[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Agema, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 2 april 2019, over het bericht dat drie kinderen onder de vier jaar op een crèche in Den Haag zijn besmet met mazelen

Preventief gezondheidsbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D13594, datum: 2019-04-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32793-372).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32793 -372 Preventief gezondheidsbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z06583:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

31 322 Kinderopvang

Nr. 372 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2019

Bij de regeling van werkzaamheden van dinsdag 2 april 2019 heeft u gevraagd om een brief over het bericht dat drie kinderen onder de vier jaar op een crèche in Den Haag zijn besmet met mazelen (Handelingen II 2018/19, nr. 69, Regeling van Werkzaamheden). U heeft aangegeven een brief, met daarin de huidige stand van zaken en een plan van aanpak, te willen ontvangen voor 12.00 uur vandaag. Hierbij doe ik u deze brief toekomen.

Stand van zaken

Op een kinderdagverblijf in Den Haag is bij zeker drie kinderen mazelen geconstateerd. Een vierde kind is ook ziek maar daarbij is mazelen nog niet bevestigd. Mazelen is zeer besmettelijk en kan via hoesten en niezen overgebracht worden. Kinderen worden op de leeftijd van 14 maanden voor het eerst gevaccineerd tegen mazelen. Eén van de kinderen heeft de mazelen waarschijnlijk in het buitenland opgelopen en daarna de andere kinderen besmet.

Plan van aanpak

Mazelen is in het kader van de Wet publieke gezondheid een meldingsplichtige ziekte uit groep B, dat houdt in dat de gemeente verantwoordelijk is voor de bestrijding en dat de GGD de uitvoering van de bestrijding verzorgt. Het RIVM kan de GGD op diens verzoek ondersteunen.

De GGD Haaglanden heeft direct na het bekend worden van de ziektegevallen bron- en contactonderzoek ingesteld en geïnventariseerd met wie de kinderen in hun besmettelijke periode contact hebben gehad. Dit betreft privécontacten, contacten in de gezondheidszorg en contacten op het kinderdagverblijf. Indien nodig hebben deze personen vaccinatie of een injectie met antistoffen gekregen. Kinderen onder de 6 maanden worden behandeld met antistoffen om ze zo snel mogelijk te beschermen. Kinderen van 6 maanden tot 14 maanden worden versneld gevaccineerd of krijgen antistoffen. Ook oudere kinderen die nog niet waren gevaccineerd krijgen een vaccinatie.

De GGD Haaglanden heeft alle huisartsen en jeugdartsen in Den Haag een brief gestuurd om hen op de hoogte te stellen van de situatie en hen te wijzen op de mogelijkheid dat er patiënten met mazelen in hun praktijk kunnen komen. Verdere verspreiding kan – ondanks adequate maatregelen – vooralsnog niet uitgesloten worden. GGD Haaglanden houdt de situatie goed in de gaten.

Mazelen in Nederland

Er zijn dit jaar tot nu toe meer mazelenpatiënten gemeld dan in dezelfde periode in de voorafgaande jaren. Over heel Nederland zijn er in 2019 tot nu toe 15 patiënten gemeld. Voorgaande jaren werden er 10 tot 20 patiënten in het hele jaar gemeld. De toename van het aantal patiënten komt doordat er in diverse landen in Europa mazelenuitbraken zijn. De meeste patiënten hebben de ziekte in het buitenland opgelopen, soms besmetten zij vervolgens in Nederland nog één of enkele onbeschermde personen. Het gaat daarbij niet alleen om kinderen, maar ook om volwassenen die niet beschermd zijn tegen mazelen. De vaccinatie tegen mazelen is vanaf 1976 opgenomen in het vaccinatieprogramma, dus een deel van de volwassenen is niet gevaccineerd.

Het RIVM heeft in maart alle GGD-en gewezen op de mazelensituatie in Europa en de daaraan gerelateerde kans op ziektegevallen in Nederland. Daarbij is ook aandacht besteed aan het advies «Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg». Het doel van dit advies is om zowel gezondheidszorgwerkers als hun patiënten te beschermen tegen mazelen. Dit kan door ervoor te zorgen dat gezondheidszorgmedewerkers volledig gevaccineerd zijn en door direct maatregelen te nemen als er zich een patiënt meldt met mazelen. Het RIVM heeft de GGD’en verzocht de huisartsen in hun regio te attenderen op de mazelensituatie en op het advies «Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg».

