Reactie op verzoek commissie over een bericht in het Parool van 7 maart 2019 over roofkunst
Nieuwe visie cultuurbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D14861, datum: 2019-04-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32820-282).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -282 Nieuwe visie cultuurbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z07294:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-04-16 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-25 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-06-05 10:00: Erfgoed en monumenten (Algemeen overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-06-12 13:30: Aansluitend aan de stemmingen de Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid
Nr. 282 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 april 2019
Deze brief zend ik u naar aanleiding van het verzoek van de Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 maart 2019 over een bericht in het Parool van 7 maart 2019 over roofkunst.
Erfgoed laat zien waar we vandaan komen, hoe onze samenleving is gevormd en hoe we ons ontwikkelen. Erfgoed vertelt daarbij verhalen vanuit meerdere perspectieven die niet verbonden zijn aan de Nederlandse landsgrenzen. Ook ons koloniale verleden heeft zijn sporen nagelaten in onze instituties en in de publieke collecties van culturele instellingen. De omgang met het Nederlandse koloniale verleden en de cultuuruitingen uit die tijd is een onderwerp dat vele mensen direct raakt.
Ik heb vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de rijkscollectie twee ambities met het koloniale erfgoed in onze rijkscollectie. Ik vind het belangrijk dat de koloniale collecties toegankelijk zijn en vanuit verschillend perspectief de daaraan verbonden verhalen vertellen; hiermee beoog ik de zichtbaarheid van ons gedeelde verleden en de aan de koloniale tijd verbonden geschiedenis te bevorderen. In de tweede plaats wil ik een nationaal beleidskader ontwikkelen voor de omgang met koloniale collecties. Hierbij gaat het om het ontwikkelen van een methodiek voor herkomstonderzoek en om het ontwikkelen van een zorgvuldige procedure voor de omgang met teruggaveverzoeken. Ik kies voor een zorgvuldige en praktijkgerichte aanpak. Cultuurgoederen uit de voormalige Nederlandse koloniën waarvan vermoed wordt dat die in het verleden geroofd zijn, hebben hierbij prioriteit.
Ik ben daarom met Nederlandse musea in gesprek om hun kennis en ervaringen in de praktijk, nationaal en internationaal, te benutten bij de ontwikkeling van dit nationale kader. Voor een zorgvuldige omgang met de koloniale collecties is in de eerste plaats kennis en inzicht in de herkomst van deze collecties nodig. Met het oog daarop voeren het Rijksmuseum en het Nationaal Museum van Wereldculturen, in samenwerking met het NIOD, een gezamenlijk project uit om een methodiek te ontwikkelen rond herkomstonderzoek voor koloniale collecties De focus ligt daarbij op voorwerpen afkomstig uit Indonesië. Voor dit project stel ik middelen beschikbaar. In dit onderzoek zullen ook onderzoekers uit het land van herkomst worden betrokken, aangezien zich daar ook informatie over de geschiedenis bevindt. Het Nationaal Museum van Wereldculturen start daarnaast een pilot over hoe musea op een zorgvuldige wijze kunnen omgaan met verzoeken tot teruggave.
Ook in onze buurlanden is de omgang met koloniale collecties een steeds dringender onderwerp van discussie. Zowel in Duitsland als in Frankrijk zijn ontwikkelingen gaande over de omgang met deze collecties en over verzoeken om teruggave. Bij het maken van een nationaal Nederlands beleidskader is het belangrijk deze internationale ontwikkelingen mee te nemen. Ook de dialoog met landen van herkomst en hun gemeenschappen en experts zal nader worden vorm gegeven, zowel tussen musea onderling als tussen staten. Gezamenlijke kennisopbouw en -deling is hierbij essentieel.
De praktijkervaring uit de pilots en de internationale verkenning bij onze buurlanden en herkomstlanden, zullen input vormen voor het opstellen van het nationale beleidskader. Ik zal mij voor het beleidskader laten adviseren door de Raad voor Cultuur en vraag de Raad daartoe in september 2019 een gezaghebbende onafhankelijke adviescommissie in het leven te roepen. Deze commissie krijgt als eerste opdracht de historische, juridische, internationale en morele aspecten van de koloniale collecties in kaart te brengen. In september 2020 worden deze resultaten aan mij gepresenteerd, waarna ik in dat najaar met een reactie zal komen aan de Kamer.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven