Stand van zaken implementatie richtlijnen in het 1e kwartaal 2019
Uitvoering EG-Richtlijnen
Brief regering
Nummer: 2019D15622, datum: 2019-04-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21109-238).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21109 -238 Uitvoering EU-Richtlijnen.
Onderdeel van zaak 2019Z07652:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-04-16 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-25 09:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-05-22 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-05-22 10:15: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-05-22 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-05-29 14:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen
Nr. 238 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2019
Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 20191.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 maart 2019 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden, indien van toepassing, tevens dreigende implementatieachterstanden genoemd. Vervolgens volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht ingebrekestellingen per departement opgenomen2.
Huidige achterstand
De achterstand per 1 april 2019 bedroeg 3 richtlijnen t.o.v. 9 in het vorige kwartaal. In het eerste kwartaal van 2019 zijn er 6 achterstallige richtlijnen geïmplementeerd. Er zijn in dit kwartaal geen nieuwe richtlijnen in overschrijding bijgekomen.
De 3 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: I&W (1), JenV (2).
De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 198 tot 680 dagen. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden op de laatste pagina van bijgevoegd kwartaaloverzicht3.
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo vierde kwartaal 2018 speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.
I&W
RICHTLIJN 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG. Uiterste implementatiedatum 20 mei 2017.
Richtlijn 2014/45/EU is bijna volledig geïmplementeerd. Dit geldt nog niet voor de APK-plicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers met een maximumconstructiesnelheid van meer dan 40 km/u. Door de verwerping van het wetsvoorstel kentekening landbouwvoertuigen door de Tweede Kamer is de APK-plicht voor tractoren met een constructiesnelheid van meer dan 40 km/u vertraagd. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft een wetsvoorstel opgesteld waarin dit alsnog wordt geregeld. Dit voorstel wordt naar verwachting in medio april 2019 ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstuk 35 188). Als deze wet in werking is getreden, is richtlijn 2014/45/EU volledig geïmplementeerd. De Europese Commissie heeft Nederland op 17 juli 2017 in gebreke gesteld wegens niet tijdige implementatie van richtlijn 2014/45/EU.
J&V
RICHTLIJN (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit. Uiterste implementatiedatum 25 mei 2018.
Het implementatiewetsvoorstel (wetsvoorstel gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven) voorziet in de oprichting van de passagiersinformatie-eenheid (Pi-NL). De Pi-NL heeft tot taak passagiersgegevens van luchtvaartmaatschappijen te beoordelen voor de geplande aankomst van passagiers in of vertrek uit Nederland. De Pi-NL vergelijkt de door de luchtvaartmaatschappijen aangeleverde PNR-gegevens met gegevens in databanken van gesignaleerde personen of toetst de PNR-gegevens aan vooraf vastgestelde risico-criteria. De positieve resultaten van de analyse kunnen worden doorgegeven aan de bevoegde instanties (zoals politie of OM) of Europol, en aan de PIU’s (Passenger Information Units) van andere lidstaten, omdat deze personen betrokken zouden kunnen zijn bij een terroristisch misdrijf of ernstige criminaliteit. De implementatietermijn van deze richtlijn is op 25 mei 2018 verstreken. Het implementatiewetsvoorstel is op 8 januari 2018 bij de Tweede Kamer ingediend (Kamerstuk 34 861). De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 19 maart jl. met een ruime meerderheid aanvaard (Handelingen II 2018/19, nr. 64, item 7). Het wetsvoorstel ligt thans voor bij de Eerste Kamer. De inbrengdatum voor het voorlopig verslag is gesteld op 16 april 2019. De Pi-NL is al geheel volgens de voorschriften van de PNR-richtlijn ingericht en kan haar werkzaamheden aanvangen onmiddellijk nadat de implementatiewet in werking is getreden.
RICHTLIJN (EU) 2017/853 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens. Uiterste implementatiedatum 14 september 2018.
Belangrijkste doelstelling van Richtlijn (EU) 2017/853 is de traceerbaarheid van vuurwapens binnen de EU te verbeteren. De richtlijn verbreedt de plicht tot het markeren van vuurwapens en de essentiële onderdelen hiervan en stelt scherpere eisen dan tot nu toe aan de registratie (door de bevoegde autoriteiten) van vuurwapens. De lidstaten worden verplicht zorg te dragen voor een deugdelijk registratiesysteem van vuurwapens dat het mogelijk maakt geautomatiseerd gegevens uit te wisselen tussen enerzijds wapenhandelaren en de bevoegde autoriteiten binnen de lidstaat en anderzijds de autoriteiten in andere lidstaten.
Het wetsvoorstel ter implementatie van de richtlijn is op 29 juni 2018 ingediend (Kamerstuk 34 984, nr. 2). De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 19 februari jl. aanvaard (Handelingen II 2018/19, nr. 55, item 14). De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog behandelen. Er is tot 2 april gelegenheid gegeven voor het leveren van inbreng voor het verslag. De consultatie van ontwerpbesluit ter uitwerking van een aantal grondslagen in het wetsvoorstel bij algemene maatregel van bestuur is afgerond. Het ontwerp wordt nu aan de Afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd en zal tegelijk met de wet in werking treden.
Dreigende overschrijding
FIN
RICHTLIJN (EU) 2017/1852 VAN DE RAAD van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie. Uiterste implementatiedatum: 30 juni 2019
JenV
RICHTLIJN (EU) 2017/828 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAADvan 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft. Uiterste implementatiedatum: 10 juni 2019
RICHTLIJN (EU) 2016/800 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in een strafprocedure. Uiterste implementatiedatum: 11 juni 2019
RICHTLIJN (EU) 2017/1371 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt. Uiterste implementatiedatum: 6 juli 2019
Ingebrekestellingen wegens te late implementatie
In het eerste kwartaal van 2019 zijn er drie ingebrekestelling wegens te late implementatie van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen4:
– Van IenW, zaak 2019/0071 mbt RL 2016/2370 (passagiersvervoer/spoorweginfrastructuur)
– Van JenV, zaak 2019/0070 mbt RL 2017/2103 (psychoactieve stoffen in de definitie van «drug»)
– Van SZW, zaak 2019/0126 mbt RL 2016/2341 (bedrijfspensioenvoorziening/IBPV’s).
De Europese Commissie heeft in het eerste kwartaal van 2019 zeven zaken wegens te late implementatie geseponeerd:
– Van FIN, zaak 2015/0214, mbt RL 2009/138 (Solvabiliteit II)
– Van FIN, zaak 2015/0215, mbt RL 2014/51 (Omnibus II)
– Van JenV, zaak 2018/0210, mbt RL 2016/1148 (beveiliging netwerk- en informatiesystemen)
– Van LNV, zaak 2018/0272, mbt RL 2018/100 (onderzoek bepaalde rassen landbouw- en groentegewassen)
– Van SZW, zaak 2018/0206, mbt RL 2014/50 (mobiliteit werknemers tussen lidstaten)
– Van SZW, zaak 2016/0796, mbt RL 2014/36 (voorwaarden derdelanders bij tewerkstelling als seizoenarbeider)
– Van EZK, zaak 2018/0209, mbt RL 2016/943 (bescherming bedrijfsgeheimen).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Voor deze drie richtlijnen geldt dat de implementatie inmiddels is afgerond. Van de Europese Commissie is echter nog geen bericht ontvangen dat resulteert in het seponeren van de ingebrekestelling.↩︎