Nederlandse inzet in Europese grens- en kustwacht in 2019
JBZ-Raad
Brief regering
Nummer: 2019D14034, datum: 2019-04-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32317-550).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32317 -550 JBZ-Raad.
Onderdeel van zaak 2019Z06812:
- Indiener: M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-04-09 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-10 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-06-05 12:00: JBZ-Raad Luxemburg op 6 en 7 juni 2019 (JBZ-onderwerpen op het terrein van asiel- en vreemdelingenbeleid) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-01-19 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 317 JBZ-Raad
Nr. 550 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2019
Nederland heeft tijdens de jaarlijkse bilaterale gesprekken met het Europese grens- en kustwacht agentschap (Frontex) de nationale inzet voor de activiteiten van het agentschap in 2019 vastgesteld. In deze brief informeer ik u mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over de Nederlandse inzet van personeel en materieel voor Frontex in 2019.
Nederlandse inzet in Frontex operaties in 2019
In het regeerakkoord en de integrale migratieagenda wordt het belang van effectief beheer van de buitengrenzen in Europa benadrukt. De activiteiten van Frontex aan de Europese buitengrenzen dragen bij aan deze beleidsdoelen. Het kabinet vindt het daarom van belang dat Nederland een substantiële bijdrage levert. De effectieve ondersteuning van de bewaking van de Schengen-buitengrenzen door Frontex is voor een belangrijk deel afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit van de capaciteit die lidstaten aan het agentschap beschikbaar stellen. Elk jaar doet Frontex een uitvraag bij lidstaten om personeel en materieel te leveren voor de reguliere gemeenschappelijke operaties zoals opgenomen in het jaarprogramma. In de bilaterale gesprekken bepalen Frontex en de lidstaat in gezamenlijkheid de uiteindelijke materiële en personele bijdrage aan deze operaties. Het personeel en materieel moeten voldoen aan specifieke eisen, vastgesteld in Frontex-verband. Ook worden er afspraken gemaakt over de periode en duur van de inzet.
In 2019 bedraagt de Nederlandse personele inzet in de reguliere Frontex-operaties ongeveer 29 VTE. De personele inzet in de reguliere Frontex-operaties bestaat dit jaar uit grenswachters van de Koninklijke Marechaussee (KMar), personeel van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Nationale Politie (district Zeehaven van de eenheid Rotterdam).
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is daarnaast als intermediair betrokken bij het maandelijks beschikbaar stellen van gemiddeld 92 VTE tolken aan Frontex. Deze tolken worden voor een periode van circa 2 maanden 6 dagen per week ingezet. Ten opzichte van 2018 is de vraag naar tolken aanzienlijk toegenomen, met name van uit Italië en de Griekse eilanden. Voor 2019 wordt rekening gehouden met een verder toenemende vraag vanwege de groeiende migratiestromen via de Westelijke route naar Spanje. De omvang van deze vermoedelijke stijging van de vraag naar tolken is nog niet bekend.
De getalsmatige personele inzet van de KMar is in 2019 wederom lager dan in voorgaande jaren. Dit heeft voornamelijk te maken met de toegenomen capaciteitsinzet op de nationale grensbewakingstaken van de KMar. Het kabinet heeft in 2017 extra middelen beschikbaar gesteld aan de KMar ten behoeve van de grensbewakingstaak. De KMar neemt de noodzakelijke maatregelen om haar capaciteit in de komende jaren weer te laten groeien naar het gewenste niveau, waardoor de mogelijkheid ontstaat de bijdrage aan Frontex te vergroten.
In 2019 draagt Nederland ook bij met materieel aan Frontex operaties. Het betreft twee patrouillevoertuigen van de KMar en een snel KMar-vaartuig (RHIB). Daarnaast wordt een Kustwachtvliegtuig ingezet.
Afhankelijk van de beschikbare nationale capaciteit zal Nederland personeel en/of materieel leveren voor eventuele ad hoc uitvragen die Frontex in de loop van het jaar kan doen. De voorgenomen Nederlandse inzet kan hierdoor in de loop van 2019 wijzigen.
Waar wordt Nederlandse capaciteit ingezet?
In lijn met het regeerakkoord zal de Nederlandse inzet zich in 2019 vooral concentreren aan de gemeenschappelijke buitengrenzen waar de druk van irreguliere migratie het grootst is, namelijk in Griekenland, Italië en Spanje. Nederlandse experts worden ook ingezet aan de landgrenzen in het oosten van de EU, zoals in Polen, Letland, Roemenië, Bulgarije en Griekenland en op grensdoorlaatposten in belangrijke (lucht)havens in lidstaten waar risico’s bestaan op het gebied van irreguliere migratie, zoals Hongarije, Bulgarije en Spanje.
