Voorhang ontwerpbesluit experimenten Elektriciteitswet 1998 en Gaswet
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)
Brief regering
Nummer: 2019D17921, datum: 2019-04-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34627-48).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Nota van toelichting
- Besluit houdende nadere regels voor het bij wege van experiment afwijken van de Elektriciteitswet 1998 of de Gaswet (Besluit experimenten Elektriciteitswet 1998 en Gaswet)
Onderdeel van kamerstukdossier 34627 -48 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie).
Onderdeel van zaak 2019Z08804:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-21 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-06-19 13:20: Aansluitend aan de Stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
34 627 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)
Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2019
Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit experimenten Elektriciteitswet 1998 en Gaswet1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting2.
De voorlegging van dit ontwerpbesluit geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 7a, vijfde lid, Elektriciteitswet 1998 en artikel 1i, vijfde lid, van de Gaswet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien meer dan een vierde deel van deze termijn binnen een recesperiode van uw Kamer valt, wordt de termijn zodanig verlengd dat drie vierde deel daarvan buiten die recesperiode van uw Kamer valt.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes