Motie van het lid Kerstens c.s. over het zelf indienen van een aanvraag door nabestaanden
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019
Motie
Nummer: 2019D14733, datum: 2019-04-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-X-125).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.C.M. Krol, Tweede Kamerlid (Ooit Krol kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S. Karabulut, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35000 X-125 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019.
Onderdeel van zaak 2019Z07172:
- Indiener: J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.C.M. Krol, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-04-09 17:05: VAO Chroom-6 bij Defensie (AO d.d. 07/11) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2019-04-16 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019
Nr. 125 MOTIE VAN HET LID KERSTENS C.S.
Voorgesteld 9 april 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat voorwaarde voor het door een nabestaande in aanmerking komen voor een vergoeding in het kader van de uitkeringsregeling chroom-6 is dat de aanvraag daartoe door de (inmiddels overleden) Defensiemedewerker bij leven moet zijn ingediend;
overwegende dat daar niet aan voldaan kan worden ingeval de desbetreffende Defensiemedewerker is overleden voor het in werking treden van de uitkeringsregeling (in 2018) dan wel de daaraan voorafgaande coulanceregeling (uit 2015);
constaterende dat de kans dat met chroom-6 in aanraking geweest zijnde Defensiemedewerkers voor genoemde data zijn overleden, aanzienlijk is en het niet redelijk is hun nabestaanden om de hiervoor bedoelde formele redenen van een mogelijke vergoeding op basis van de coulance- respectievelijk uitkeringsregeling uit te sluiten;
verzoekt de regering, bedoelde voorwaarde ten aanzien van nabestaanden van chroom-6-slachtoffers te laten vervallen, zodat ook zijzelf een aanvraag voor vergoeding als bedoeld kunnen indienen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kerstens
Krol
Karabulut