[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitstel toezending reactie over de uitvoering van de motie van het lid Özütok over de financiering van de nationale slavernijherdenking

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019

Brief regering

Nummer: 2019D17678, datum: 2019-04-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35000-VII-96).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35000 VII-96 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019.

Onderdeel van zaak 2019Z08695:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

35 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019

Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2019

Op 18 oktober 2018 heeft uw Kamer de motie van het lid Özütok1 (GroenLinks) aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om in overleg te treden met de verschillende projectfinanciers van de herdenking van de afschaffing van de slavernij en te onderzoeken of de financiering structureel kan worden ingebed.

Hierbij deel ik u mede dat aan deze motie, met kenmerk Kamerstuk 35 000 VII, nr. 18, niet voor de gestelde termijn van 1 mei uitvoering gegeven kan worden. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig voor interdepartementale afstemming. Ik zal Uw Kamer zo spoedig mogelijk informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren


  1. Kamerstuk 35 000 VII, nr. 18.↩︎