In april en in oktober wordt een van de twee Nederlandse Kustwachtvliegtuigen in totaal 30 dagen in Griekenland ingezet. Verder neemt de Kustwacht deel aan de activiteiten en overleggen in het kader van de Europese samenwerking ten aanzien van kustwachttaken, gecoördineerd door Frontex.
In het kader van Europese samenwerking draaien daarnaast de Nationale Politie (district Zeehaven van de eenheid Rotterdam) en de KMar mee in een lopend Joint Crew Project met de Duitse Bundespolizei op het eiland Samos in Griekenland. De huidige deelname van de KMar in de air border operations staat in het teken van ervaringsuitwisseling, waarbij de locaties voor aanvang van de operatie door Frontex bepaald worden. In dit kader zullen er ook 6 guest officers van andere lidstaten met de KMar meedraaien op Schiphol.
Inzet in de terugkeerpools en de Rapid Reaction Pool
Nederland levert in 2019 ook capaciteit aan de Frontex-terugkeerpools. Deze pools bestaan uit terugkeermonitors, -escorts en -experts. Zij hebben als taak het ondersteunen van lidstaten bij het organiseren van terugkeeroperaties, het inrichten van een terugkeerproces en/of het verkrijgen van reisdocumenten. Voor de terugkeerpool levert de KMar 10 terugkeerescorts en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) heeft 7 terugkeermonitors beschikbaar. De DT&V heeft tot 4 VTE beschikbaar voor internationale inzet. De precieze inzet wordt nader bepaald in reactie op uitvraag vanuit Frontex.
De IJenV stelt in 2019 zes terugkeermonitors beschikbaar aan de Europese pool. Deze terugkeermonitors inspecteren de door Nederland georganiseerde terugkeeroperaties die in Europees verband worden uitgevoerd. Ook levert de IJenV bijstand aan landen die te weinig eigen monitors hebben, door Europese terugkeeroperaties van de betreffende landen te inspecteren.
In 2017 is een Rapid Reaction Pool ingericht, waarover uw Kamer is geïnformeerd.1 Het personeel dat door Nederland beschikbaar is gesteld, is door Frontex tot dusver niet ingezet.
Inzet in trainingen
Nederland stelt in 2019 trainers ter beschikking aan Frontex voor trainingen aan Europese grenswachters. Daarnaast heeft Nederland een Partnership Academy op Schiphol waar de KMar trainingen van Frontex faciliteert.
Financiering van de inzet
De operationele kosten voor de inzet van personeel en eventueel materieel worden grotendeels door Frontex vergoed. Kosten zoals salaris en buitenlandtoelages komen ten laste van de zendende lidstaten. Daarnaast kunnen er voor lidstaten (extra) kosten ontstaan bij de inzet van materieel die ze zelf moeten bekostigen. De kosten voor de inzet van de tolken worden geheel door Frontex vergoed.
Nieuwe ontwikkelingen
Verordening Europese grens- en kustwacht
De Europese Raad van 28 juni 2018 benadrukte het belang van een effectieve controle van de buitengrenzen van de EU en verwelkomde de ambitie van de Europese Commissie om de Europese grens- en kustwacht verder te versterken. Dit heeft geleid tot het voorstel van de Commissie van 12 september 2018. Er werd door de Commissie voorgesteld om het agentschap uit te rusten met een operationele capaciteit alsmede bevoegdheden die nodig zijn voor een doeltreffende ondersteuning van de lidstaten.2 Een permanent korps van 10.000 operationele personeelsleden met uitvoerende bevoegdheden moet de EU de capaciteit verschaffen voor een passende inzet waar en wanneer dat nodig is, zowel aan de buitengrenzen van de EU als in derde landen. Het voorstel bevat ook een sterker mandaat inzake ondersteuning van de lidstaten m.b.t. terugkeer (alsmede richting derde landen).
Onder het Roemeens voorzitterschap is een Raadspositie vastgesteld. Het Voorzitterschap wenst de in februari gestarte triloogfase met het Europees Parlement nog dit voorjaar af te ronden. Zoals afgesproken met uw Kamer, worden de ontwikkelingen hieromtrent gecommuniceerd via de geannoteerde agenda voor de JBZ-raad.3
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers