De berichten ‘Grondspeculant belemmert bouwplannen van gemeenten’, ‘Dubieuze handel in kavels veel omvangrijker dan gedacht’ en ‘Niemand wil bouwen op versnipperde grond’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D16741, datum: 2019-04-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z08249).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid (D66)
Onderdeel van zaak 2019Z08249:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Indiener: J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z08249
Vragen van de leden Van Eijs en Sneller (beiden D66) aan de Ministers van Financiën en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de berichten «Grondspeculant belemmert bouwplannen van gemeenten», «Dubieuze handel in kavels veel omvangrijker dan gedacht» en «Niemand wil bouwen op versnipperde grond» (ingezonden 19 april 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het berichten «Grondspeculant belemmert bouwplannen van gemeenten»1, «Dubieuze handel in kavels veel omvangrijker dan gedacht»2 en «Niemand wil bouwen op versnipperde grond»?3
Vraag 2
In hoeverre herkent u de bevindingen dat minstens twintig gemeenten bouwplannen bemoeilijkt zien door grondspeculatie?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is wanneer gemeenten in hun bouwplannen worden belemmerd door grondspeculatie?
Vraag 4
In hoeverre zijn gemeenten voldoende op de hoogte van de mogelijkheden die de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) biedt? Zo nee, wat kunt u doen om bekendheid hieromtrent te vergroten? Hebben gemeenten hiermee afdoende instrumentarium om versnippering van grond tegen te gaan?
Vraag 5
In hoeverre is er sprake van een lacune in de Wvg, wanneer dergelijke gronden als landbouwgrond worden aangeboden? Klopt het dat dergelijke gronden niet onder het voorkeursrecht van gemeenten binnen de Wvg vallen?
Vraag 6
In hoeverre verandert de hierboven gestelde juridische situatie bij inwerkingtreding van de Omgevingswet (specifiek aanvullingswet grondeigendom)?
Vraag 7
Onderkent u dat speculanten hun bedrijfsmodel zodanig hebben aangepast dat speculatiegrond niet langer onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) valt? Vindt u dit een wenselijke ontwikkeling? Zo nee, wat kunt u doen om dergelijke speculatieve activiteiten wederom onder het toezicht van de AFM te latenvallen?
Vraag 8
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?