Er zal in het kader van de reizigersadvisering extra aandacht besteed worden aan vaccinatie tegen mazelen om besmetting op reis te voorkomen.

Vaccinatiegraad

Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte. De kans is groot dat iemand die niet gevaccineerd is, wordt besmet als hij in contact komt met iemand die mazelen heeft.

Als de vaccinatiegraad voldoende hoog is (bij mazelen >95%), is er sprake van groepsbescherming. Dan ontstaat er geen grote uitbraak, zoals nu in een aantal landen in Europa wel voorkomt. Het mazelenvirus zal dan immers – als het door de patiënt uitgehoest wordt – op vrijwel allemaal beschermde personen stuiten. Deze personen worden niet ziek en zullen het mazelenvirus ook niet verder verspreiden. Daardoor wordt de verspreiding van het virus afgeremd en uiteindelijk gestopt. Deze groepsbescherming zorgt ervoor dat ongevaccineerde kinderen niet ziek worden, maar daarvoor moeten zij wel een buffer van beschermde personen om zich heen hebben. Een hoge vaccinatiegraad is voor deze groepsbescherming van groot belang. Ik heb u over mijn plannen rond vaccinatie in november de brief «verder met vaccineren» gestuurd (Kamerstuk 32 793, nr. 338).

Kinderopvang

Groepsbescherming speelt veel minder een rol op een kinderdagverblijf. Niet-gevaccineerde kinderen kunnen in principe mazelen op het kinderdagverblijf introduceren, bijvoorbeeld als zij de ziekte in het buitenland hebben opgelopen. Dit geldt ook voor de kinderen die nog niet gevaccineerd zijn, omdat zij nog geen 14 maanden zijn.

Als een ongevaccineerd kind direct contact heeft met een mazelenpatiënt wordt het niet beschermd door andere, wel gevaccineerde personen. Bij mazelen is – net als bij veel andere infectieziekten – de patiënt al besmettelijk voordat hij of zij klachten heeft. Omdat een besmet kind met (vrijwel) alle andere kinderen op het kinderdagverblijf in contact komt, lopen alle niet-gevaccineerde kinderen risico op besmetting.

Vanwege de privacy van de betrokken ouders en kinderen kunnen we niet schetsen hoe de situatie rond de uitbraak van mazelen op dit kinderdagverblijf exact in elkaar zit. GGD Haaglanden heeft wel gemeld dat de besmette kinderen niet gevaccineerd waren en dat twee van hen wel voor vaccinatie op basis van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in aanmerking kwamen. Het is echter van belang om vast te stellen dat een dergelijke situatie ook heel goed mogelijk is als alle kinderen precies volgens het schema van het RVP zijn gevaccineerd. Op elk kinderdagverblijf zijn kinderen onder de 14 maanden die nog geen vaccinatie tegen mazelen hebben gehad en dus besmet kunnen worden. Zelfs bij een 100% dekkingsgraad in het kader van het RVP is een dergelijke besmetting dus mogelijk.

Commissie kinderopvang en vaccinatie

Het is van belang dat kinderen zich op een zo goed en veilig mogelijke manier kunnen ontwikkelen op de kinderopvang. Gezien de nieuwsberichten over uitbraken van mazelen in het buitenland en deze besmetting in Nederland is het begrijpelijk dat ouders zich zorgen maken. Daarom hebben de Staatssecretaris van SZW en ik een onafhankelijke commissie gevraagd om oplossingsrichtingen te onderzoeken die tegemoetkomen aan de zorgen van ouders op de kinderopvang. Deze oplossingsrichtingen dienen werkbaar te zijn voor een kindercentrum en een voorziening voor gastouderopvang. De Commissie Kinderopvang en vaccinatie buigt zich momenteel over dit complexe vraagstuk. Zij hopen nog voor de zomer met een rapport te komen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis