[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

eindtekst 34994

Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt

Eindtekst

Nummer: 2019D17213, datum: 2019-04-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z14053:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

23 april 2019	



	Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele
andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen
van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier
van een overleden patiënt







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij te
dragen aan het beter in staat stellen van de patiënt om goed
geïnformeerd toestemming te geven voor een behandeling of onderzoek, de
bewaartermijn van het medisch dossier te verlengen en het inzagerecht in
het medisch dossier van een overleden patiënt wettelijk te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: 

A

Artikel 448 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt de zinsnede ‘licht de
patiënt op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk in’
vervangen door ‘licht de patiënt op duidelijke wijze in, die past bij
zijn bevattingsvermogen, en overlegt tijdig met de patiënt’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Bij het uitvoeren van de in lid 1 neergelegde verplichting laat de
hulpverlener zich leiden door hetgeen de patiënt redelijkerwijze dient
te weten ten aanzien van:

a. de aard en het doel van het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde
behandeling of de uit te voeren verrichtingen;

b. de te verwachten gevolgen en risico’s voor de gezondheid van de
patiënt bij het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde behandeling, de
uit te voeren verrichtingen en bij niet behandeling;

c. andere mogelijke methoden van onderzoek en behandelingen al dan niet
uitgevoerd door andere hulpverleners;

d. de staat van en de vooruitzichten met betrekking tot diens gezondheid
voor wat betreft het terrein van de mogelijke methoden van onderzoek of
behandelingen;

e. de termijn waarop de mogelijke methoden van onderzoek of
behandelingen kunnen worden uitgevoerd en de verwachte tijdsduur ervan.

3. Onder vernummering van het derde tot vierde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

3. De hulpverlener stelt zich tijdens het overleg op de hoogte van de
situatie en behoeften van de patiënt, nodigt de patiënt uit om vragen
te stellen en verstrekt desgevraagd schriftelijk of elektronisch
informatie over het in lid 2 bepaalde.

B

Artikel 454 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘en neemt andere stukken,
bevattende zodanige gegevens, daarin op, een en ander’ vervangen door
‘en neemt andere gegevens daarin op, een en ander’ en wordt ‘aan
hem noodzakelijk’ vervangen door ‘aan de patiënt noodzakelijk’.

2. In het tweede lid vervalt de zinsnede ‘met betrekking tot de in het
dossier opgenomen stukken’.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 455 bewaart de hulpverlener het
dossier gedurende twintig jaren, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de
laatste wijziging in het dossier heeft plaatsgevonden, of zoveel langer
als redelijkerwijs uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit.

C

Artikel 455 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt de zinsnede 'door hem bewaarde bescheiden,
bedoeld in artikel 454,’ vervangen door ‘gegevens uit het dossier’
en wordt ‘daartoe strekkend verzoek’ vervangen door ’daartoe
strekkend schriftelijk of elektronisch verzoek’.

2. In het tweede lid wordt ‘bescheiden’ vervangen door
‘gegevens’.

D

In artikel 456 wordt de zinsnede ‘bescheiden, bedoeld in artikel
454’ vervangen door ‘gegevens uit het dossier’.

E

Artikel 457 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘bescheiden, bedoeld in artikel
454,’ vervangen door ‘gegevens uit het dossier’.

2. In het derde lid wordt ‘bescheiden’ vervangen door ‘gegevens
uit het dossier’.

F

In artikel 458, eerste lid, wordt de zinsnede ‘bescheiden, bedoeld in
artikel 454,’ vervangen door ‘gegevens uit het dossier’. 

G

Na artikel 458 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 458a

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 457 lid 1 verstrekt de
hulpverlener desgevraagd inzage in of afschrift van gegevens uit het
dossier van een overleden patiënt aan:

a. een persoon ten behoeve van wie de patiënt bij leven toestemming
heeft gegeven indien die toestemming schriftelijk of elektronisch is
vastgelegd;

b. een nabestaande als bedoeld in artikel 1 van de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg, of een persoon als bedoeld in artikel 465
lid 3, indien die nabestaande of die persoon een mededeling over een
incident op grond van artikel 10, derde lid, van de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg heeft gekregen; 

c. een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat
dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van
gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit
belang.

