijdens de hbo-bacheloropleiding met een ingedaald traject of door het volgen van een individueel of gestandaardiseerd schakelprogramma dat een hogeronderwijsinstelling aanbiedt.

Uit een steekproef die de LSVb vorig jaar heeft gedaan naar het aanbod van schakeltrajecten in het wo kwam naar voren dat het bij één op de acht universitaire masteropleidingen onmogelijk is om als hbo-student een wo-master te volgen. Eerder onderzoek van ResearchNed3 laat zien dat ruim 40% van de universitaire masteropleidingen een schakelprogramma aanbiedt. Zoals eerder aangekondigd heb ik de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) gevraagd nader onderzoek te verrichten, omdat bovengenoemde onderzoeken tot verschillende conclusies komen.4 In deze brief reageer ik op het rapport «Doorstromen van hbo naar wo» van de inspectie. U treft het onderzoeksrapport van de inspectie als bijlage bij deze brief aan5.

Onderzoeksresultaten

Uit het onderzoek van de inspectie komt naar voren dat de toegankelijkheid van masteropleidingen in het wo is toegenomen in vergelijking met de eerdere inventarisatie van de inspectie uit 2015. Desalniettemin blijkt dat nagenoeg één op de vijf wo-masteropleidingen niet toegankelijk is voor hbo-gediplomeerden. De niet-toegankelijke wo-masteropleidingen hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Zo zijn er in de sectoren Gezondheidszorg, Recht en Taal & Cultuur meer niet-toegankelijke masteropleidingen dan in andere sectoren. Daarnaast blijkt dat niet-toegankelijke masteropleidingen vaak kleine of juist zeer grote masteropleidingen (met minimaal 200 studenten per jaar) betreffen. Een ander kenmerk is dat het veelal masteropleidingen zijn met een capaciteitsbeperking. De inspectie heeft tevens geconstateerd dat instellingen van elkaar verschillen in de mate waarin ze toegang bieden aan hbo-gediplomeerden. Twee universiteiten hebben naar verhouding opvallend veel niet-toegankelijke opleidingen en vier universiteiten worden door de inspectie aangeduid als goed toegankelijk. Ook wanneer gekeken wordt naar de toegankelijkheid van opleidingen die op meer dan één universiteit worden aangeboden, blijkt dat deze twee universiteiten naar verhouding veel masteropleidingen kennen die niet-toegankelijk zijn voor hbo-gediplomeerden. Dit, terwijl dezelfde opleidingen bij andere universiteiten wel toegankelijk zijn. De meest genoemde redenen die instellingen aangeven om hbo-gediplomeerden niet toe te laten, zijn een ontoereikend niveau van de hbo-gediplomeerden, het ontbreken van een verwante hbo-bachelor en een beperking van de instroom tot specifieke wo-bacheloropleidingen. Hierbij valt op dat van de twee universiteiten met de meest niet-toegankelijke masteropleidingen één universiteit heeft aangegeven te verwachten volgend jaar voor een aantal opleidingen een schakelprogramma aan te kunnen bieden. De andere universiteit geeft aan dat in een aantal gevallen toch instroom mogelijk is.

Het onderzoek van de inspectie laat andere resultaten zien dan de steekproef van de LSVb en het onderzoek van ResearchNed. Dit is te verklaren doordat zowel de LSVb als ResearchNed hun bevindingen hebben gebaseerd op informatie die zij hebben gevonden op websites van de universiteiten. De inspectie heeft de universiteiten direct benaderd om informatie aan te leveren over hun masteropleidingen. Dit geeft aan dat de websites van instellingen niet altijd alle informatie omvatten. Mijns inziens zou dit niet moeten kunnen. Ik roep de instellingen dan ook op om de informatie op hun websites volledig en up-to-date te houden.

Aanbevelingen

Mede naar aanleiding van de aanbevelingen van het rapport van de inspectie zullen de twee artikelen in de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) met betrekking tot schakelprogramma’s geëxpliciteerd worden, zodat duidelijk is voor studenten wat hun rechten zijn en voor instellingen wat hun verplichting is ten overstaan van studenten met betrekking tot het aanbieden van schakelprogramma’s. Op dit moment ben ik hiermee bezig en ik verwacht het wetsvoorstel waar dit onderdeel van uitmaakt begin volgend jaar aan uw Kamer voor te kunnen leggen.

De wetgeving omtrent schakelprogramma’s heeft tot doel om de toegankelijkheid van masters te vergroten en de doorstroom te bevorderen. Wanneer iemand een masteropleiding wil volgen, maar niet voldoet aan de instroomvereisten van de masteropleiding, dient bekeken te worden of iemand binnen een redelijke termijn zijn deficiënties kan wegwerken. Hierbij wil ik benadrukken dat het niet de bedoeling is dat groepen personen (waaronder hbo-gediplomeerden) per definitie de toegang tot een masteropleiding wordt ontzegd. Tegelijkertijd betekent dit niet dat vanzelfsprekend iedereen toegang tot een masteropleiding heeft. Immers, alleen wanneer redelijkerwijs kan worden verwacht dat iemand binnen een redelijke termijn zijn deficiënties weg kan werken, heeft een instelling de verplichting om een schakelprogramma aan te bieden. Maatwerk staat hierbij dus centraal. Om te kunnen bepalen welke deficiënties iemand heeft, is het van belang dat de instroomvereisten van de masteropleiding geconcretiseerd zijn. De universiteiten hebben hier reeds in het Kader Toelating Master6 afspraken over gemaakt.

Bij deze roep ik de universiteiten op om conform deze lijn te handelen. Dit zou ook moeten voorkomen dat gelijksoortige masteropleidingen bij bepaalde instellingen wel en andere instellingen niet toegankelijk zijn voor personen met deficiënties, zoals hbo-gediplomeerden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven


  1. Toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs, Kamerstukken 31 288 en 29 388, nr. 664.↩︎

  2. De mogelijkheden voor doorstroom wordt eveneens vergroot en verrijkt door het groeiende aanbod van masteropleidingen bij hogescholen.↩︎

  3. Schakelen tussen bachelor en master in het hoger onderwijs, ResearchNed. Bijlage bij 31 288, nr. 585.↩︎

  4. Toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs, Kamerstukken 31 288 en 29 388, nr. 664.↩︎

  5. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  6. Kader Toelating Master, ten behoeve van het BO MOCW op 27 september 2018, VSNU (2018).↩︎