[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het belemmeren van de vrije advocatenkeuze door rechtsbijstandsverzekeraars

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D18058, datum: 2019-04-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-2497).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z04457:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

2497

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het belemmeren van de vrije advocatenkeuze door rechtsbijstandsverzekeraars (ingezonden 7 maart 2019).

Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 30 april 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2095.

Vraag 1

Kent u de aflevering van Kassa over rechtsbijstandsverzekeraars die de vrije advocatenkeuze belemmeren voor hun klanten?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat is uw reactie op de kritiek die geuit wordt door oud-advocaat Ton Steinz dat Nederland het enige land is waar juristen in loondienst werken en op die manier twee heren dienen, enerzijds de belangen van de rechtszoekenden, anderzijds de instructies van de maatschappij waarvoor ze werken om snel veel dossiers af te werken?2

Wat vindt u ervan dat in alle andere Europese landen deze dubbele positie van de jurist bij een rechtsbijstandsverzekeraar verboden is? Vindt u niet dat dit in Nederland ook het geval zou moeten zijn?

Antwoord 2 en 3

Van de rechtsbijstandverlener mag worden verwacht dat deze voldoende kwaliteit levert. Er zijn diverse instrumenten om die kwaliteit te bewaken. In de Europese Rechtsbijstandsverzekeringsrichtlijn (in Nederland geïmplementeerd in de artikelen 4:64 tot en met 4:69 van de Wet op het financieel toezicht) is bepaald dat een rechtsbijstandsverzekeraar de rechtsbijstand op meerdere manieren kan uitoefenen. Eén van de manieren is rechtsbijstandverlening in natura, zoals verzekeraars of juridisch zelfstandig schaderegelingskantoren in Nederland hun verplichtingen uitvoeren. Hierbij geldt onverkort dat het een verzekerde vrij staat een advocaat of een andere rechtens bevoegde deskundige te kiezen indien zich een belangenconflict voordoet, dat een verzekerde bij verschil van mening met de verzekeraar een second opinion kan vragen en dat de verzekeraar een verzekerde hierop moet wijzen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt op de naleving hiervan (risico georiënteerd) toezicht. Daarnaast staat voor een verzekerde de gang naar de rechter of het Klachteninstituut financiële dienstverlening (Kifid) open ingeval van een klacht en zijn verzekeraars onderworpen aan onafhankelijke tuchtrechtelijke toetsing door de Tuchtraad Financiële dienstverlening. In het rapport The Legal Protection

Insurance Market in Europe3, wordt een overzicht gegeven van de services die door juristen van rechtsbijstandverleners in diverse landen in Europa worden gegeven en de restricties die daarbij in die landen gelden. Hieruit komt een divers beeld naar voren, maar in zijn algemeenheid kan gezegd worden dat ook in andere landen in Europa juristen in loondienst van rechtsbijstandsverzekeraars in natura rechtshulp geven dan wel dat in sommige landen de mogelijkheid voor hen bestaat in bepaalde gevallen zaken voor de rechter te behandelen.

In 2016 heeft het WODC de verhoging van de competentiegrens voor zaken bij de Kantonrechter in 2011, geëvalueerd. Daarbij is het WODC uitvoerig ingegaan op de kwaliteit van hulp die gemachtigden boden vóór en na de verhoging van de competentiegrens. Over dit onderzoek heb ik uw Kamer geïnformeerd bij de beantwoording van de Kamervragen van het lid Groothuizen d.d. 22 augustus 2018.4 Uit de evaluatie van de verhoging van de competentiegrens bleek dat – op basis van het kwaliteitsoordeel van professionals en de tevredenheid van klanten – de rechtshulp die wordt geleverd in het kader van een rechtsbijstandverzekering als beste werd beoordeeld. Ook gaven verzekerden aan meer tevreden te zijn wanneer procedures door eigen juristen van verzekeraars worden verricht, dan wanneer dat door een externe advocaat wordt gedaan.

Vraag 4, 5 en 6

Wat is uw reactie op de kritiek van Ton Steinz op Nederlandse rechtsbijstandverzekeringen dat de vrije advocaatkeuze vaak wordt belemmerd? Is het toegestaan dat de maximale bedragen die worden verzekerd voor een externe advocaat veel lager zijn dan die van de toegewezen jurist?

Wat is uw reactie op de uitspraak van Ton Steinz dat het Hof van Justitie van de Europese Unie in artikel 4 van de richtlijn 87/344/EEG de vrije keuze op een advocaat bij rechtsbijstandsverzekerden verplicht heeft gesteld? Wordt dat op dit moment wel correct nageleefd door de rechtsbijstandsverzekeraars in Nederland?

Wat gaat u doen om te zorgen dat de vrije advocatenkeuze niet belemmerd wordt door rechtsbijstandsverzekeraars?

Antwoord 4, 5 en 6

Het Verbond van Verzekeraars heeft laten weten dat rechtsbijstandsverzekeraars hun verzekerden via diverse kanalen voorlichten over de vrije keuze van rechtshulpverlener, hoe dit werkt en wat de verzekerde kan verwachten. Dit gebeurt via diverse kanalen zoals de website, de polisvoorwaarden en de verzekeringskaart. Ook dienen rechtsbijstandsverzekeraars verzekerden actief op het keuzerecht te wijzen op het moment dat er een procedure gevoerd moet worden. Dit is als bindende zelfregulering opgenomen in de Kwaliteitscode Rechtsbijstand van het Verbond van Verzekeraars.

Uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt dat een rechtsbijstandsverzekeraar beperkingen kan stellen aan de kosten die worden vergoed voor de inschakeling van een rechtshulpverlener door de verzekerde. De vrijheid van advocatenkeuze mag echter niet door de beperking van de te vergoeden kosten illusoir worden gemaakt. Het is aan de rechter om te beoordelen of er zodanige beperkingen zijn gesteld dat hiervan sprake is.

Daarnaast heeft het Verbond van Verzekeraars laten weten dat bij veel verzekeraars de verzekerde bij het aanschaffen van een verzekering een keuze kan maken tussen verschillende bedragen voor externe rechtshulp. Voor het voeren van een gerechtelijke of administratieve procedure door een eigen jurist of advocaat in dienstbetrekking geldt geen kostenmaximum omdat dit vergoeding in natura betreft. Dit duale karakter is kenmerkend voor (op dit moment alle) Nederlandse rechtsbijstandverzekeringen. Bij het Verbond van Verzekeraars zijn geen signalen bekend dat het gestelde kostenmaximum onvoldoende zou zijn.


  1. Kassa, 2 maart 2019, https://kassa.bnnvara.nl/media/685412↩︎

  2. Nederlands Juristenblad, 15 juni 2018, Gaat het wel goed met onze rechtsbijstandsverzekeringen?, Ton Steinz, https://www.njb.nl/Uploads/2018/6/NJB23-Focus-2.pdf↩︎

  3. The Legal Protection Insurance Market in Europe. December 2013. P.31 en 32.↩︎

  4. Zie Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2957↩︎