2. In afwijking van het bepaalde in artikel 457 lid 1 verstrekt de
hulpverlener aan degene of de instelling die het gezag uitoefende over
een patiënt die op het moment van overlijden de leeftijd van zestien
jaren nog niet had bereikt, desgevraagd inzage in of afschrift van
gegevens uit het dossier van deze patiënt, tenzij dit in strijd is met
de zorg van een goed hulpverlener.

3. Op grond van dit artikel worden uitsluitend gegevens verstrekt voor
zover deze betrekking hebben op de grond waarvoor inzage wordt verleend.


4. Op grond van dit artikel worden geen gegevens verstrekt voor zover
schriftelijk of elektronisch is vastgelegd dat de overleden patiënt die
de leeftijd van twaalf jaar had bereikt en tot een redelijke waardering
van zijn belangen ter zake in staat was, deze inzage niet wenst, of
daarbij de persoonlijke levenssfeer van een ander wordt geschaad.

Artikel 458b

1. Indien op grond van artikel 458a, lid 1, onderdeel c, om inzage in of
afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden patiënt wordt
gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en de hulpverlener
de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet verstrekt, verstrekt
de hulpverlener op verzoek van degene die om de inzage of het afschrift
heeft gevraagd inzage in of afschrift van de gegevens aan een door de
verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.  

2. De arts, bedoeld in lid 1, beoordeelt of het niet verstrekken van de
inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de arts van oordeel
is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is, verstrekt de
hulpverlener alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker.

H

In artikel 464, tweede lid, onderdeel a, wordt de zinsnede ‘de in
artikel 454 bedoelde bescheiden’ vervangen door ‘de in artikel 454
bedoelde gegevens’. 

I

In artikel 465, derde lid, laatste volzin wordt de zinsnede ‘jegens
een ouder, kind, broer of zus van de patiënt’ vervangen door
‘jegens een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de
patiënt’.

ARTIKEL II

De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, eerste volzin, wordt de zinsnede ‘licht de
betrokkene op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk in’
vervangen door ‘licht de betrokkene op duidelijke wijze in, die past
bij zijn bevattingsvermogen, en overlegt tijdig met de betrokkene’.

2. Het tweede lid komt te luiden: 

2. Bij het uitvoeren van de in lid 1 neergelegde verplichting laat de
jeugdhulpverlener zich leiden door hetgeen de betrokkene redelijkerwijze
dient te weten ten aanzien van:

a. de aard en het doel van het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde
jeugdhulp of de uit te voeren verrichtingen;

b. de te verwachten gevolgen en risico’s voor de gezondheid van de
betrokkene bij het voorgestelde onderzoek, de voorgestelde jeugdhulp, de
uit te voeren verrichtingen en bij de mogelijkheid om geen jeugdhulp te
verlenen; 

c. andere mogelijke methoden van onderzoek en jeugdhulp al dan niet
uitgevoerd door andere hulpverleners; 

d. de staat van en de vooruitzichten met betrekking tot de
geconstateerde opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en
stoornissen in relatie tot de te verlenen jeugdhulp; 

e. de termijn waarop de mogelijke methoden van onderzoek of jeugdhulp
kunnen worden uitgevoerd en de verwachte tijdsduur ervan.

3. Onder vernummering van het derde tot vierde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

3. De jeugdhulpverlener stelt zich tijdens het overleg op de hoogte van
de situatie en behoeften van de betrokkene, nodigt de betrokkene uit om
vragen te stellen en verstrekt desgevraagd schriftelijk of elektronisch
informatie over het in het tweede lid bepaalde.

B

Artikel 7.3.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘en neemt andere stukken,
bevattende zodanige gegevens, daarin op, een en ander’ vervangen door
‘en neemt andere gegevens daarin op, een en ander’.

2. In het tweede lid vervalt de zinsnede ‘met betrekking tot de in het
dossier opgenomen stukken’.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 7.3.9 bewaart de
jeugdhulpverlener het dossier gedurende twintig jaar, te rekenen vanaf
het tijdstip waarop de laatste wijziging in het dossier heeft
plaatsgevonden, of zoveel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een
goed jeugdhulpverlener voortvloeit.

