Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Ploumen over veroordelingen van activisten in de Rif
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D16124, datum: 2019-04-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2339).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z06997:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
2339
Vragen van de leden Karabulut (SP) en Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over veroordelingen van activisten in de Rif (ingezonden 8 april 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 april 2019).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de eerder opgelegde lange gevangenisstraffen tegen activisten in de Rif in Marokko, waaronder tegen protestleider Zafzafi, in stand worden gehouden en herinnert u zich uw reactie vorig jaar toen de straffen voor het eerst uitgesproken werden?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met de uitspraken in hoger beroep die geen wijziging bevatten van de opgelegde gevangenisstraffen. Medewerkers van de Nederlandse ambassade hebben op mijn verzoek de rechtszaak bijgewoond. In de brief aan uw Kamer van 5 september 2018 (Kamerstuk 32 735, nr. 208) gaf het kabinet een uitgebreid oordeel over deze kwestie.
Vraag 2
Deelt u de analyse van mensenrechtenorganisaties dat de rechtsgang niet eerlijk was en veel te hoge straffen zijn opgelegd, en dat in feite politieke processen zijn gevoerd tegen onschuldige mensen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Graag verwijs ik naar mijn brief van 5 september jl. inzake de veroordelingen van de Rif activisten, waarin het Kabinet is ingegaan op de rechtsgang en behandeling van gevangenen. Er is nog cassatie mogelijk. Het is nog te vroeg om een definitief oordeel te geven over de gehele procesgang.
Vraag 3
Bent u nu wel bereid contact op te nemen met uw collega’s in Marokko om deze gang van zaken te veroordelen en op te roepen tot vrijlating van politieke gevangenen? Zo nee, waartoe bent u dan wel bereid?
Antwoord 3
Tijdens mijn bezoek aan Marokko in april 2018 heb ik reeds gesproken met zowel Minister van Buitenlandse Zaken Bourita als regeringsleider Othmani over de situatie in de Rif. Ook hoogambtelijk wordt deze kwestie aangekaart. De Marokkaanse autoriteiten zijn voldoende op de hoogte van de eerdere Nederlandse reactie op de vonnissen van afgelopen juni 2018 (referte ook ons kamerdebat, Kamerstuk 34 775 V, nr. 87).
Vraag 4
Bent u bereid de Marokkaanse ambassadeur te ontbieden om te pleiten voor vrijlating van de politieke gevangenen?
Antwoord 4
Ik vind het niet opportuun om de Marokkaanse ambassadeur over deze kwestie te ontbieden aangezien de Marokkaanse autoriteiten zeer goed bekend zijn met de eerdere Nederlandse reactie van juni jl. (Kamerstuk 34 775 V, nr. 87) en september (Kamerstuk 32 735, nr. 208).
https://nos.nl/l/2279232 & brief 32 735, nr. 208.↩︎