Motie van de leden Kuzu en Van den Hul over verwijzing van misdaden tegen Rohingya naar het Internationaal Strafhof
Mensenrechten in het buitenlands beleid
Motie
Nummer: 2019D16198, datum: 2019-04-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32735-233).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T. Kuzu, Tweede Kamerlid (Ooit DENK kamerlid)
- Mede ondertekenaar: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid (Ooit PvdA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32735 -233 Mensenrechten in het buitenlands beleid.
Onderdeel van zaak 2019Z07963:
- Indiener: T. Kuzu, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-04-17 13:35: Dertigledendebat over het VN-rapport over vervolging van de legertop in Myanmar voor oorlogsmisdaden (Plenair debat (dertigledendebat)), TK
- 2019-04-23 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 233 MOTIE VAN DE LEDEN KUZU EN VAN DEN HUL
Voorgesteld 17 april 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onderzoekers van de onafhankelijke factfindingmissie van de Verenigde Naties hebben geconcludeerd dat de militaire top van Myanmar onderzocht en vervolgd moet worden op verdenking van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden tegen de Rohingya;
van mening dat misdaden tegen de menselijkheid nooit onbestraft mogen blijven;
verzoekt de regering, om blijvend internationale steun te vergaren voor een Veiligheidsraadverwijzing van de misdaden tegen de Rohingya in Myanmar naar het Internationaal Strafhof,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuzu
Van den Hul