C

In artikel 7.3.9, eerste lid, wordt de zinsnede ‘het dossier, of delen
daarvan,’ vervangen door ‘de gegevens uit het dossier’.

D

In artikel 7.3.10 wordt de zinsnede ‘het dossier, of delen daarvan’
vervangen door ‘de gegevens uit het dossier’.

E

In artikel 7.3.11, eerste en derde lid, wordt ‘het dossier’ telkens
vervangen door ‘de gegevens uit het dossier’. 

F

In artikel 7.3.12, eerste lid, wordt ‘het dossier’ vervangen door
‘de gegevens uit het dossier’.

G

Na artikel 7.3.12 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 7.3.12a

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 7.3.11, eerste lid,
verstrekt de jeugdhulpverlener desgevraagd inzage in of afschrift van
gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene aan:

a. een persoon ten behoeve van wie de jeugdige bij leven toestemming
heeft gegeven indien die toestemming schriftelijk of elektronisch is
vastgelegd;

b. een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat
dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van
gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit
belang.

2. In afwijking van het bepaalde in artikel 7.3.11, eerste lid,
verstrekt de jeugdhulpverlener aan degene of de instelling die het gezag
uitoefende over de betrokkene die op het moment van overlijden de
leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, desgevraagd inzage in of
afschrift van gegevens uit het dossier van deze betrokkene, tenzij dit
in strijd is met de zorg van een goed jeugdhulpverlener.

3. Op grond van dit artikel worden uitsluitend gegevens verstrekt voor
zover deze betrekking hebben op de grond waarvoor inzage wordt verleend.
 

4. Op grond van dit artikel worden geen gegevens verstrekt voor zover
schriftelijk of elektronisch is vastgelegd dat de overleden betrokkene
die de leeftijd van twaalf jaar had bereikt en tot een redelijke
waardering van zijn belangen ter zake in staat was, deze inzage niet
wenst, of daarbij de persoonlijke levenssfeer van een ander wordt
geschaad.

Artikel 7.3.12b

1. Indien op grond van artikel 7.3.12a, eerste lid, onderdeel b, om
inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden
betrokkene wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en
de jeugdhulpverlener de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet
verstrekt, verstrekt de jeugdhulpverlener op verzoek van degene die om
de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de
gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.  

2. De arts, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt of het niet
verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de
arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is,
verstrekt de jeugdhulpverlener alsnog inzage of afschrift aan de
verzoeker.

H

In artikel 7.3.15, derde lid, laatste volzin wordt de zinsnede ‘jegens
een ouder, kind, broer of zus van de betrokkene’ vervangen door
‘jegens een ouder, kind, broer, zus of grootouder van de
betrokkene’.

ARTIKEL III

Artikel 5.3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt als
volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘, toezichthoudende ambtenaren
en het AMHK’ vervangen door ‘en toezichthoudende ambtenaren’ en
wordt de zinsnede ‘te rekenen van het tijdstip van ontvangst of
vervaardiging’ vervangen door ‘te rekenen vanaf het tijdstip waarop
de laatste wijziging van die persoonsgegevens is vastgelegd’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 5.3.5 bewaart het AMHK de
persoonsgegevens die het op grond van deze wet met betrekking tot een
betrokkene onder zich heeft, gedurende twintig jaren, te rekenen vanaf
het tijdstip waarop de laatste wijziging van die persoonsgegevens is
vastgelegd, of zoveel langer als redelijkerwijs in verband met een
zorgvuldige uitvoering van zijn taken op grond van deze wet noodzakelijk
is.

ARTIKEL IV

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8:27 wordt vervangen door twee artikelen, luidende:

Artikel 8:27

1. De zorgverantwoordelijke verstrekt desgevraagd inzage in of afschrift
van gegevens uit het dossier van een overleden betrokkene, bedoeld in
artikel 8:4, aan:

a. een persoon ten behoeve van wie de betrokkene bij leven toestemming
heeft gegeven indien die toestemming schriftelijk of elektronisch is
vastgelegd;

b. een nabestaande of een vertegenwoordiger, indien die nabestaande of
die vertegenwoordiger een mededeling over een incident op grond van
artikel 10, derde lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
heeft gekregen; 

c. een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat
dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van
gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit
belang.

