[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie inzake brief houdende een verzoek om uitgebreid gezondheidsonderzoek voor veteranen

Brief regering

Nummer: 2019D13285, datum: 2019-04-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D13285).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z06401:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D13285 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2019

De vaste commissie voor Defensie heeft mij op 7 maart jl. verzocht om een reactie op de brief van de heer M.P.K. R. van 19 februari 2019, houdende een verzoek om een uitgebreid gezondheidsonderzoek voor veteranen. Hierbij stuur ik mijn reactie op deze brief.

Ik begrijp dat veteranen zich zorgen maken over hun gezondheid na de recente meldingen over onder meer burn pits en asbest op Potacari. Zoals ik u gemeld heb in de Kamerbrief Gezondheidsklachten door burn pits in missiegebieden (Kamerstuk 35 000 X, nr. 99) heb ik de oproep gedaan aan (oud-) werknemers die ziek denken te zijn geworden van blootstelling aan burn pits zich te melden bij het daarvoor ingerichte meldpunt. Dit onafhankelijke meldpunt is sinds 4 februari jl. ingericht bij het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel. Als de meldingen hiervoor aanleiding geven zal ik een onafhankelijk onderzoek instellen naar gezondheidsklachten in relatie tot burn pits. Ik heb in de voornoemde Kamerbrief aangegeven dat ik de Kamer hierover begin april informeer.

In de Kamerbrief over Asbest op Potocari (Bosnië en Herzegovina) en Rukla (Litouwen) (Kamerstuk 35 000 X, nr. 99) heb ik u geïnformeerd over onder meer de beheersmaatregelen die Defensie neemt voor de eenheden in Litouwen. In deze Kamerbrief heb ik u tevens geïnformeerd dat de militairen die werkzaam zijn geweest in Potocari geen onverantwoord gezondheidsrisico hebben gelopen ten aanzien van asbest. Daarnaast heb ik u gewezen op het feit dat uw Kamer in 2000 is geïnformeerd over het onderzoek naar de blootstelling van militairen aan ioniserende straling op de compound Potocari (S2000016523). De conclusie was dat «er geen reden is te veronderstellen dat uitgezonden militairen zijn blootgesteld aan significante doses ioniserende straling door rookmelders of andere radioactieve bronnen.»

Defensiemedewerkers met gezondheidsklachten kunnen zich altijd melden bij de militair geneeskundige dienst. Voormalig medewerkers met gezondheidsklachten melden zich bij de huisarts. Veteranen kunnen met vragen of voor advies altijd terecht bij het Veteranenloket. Op deze wijze geeft Defensie invulling aan haar zorgplicht voor veteranen zoals die voortkomt uit de Veteranenwet.

Voor het monitoren van het welzijn van de veteraan zijn diverse instrumenten beschikbaar. Allereerst is er de integrale nazorg gericht op vroeg-signalering en ondersteuning van de militair en zijn thuisfront. Onderdelen van de nazorg zijn de adaptieperiode, terugkeergesprekken en de nazorgvragenlijst.

Daarnaast heeft Defensie een uitgebreide onderzoeksagenda Veteranenzorg. Naast onderzoek onder de brede veteranenpopulatie, zoals het tweejaarlijks onderzoek «Veteraan hoe gaat het met u», vindt onderzoek op diverse specifieke thema’s plaats. Voor een overzicht verwijs ik naar de aan u toegezonden Veteranennota 2017–2018 (bijlage bij Kamerstuk 30 139, nr. 186).

De gedachte achter het verzoek van de heer R., namelijk dat veteranen de best mogelijke zorg verdienen deel ik. Het voorstel tot het houden van een een uitgebreid gezondheidsonderzoek onder alle veteranen heeft evenwel niet mijn steun. De reden daarvoor is dat in een situatie dat geen sprake is van gezondheidsklachten een uitgebreid gezondheidsonderzoek niet zinvol is.

Defensie heeft reeds een breed systeem van monitoring en onderzoek onder veteranen op basis waarvan het (mogelijke) gezondheidsklachten kan identificeren. Een onderzoek onder de populatie veteranen voegt daar op dit moment geen extra inzicht aan toe. Daarbij geeft een dergelijk gezondheids-onderzoek geen antwoord op de vraag naar een causaal verband tussen de desbetreffende missie en een gezondheidsklacht van een individuele militair.

Tot slot

Ik deel de mening van de heer R. dat veteranen de best mogelijke zorg verdienen en begrijp ik de ongerustheid van veteranen over de mogelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen tijdens hun inzet. Ik herhaal dan ook mijn oproep aan (voormalig) medewerkers die menen gezondheidsklachten te hebben door blootstelling aan burn pits, zich te melden bij het daarvoor ingerichte meldpunt. Voor de andere situaties geldt eveneens dat defensiemedewerkers met gezondheidsklachten zich altijd kunnen melden bij de militair geneeskundige dienst. Voormalig medewerkers met gezondheidsklachten melden zich bij de huisarts. Veteranen kunnen met vragen of voor advies terecht bij het Veteranenloket.

De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten