Lijst van vragen over werkdrukmiddelen primair onderwijs (Kamerstuk 31293-435)
Primair Onderwijs
Lijst van vragen
Nummer: 2019D13522, datum: 2019-04-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (nds-tk-2019D13522).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z04346:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-03-12 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-03-14 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-04-02 14:00: Werkdrukmiddelen primair onderwijs (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-05-22 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-06-26 10:00: Wetgevingsoverleg over de Slotwet 2018, het Jaarverslag 2018 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-07-03 14:40: Aansluitend aan de beƫdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-09 14:00: Leraren (Algemeen overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (š origineel)
2019D13522 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over zijn brief d.d. 6Ā maart 2019 over werkdrukmiddelen primair onderwijs (Kamerstuk 31Ā 293, nr.Ā 435).
Lijst van vragen
De voorzitter van de commissie,
Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Nr. | Vraag |
1 | Wordt met de kasschuif het totaalbedrag aan werkdrukmiddelen dat aan het primair onderwijs wordt overgemaakt groter, kleiner of blijft het gelijk? |
2 | Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van de kasschuif en een overzicht geven van de middelen die scholen na 2019/2020 krijgen voor het bestrijden van de werkdruk? |
3 | Klopt het dat er op andere begrotingsposten geld overblijft en deze middelen worden ingezet voor het bestrijden van de werkdruk? Zo ja, om welke begrotingsposten gaat dit en om hoeveel geld? |
4 | Wordt de beloofde 430 miljoen euro voor het bestrijden van de werkdruk nog deze kabinetsperiode gehaald? |
5 | Klopt het dat is toegezegd dat in de evaluatie van de werkdrukmiddelen voorafgaand aan de uitkering van de tweede tranche wordt gekeken naar de verdeling van middelen tussen het s(b)o1 en het regulier onderwijs? Zo ja, welke gevolgen heeft de kasschuif voor deze toezegging? |
6 | Is er een verschil in werkdruk die leraren in het primair onderwijs ervaren tussen stedelijke gebieden en perifere gebieden? Is er een verschil in werkdruk die leraren in het primair onderwijs ervaren tussen groeigebieden en krimpgebieden? Zo ja, is hier een verklaring voor te geven? |
7 | Op welke wijze worden de werkdrukmiddelen besteed? Zijn er verschillen aan te geven tussen schoolsoorten (regulier of speciaal) of tussen scholen in stedelijke gebieden of landelijke gebieden of groeiregio's en krimpregio's? |
8 | Is bekend hoe de werkdruk van leraren wordt verlaagd in omringende landen? |
9 | Hoe wordt gemeten dat de werkdruk verminderd is door de inzet van de werkdrukmiddelen? Naar welke indicatoren wordt dan gekeken? Zijn er concrete cijfers over de effectieve en efficiƫnte besteding van middelen? Wat zijn de redenen dat deze signalen representatief zijn voor de gehele sector? Zijn de signalen op basis waarvan wordt geconcludeerd dat de middelen efficiƫnt worden ingezet representatief voor de sector? |
10 | In hoeverre voeren lerarenteams niet alleen met elkaar het gesprek over het verminderen van hun werkdruk en wegen ze daarbij af welke aanpak het beste past binnen hun context, maar krijgen zij ook daadwerkelijk zeggenschap over de beslissingen die vallen over de besteding van de werkdrukmiddelen? Bij welk deel van de scholen voor primair onderwijs vindt zelfs niet het gesprek met lerarenteams plaats? |
11 | Waarom is de beslissing om middelen uit het werkdrukakkoord eerder beschikbaar te stellen niet mede overlegd met twee andere oorspronkelijke ondertekenaars van dat akkoord, te weten de AOb2 en FvOv3, maar alleen met CNV Onderwijs? |
12 | Wat was voor zowel het ministerie als CNV Onderwijs de reden dat de Minister ruim een week voor de grote onderwijsstaking van 15Ā maart 2019, mede op verzoek van CNV Onderwijs, het eerder beschikbaar stellen van de middelen uit het werkdrukakkoord bekendmaakte? |
13 | Hoeveel van de werkdrukmiddelen zijn besteed aan externe consultants, procesbegeleiders enzovoort? Herkent u de signalen dat deze beroepsgroep actief acquireert met de toevoeging dat zij te financieren zijn vanuit de middelen uit het werkdrukakkoord? |
14 | Waar kan de uitslag van de peiling van de PO-Raad worden gevonden? Is er een link naar de peiling? |
15 | In hoeveel gevallen wenden scholen de werkdrukmiddelen aan om tegenvallers op te vangen in de exploitatielasten, zonder dat de werkdruk voor de man of vrouw die voor de klas staat, aantoonbaar vermindert? |
16 | Klopt het dat u aangeeft samen met het onderwijs in te zetten op een breder pakket aan landelijke en regionale maatregelen om het lerarentekort aan te pakken? Kunt u aangeven welke nieuwe, het afgelopen kalenderjaar niet eerder naar voren gebrachte, maatregelen om het lerarentekort te bestrijden zoal aan de orde zijn gekomen? Is hier ook aanvullend budget voor beschikbaar? Is het verhogen van de salarissen ook als optie langsgekomen? |
17 | Kunt u aangeven om hoeveel scholen het gaat in de zinsnede: Ā«zijn er slechts enkele meldingen binnen gekomen waar, samen met sociale partners, naar een oplossing is gezochtĀ»? Wat zijn de specifieke problemen waar zij tegenaanlopen? |
18 | Waarom vindt er een tussenevaluatie specifiek plaats in 2020? Waarom wordt er niet gekozen voor een constante monitoring? |
19 | Hoe worden mensen uit de sector ingelicht over het meldpunt vanuit de sociale partners? |
1 sbo: speciaal basisonderwijs 2 AOb: Algemene Onderwijsbond 3 FvOv: Federatie van Onderwijsvakorganisaties |