2. De zorgverantwoordelijke verstrekt aan degene of de instelling die
het gezag uitoefende over de betrokkene die op het moment van overlijden
de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, desgevraagd inzage in
of afschrift van gegevens uit het dossier van deze betrokkene, tenzij
dit in strijd is met de zorg van een goed zorgverlener. 

3. Op grond van dit artikel worden uitsluitend gegevens verstrekt voor
zover deze betrekking hebben op de grond waarvoor inzage wordt verleend.

4. Op grond van dit artikel worden geen gegevens verstrekt voor zover
schriftelijk of elektronisch is vastgelegd dat de overleden betrokkene
die de leeftijd van twaalf jaar had bereikt en tot een redelijke
waardering van zijn belangen ter zake in staat was, deze inzage niet
wenst, of daarbij de persoonlijke levenssfeer van een ander wordt
geschaad.

Artikel 8:27a

1. Indien op grond van artikel 8.27, eerste lid, onderdeel c, om inzage
in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden
betrokkene wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en
de zorgverantwoordelijke de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift
niet verstrekt, verstrekt de zorgverantwoordelijke op verzoek van degene
die om de inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift
van de gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke
arts.  

2. De arts, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt of het niet
verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de
arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is,
verstrekt de zorgverantwoordelijke alsnog inzage of afschrift aan de
verzoeker.

B

In artikel 8:32, eerste lid, wordt “vijftien jaar” vervangen door:
twintig jaar. 

ARTIKEL V

De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte
cliënten wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 18b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden: 

2. De zorgaanbieder verstrekt desgevraagd inzage in of afschrift van
gegevens uit het dossier van een overleden cliënt, bedoeld in artikel
16, tweede lid, aan:

a. een persoon ten behoeve van wie de cliënt bij leven toestemming
heeft gegeven indien die toestemming schriftelijk of elektronisch is
vastgelegd;

b. een nabestaande of een vertegenwoordiger, indien die nabestaande of
die vertegenwoordiger een mededeling over een incident op grond van
artikel 10, derde lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg
heeft gekregen; 

c. een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat
dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van
gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit
belang.

2. Na het tweede lid worden drie leden toegevoegd, luidende:

3. De zorgaanbieder verstrekt aan degene of de instelling die het gezag
uitoefende over de cliënt die op het moment van overlijden de leeftijd
van zestien jaar nog niet had bereikt, desgevraagd inzage in of
afschrift van gegevens uit het dossier van deze cliënt, tenzij dit in
strijd is met de zorg van een goed zorgverlener.

4. Op grond van dit artikel worden uitsluitend gegevens verstrekt voor
zover deze betrekking hebben op de grond waarvoor inzage wordt verleend.

5. Op grond van dit artikel worden geen gegevens verstrekt voor zover
schriftelijk of elektronisch is vastgelegd dat de overleden cliënt die
de leeftijd van twaalf jaar had bereikt en tot een redelijke waardering
van zijn belangen ter zake in staat was, deze inzage niet wenst, of
daarbij de persoonlijke levenssfeer van een ander wordt geschaad.

B

Na artikel 18b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18ba

1. Indien op grond van artikel 18a, tweede lid, onderdeel c, om inzage
in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden cliënt
wordt gevraagd vanwege een vermoeden van een medische fout en de
zorgaanbieder de gevraagde inzage of het gevraagde afschrift niet
verstrekt, verstrekt de zorgaanbieder op verzoek van degene die om de
inzage of het afschrift heeft gevraagd inzage in of afschrift van de
gegevens aan een door de verzoeker aangewezen onafhankelijke arts.  

2. De arts, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt of het niet
verstrekken van de inzage of het afschrift gerechtvaardigd is. Indien de
arts van oordeel is dat het niet verstrekken niet gerechtvaardigd is,
verstrekt de zorgaanbieder alsnog inzage of afschrift aan de verzoeker.

ARTIKEL VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Medische Zorg,

De Minister voor Rechtsbescherming,

De Minister voor Medische Zorg,

De Minister voor Rechtsbescherming,

 

 

 PAGE    

 PAGE   10