Reactie op verzoek commissie over de brief van A.R. vd W. te A. inzake een klacht over te strakke toelatingsregels van de UvA
Brief regering
Nummer: 2019D15257, datum: 2019-04-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D15257).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z07440:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-04-23 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-25 10:15: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-04-25 13:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (ð origineel)
2019D15257 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11Â april 2019
In uw brief van 8Â november jl. vraagt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mijn reactie op een brief van A.R. vd W. te A. d.d. 15Â oktober 2018. Hierbij ontvangt u mijn reactie.
Het is heel vervelend voor de student om niet deel te kunnen nemen aan de opleiding van haar wens. Voor zover een kandidaat-student geen diploma heeft van een Nederlandse vooropleiding maar van een buitenlandse vooropleiding, controleert de onderwijsinstelling het diploma en de cijferlijst. Het instellingsbestuur gaat logischerwijs pas over tot inschrijving wanneer de student in het bezit is van een diploma dat toegang geeft tot die opleiding.
Het moment waarop de kandidaat uiterlijk dient aan te tonen in het bezit te zijn van het juiste diploma en de overige toelatingseisen wordt door de instellingen meestal vastgesteld vóór 31 augustus omdat vanaf 1 september het nieuwe studiejaar begint. Hier is in bijzondere gevallen uitstel op mogelijk. Bij navraag blijkt in dit geval dat de kandidaat-student tot 1 oktober uitstel heeft gekregen.
Deze deadlines lijken wellicht procedures die de toegankelijkheid belemmeren voor talentvolle studenten. Echter, ze zijn van groot belang zodat bij numerus fixusopleidingen niet onnodig lege plekken ontstaan. Indien het diploma niet of te laat behaald wordt om geleidelijk aan de opleiding te kunnen beginnen dan is het ook te laat om een andere kansrijke student die op de ranglijst staat toe te laten. In zoân geval gaat het gunnen van de beschikbare plek bij de ene student ten koste van de plek van een andere student. Overigens wil ik het gebruik van numerus fixi beperken. Ik heb daarvoor een wetsvoorstel in voorbereiding.
Indien de student het niet eens is met het besluit van de instelling, dan kan de student gebruikmaken van de bezwaar- en beroepschriftprocedures. Dat is hier ook gebeurd. De opleiding is in het gelijk gesteld.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven