Het bericht dat in 2017 Nederland bijstand verleende aan Nederlandse uitreizigers in Syrië
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D14401, datum: 2019-04-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z07000).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z07000:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z07000
Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat in 2017 Nederland bijstand verleende aan Nederlandse uitreizigers in Syrië (ingezonden 8 april 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Nederlandse diplomaten wilden Syriëgangers terughalen»?1
Vraag 2
Klopt het dat Nederlandse diplomaten ongeveer twee jaar geleden contact hebben gezocht met het Vrije Syrische Leger en Turkije om Nederlandse Syriëgangers naar de Turkse grens te krijgen en ze via Turkije naar Nederland te halen?
Vraag 3
Hoe strookt deze berichtgeving met de beantwoording door de Minister van Justitie en Veiligheid op 12 december 2017 van Kamervragen van het lid Verhoeven, ingezonden op 26 september 2017, waarin werd gesteld dat de Nederlandse overheid geen bijstand aan Nederlandse uitreizigers biedt om het strijdgebied te verlaten en dat het kabinet daartoe geen contacten onderhield?2
Vraag 4
Klopt het dat op het moment dat deze schriftelijke vragen werden gesteld, 26 september 2017, het beleid betreffende bijstand aan Nederlandse uitreizigers was zoals beschreven in bovengenoemd artikel? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Waarom hebt u in beantwoording van bovengenoemde Kamervragen verzuimd te melden dat er sprake was van beleid waarin bijstand en contacten plaatsvonden?
Vraag 6
Hoe rijmt u het feit dat u dit beleid onvermeld hebt gelaten bij antwoorden op Kamervragen en in debatten met de kern van artikel 68 GW, waarin naast de passieve inlichtingenplicht tevens de actieve verplichting tot het verstrekken van inlichtingen wordt geregeld? Kunt u toelichten hoe het niet vermelden van de beleidswijziging betreffende het wel of geen bijstand verlenen aan Nederlandse uitreizigers strookt met de actieve verplichting tot het verstrekken van informatie aan de Kamer?
Vraag 7
Klopt het dat het beleid in 2017 betreffende bijstand aan Nederlandse uitreizigers gewijzigd is op verzoek van de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie? Zo ja, waarom is dat gebeurd?
Vraag 8
Klopt het dat de ambtelijke veiligheidsketen een andere analyse had betreffende het verlenen van bijstand aan Nederlandse uitreizigers, namelijk dat in het belang van de veiligheid het verstandiger zou zijn om Nederlandse uitreizigers «gecontroleerd» terug te halen? Kunt u de analyse van de ambtelijke veiligheidsketen op dit punt aan de Kamer doen toekomen?
Vraag 9
Waarom is deze analyse nooit met de Kamer gedeeld?
Vraag 10
Hoe verhoudt dit zich tot de beleidswijziging van de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie?
Vraag 11
Wat maakt dat de opvatting van de Minister van Veiligheid en Justitie destijds afweek van de adviezen van de ambtelijke top, zoals uit de geopenbaarde stukken blijkt?
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen binnen twee weken te beantwoorden?