Antwoord op vragen van de leden Karabulut, Van den Hul, Ploumen en Voordewind over het bericht ‘Mensenrechten in Iran gruwelijk geschonden’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D15337, datum: 2019-04-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2342).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z06734:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2342
Vragen van de leden Karabulut (SP), Van den Hul en Ploumen (beiden PvdA) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «Mensenrechten in Iran gruwelijk geschonden» (ingezonden 4 april 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 april 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Mensenrechten in Iran gruwelijk geschonden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u ingaan op de verslechterende mensenrechtensituatie in Iran na de atoomdeal? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Zoals bekend baart de mensenrechtensituatie in Iran al lang grote zorgen en is er sprake van een neerwaartse trend. Het kabinet heeft zorgen over de rechtspraak en toegang tot rechtsbijstand, arbitraire detentie van vreedzame activisten, slechte omstandigheden van gevangen en executies van daders die ten tijde van de misdaad minderjarig waren. Ook wordt door de Iraanse autoriteiten geregeld hard opgetreden tegen demonstranten, waaronder milieuactivisten en vrouwenrechtenactivisten die protest voeren tegen het verplicht dragen van de hoofddoek, zoals Nasrin Sotoudeh.
Het kabinet gebruikt verschillende middelen om deze situatie publiekelijk en bilateraal bij de Iraanse autoriteiten aan de orde te stellen, zoals bij de laatste zitting van de Mensenrechtenraad in maart waar Iran werd opgeroepen om de mensenrechtensituatie te verbeteren en zorg te dragen voor respect voor fundamentele rechten in het land.
Vraag 3
Deelt u de zorgen over het toenemende aantal executies en het toenemende harde optreden van de Iraanse overheid?
Antwoord 3
Voor zover bekend is het aantal executies in Iran in 2018 afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar. In 2018 werden er 223 mensen geëxecuteerd tegenover 429 in 2017. De daling is het gevolg van een wetswijzing waardoor geweldloze drugsdelicten niet langer met de doodstraf worden bestraft. Dit neemt niet weg dat het aantal executies in Iran nog steeds alarmerend hoog is. Met name de zaken waarin daders ten tijde van de misdaad minderjarig waren zijn zorgwekkend.
Vraag 4
Hoe denkt u over het optreden van de zedenpolitie in Iran?
Antwoord 4
De zedenpolitie spreekt burgers aan wanneer zij zich in het openbaar niet aan de Islamitische en bij wet vastgelegde kledings- en gedragsvoorschriften houden. Arrestaties en ook hardhandig optreden van de zedenpolitie komt voor. Dergelijke strikte voorschriften en handhavingsmethodes passen niet in het Nederlandse beeld van een open en vrije samenleving.
Vraag 5
Welke middelen heeft u om het Iraanse regime te wijzen op de internationale verplichtingen tot het naleven van de mensenrechten? Op welke wijze zet u deze middelen in?
Antwoord 5
Via multilaterale instrumenten zoals de Mensenrechtenraad, de Universal Periodic Review (die later dit jaar gepland staat) en de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN stelt het kabinet de slechte mensenrechtensituatie in Iran geregeld aan de orde. Ook roepen Nederland en internationale partners Iran in deze fora op de situatie te verbeteren.
De Nederlandse zorgen worden ook rechtstreeks met de Iraanse autoriteiten besproken, zowel in Teheran als in bilaterale contacten. Dit heb ik in mijn gesprek met ambtsgenoot Zarif van Iran in september 2018 ook gedaan. Dit geldt ook voor de jaarlijkse Mensenrechtendialoog die de Europese Unie heeft met Iran. In EU-verband zijn er tevens sancties ingesteld tegen personen in Iran tegen wie overtuigende aanwijzingen zijn dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen.
Vraag 6, 7
Heeft u zich, al dan niet in Europees verband, uitgelaten over de benoeming van de Ebrahim Raesi tot hoofd van de Iraanse rechterlijke macht? Zo nee, waarom niet?
Wat zegt deze benoeming over de onafhankelijkheid val de Iraanse rechterlijke macht?
Antwoord 6, 7
Het kabinet gaat niet over benoemingen in andere landen. Dat is aan het land zelf. Het is bekend dat Dhr. Raesi als zeer conservatief te boek staat en dat tegen hem beschuldigingen van mensenrechtenschendingen zijn gemaakt. Het hoofd van de rechterlijke macht in Iran wordt bij wet door de Opperste Leider benoemd.
Vraag 8
Op welke manier gaat u aandacht vragen in internationaal en EU-verband voor de toenemende repressie in Iran?
Antwoord 8
Het kabinet zal zich op de genoemde manieren blijven inzetten voor respect voor mensenrechten in Iran. Zowel in Europees, multilateraal als bilateraal verband zal Nederland Iran blijven oproepen tot naleven van internationale mensenrechtenstandaarden. De verslechterende mensenrechtensituatie in Iran heeft de blijvende aandacht van het kabinet.
AD/Haagsche Courant dd 30 maart jl↩︎