Reactie op verzoek commissie inzake het bericht dat gemeenten de nieuwe richtlijnen voor transparante verkiezingsuitslagen per stembureau negeren
Verkiezingen
Brief regering
Nummer: 2019D17904, datum: 2019-04-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35165-3).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 35165 -3 Verkiezingen.
Onderdeel van zaak 2019Z08800:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-16 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-06-19 16:00: Kiesrecht/Desinformatie en digitale inmenging (Algemeen overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-04-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 165 Verkiezingen
Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van uw Kamer heeft mij gevraagd te reageren op het bericht dat gemeenten de nieuwe richtlijnen voor transparante verkiezingsuitslagen per stembus negeren.1 De commissie vraagt mij of het publiceren van verkiezingsuitslagen in opendata-formaat via de Kiesraad verplicht kan worden gesteld. Ook vraagt de commissie mij om gemeenten in aanloop naar de Europees Parlementsverkiezing te herinneren aan de wettelijke publicatieplicht.
Sinds 1 januari 2019 zijn gemeenten wettelijk verplicht scans van de processen-verbaal van de stembureaus (N 10) en van de opgaven van de burgemeester met stemtotalen van de gemeente (N 11) te publiceren op de gemeentelijke website.2 Ik heb de gemeenten verschillende keren, ook per circulaire, gewezen op deze verplichting, zowel in aanloop naar als kort na de verkiezingen van maart jl.
Dat veel gemeenten de documenten desondanks niet hebben gepubliceerd, ligt mogelijk aan het feit dat dit de eerste verkiezingen waren waar deze verplichting van toepassing was. Dat neemt niet weg dat ik betreur dat veel gemeenten zich hieraan niet (volledig) hebben gehouden. Daardoor worden de met de wettelijke bepalingen beoogde transparantie en controleerbaarheid van het proces van uitslagvaststelling onvoldoende bereikt. Transparantie en controleerbaarheid van de uitslagberekening zijn van essentieel belang om vertrouwen te kunnen hebben (en te houden) in de uitslag van de verkiezingen.
Inmiddels heb ik, in aanloop naar de Europees Parlementsverkiezing van 23 mei a.s., de gemeenten opnieuw per circulaire geïnstrueerd om zich te houden aan de genoemde wettelijke voorschriften. Ik zal dat kort voor de verkiezing opnieuw doen. Verder ben ik van plan na deze verkiezing te controleren of publicatie heeft plaatsgevonden en zal ik gemeenten waar dat onverhoopt toch niet is gebeurd, vragen om alsnog voor publicatie te zorgen. In het kader van de evaluatie en transparantie van de verkiezing zal ik een lijst openbaar maken met namen van de gemeenten die niet (volledig) hebben voldaan aan deze wettelijke verplichtingen.
De (verplichte) publicatie van uitslagen in opendata-formaat wil ik regelen in het aangekondigde wetsvoorstel nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen.3
Ik streef ernaar dit wetsvoorstel eind dit jaar gereed te hebben voor indiening bij uw Kamer. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van dat wetsvoorstel (die is voorzien voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezing in 2021) heb ik gemeenten gevraagd om het bestand dat ontstaat door gebruik van digitale hulpmiddelen bij het berekenen van de uitslag, in opendata-formaat, actief openbaar te maken op hun website, samen met de (verplichte) publicatie van de processen-verbaal N 10 en de opgave N 11.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren