Reactie op het verzoek van het lid Krol, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 26 maart 2019, over de juridische effecten van de goedkeuring van het Globale Pact voor Veilige, Ordentelijke en Reguliere Migratie door de Algemene vergadering van de Verenigde Naties (opgesteld door de juridische dienst van de Europese Commissie)
Migratiebeleid
Brief regering
Nummer: 2019D13891, datum: 2019-04-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30573-173).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30573 -173 Migratiebeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z06746:
- Indiener: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-04-09 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-10 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-04-11 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
30 573 Migratiebeleid
Nr. 173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2019
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 26 maart jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 66, Regeling van Werkzaamheden) heeft uw Kamer gevraagd om een brief naar aanleiding van berichtgeving over een document van de Europese Commissie waarin zou worden gesteld dat het VN Global Compact voor Veilige, Geordende en Reguliere Migratie juridische werking zou hebben. Met deze brief kom ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, aan dit verzoek tegemoet.
Zoals ik op 25 maart jl. uw Kamer heb geïnformeerd,1 heeft de Commissie naar aanleiding van hogergenoemde berichtgeving gemeld dat dit een niet officieel document betreft. Het gaat om een document dat weliswaar door een individuele medewerker van de Commissie is opgesteld, maar niet breder wordt gedragen binnen de Commissie. Het verandert niets aan de zienswijze van de Commissie ten aanzien van het juridisch niet-bindende karakter van het Compact. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken heeft Commissaris Hahn dit ook desgevraagd bevestigd. De Juridische Dienst van de Raad beaamde deze lezing.
Dit niet-officiële document doet evenmin af aan de zorgvuldige juridische analyse die, mede op verzoek van uw Kamer, is uitgevoerd en waarover uitgebreid met uw Kamer is gedebatteerd. Feit blijft dat het Compact een juridisch niet-bindend document is en geen afdwingbare rechten genereert.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2053↩︎